maandag, februari 04, 2008

Waterbuffels































WATERBUFFELS ZIJN VRESELIJK AARDIG MAAR WEL KOPPIG

Waterbuffels en hun populaire melk zijn nog betrekkelijk nieuw in Nederland. Voor de boeren die voor deze bijzondere dieren hebben gekozen ligt er nog veel pionierswerk. De productie valt in het niets bij het traditionele melkvee en ze hebben een bijzonder gevoelig karakter. Het moet dus echt klikken tussen de boer en zijn vee.
“Nu de melkprijzen weer stijgen en de discussie rond melkquota verandert vragen mensen me wel eens of ik weer voor de buffels zou kiezen. Als ik terug kijk ben ik nog steeds positief over deze beslissing.” Aan het woord is Anne Jongsma, die terloops een kalfje streelt. “Deze staat altijd vooraan, terwijl de moeder eigenlijk maar schuw is. Zoiets verbaast me dan.”
Vraag aan Anne wat de overeenkomsten zijn tussen koeien en buffels en hij kan er maar een paar noemen. De rij van verschillen is veel groter. Anne groeide op tussen het melkvee van zijn vader, waarbij het fokken al snel zijn interesse had. Hij weet dus best waar hij het over heeft.
“Buffels zijn dieren die snel gestresst zijn. En in die toestand kunnen ze hun melk ophouden. Als ik bijvoorbeeld oormerken ga vervangen, dan doe ik dat vroeg op de dag. Anders laten ze zich ’s middags niet melken.” Hij schudt zijn hoofd. “Ze hebben ook meer ruimte nodig dan een gewone koe. Deze stal is geschikt voor 150 koeien, maar ik denk dat ik bij 130 buffels moet stoppen. Bij te weinig ruimte worden ze lastig tegen elkaar.”

Fokken
Drie jaar geleden wilden Anne en Teije hun eerste buffels in Italië gaan kopen. De Italiaanse buffels waren echter gevaccineerd en het Miniserie LNV gaf geen toestemming. Dus kochten de broers 112 drachtige buffels in Brabant. Met deze, nog niet zo homogene veestapel wilden ze gaan fokken. Deze dieren waren beschikbaar, omdat een buffel lang mee gaat. In Italië worden ze zo’n zeventien jaar lang aangehouden en kalven in die tijd dertien keer. Of dat in Holland ook gaat gebeuren, valt nog te bezien. De buffels produceren momenteel zo’n 2.000 liter melk, tegenover 8.000 liter van koeien. Anne verwacht dat die productie door fokkerij nog wel omhoog kan gaan. “Deze dieren staan nog erg dicht bij de natuur. Dat heeft als voordeel dat ze erg sterk zijn en een hoge weerstand tegen ziekten hebben. Erg weinig klauwproblemen, bijvoorbeeld. Ook de kalveren zijn erg sterk. Daarentegen komen ze al acht tot negen maanden na het kalven al droog te staan. Het melken gaat niet bepaald vanzelf. Veel dieren willen op hun eigen plaats in de melkstal staan. En is er iets anders dan anders, dan is de kans groot dat ze de melk niet laten schieten.”

Eigen stier
Anne kan er al bijna een boek over schrijven. De buffels laten bijvoorbeeld erg moeilijk zien dat ze tochtig zijn. Daarom is er permanent een eigen stier in de kudde. Zo heeft de boer een zorg minder. Toen hij enkele dames apart zette voor inseminatie met sperma van een Italiaanse stier, werden ze niet tochtig. Pas toen de muur tussen de hokken gesloopt werd en ze hun eigen stier weer zagen kwamen ze in de stemming.
Het is ook niet gemakkelijk vast te stellen of de dieren drachtig zijn, omdat controle door de dierenarts zo stressvol kan zijn dat ze het kalf kunnen verwerpen. Buffels vragen dus om een voorzichtige benadering.
Anne houdt de hoogdrachtige dieren niet apart. De kalveren worden gewoon in de kudde geboren, zonder hulp van de boer. “En dat is best bijzonder”, vindt Anne. “Alle dieren staan er omheen , maar ze zullen niet snel op een kalf trappen.” Vervolgens haalt hij zo snel mogelijk het kalf bij de moeder weg. Inmiddels blijkt dat de kalveren die bij Jongsma zijn geboren al veel rustiger zijn dan de dieren die destijds zijn aangekocht, omdat hij er zo intensief en rustig mee om gaat.

Pienter
Waterbuffels hebben een andere spijsvertering dan koeien. Het voer moet veel grover zijn. De buffels zijn slim en kieskeurig als het om veranderingen gaat. Als ze andere brokken krijgen dan merken ze dat direct. “Ik heb echt heel erg aan hun gedrag moeten wennen”, zegt Anne. “Het zijn vreselijk aardige dieren, maar wel erg koppig. Ze kunnen slecht tegen veranderingen. Ik vind het leuk dat ze zo snel leren. Ja, ze zijn machtig pienter. En dat maakt het voor mij weer wat anders dan routine.”
Hij glimlacht: “Toen ze voor het eerst naar buiten gingen zochten ze direct een plas water en modder op. Ja, ze kunnen zich verschrikkelijk vies maken. Daar ben ik dan niet erg blij mee. Maar ja, het zijn wèl waterbuffels.”

Waterbuffelhouderij De Wildhoeve
Anne Jongsma en zijn broer Teije begonnen ruim drie jaar geleden een waterbuffelhouderij in Nijeholtpade. Op het dichtbij gelegen melkveebedrijf, waar hun vader en oom de scepter zwaaien, waren maar liefst vier potentiële opvolgers. De familie Jongsma zocht dus naar een alternatief en vond dat in waterbuffels, waarvan de melk niet gequoteerd is.
In Nederland zijn momenteel negen professionele waterbuffel houders. De melk wordt verwerkt tot Mozarella kaas of ricotto. De melk van Jongsma gaat naar zuivelboerderij Arns in Zevenaar voor verwerking. De bedrijfstak is nog beperkt in omvang. Volgens Anne zou het goed zijn als er meer buffelhouders bij komen.

Geen opmerkingen: