dinsdag, december 18, 2007

Gebit
















Het gebit

De telefoon. “Ja, u spreekt met Co, de zus van Bep. U weet wel, Bep het medium.
Uw man was hier gisteren om een foto te maken van Bep.”
“Ja, dat heb ik gehoord.” (Manlief vertelde me al over het huisje in de Kooi, dat uit z’n voegen barstte van de kerstverlichting en in watten gehulde sneeuwlandschapjes.)
“Mevrouw, ik heb een vreemde vraag: Vanmorgen hebben we een gebit gevonden in de gang. Een ondergebit. En we weten niet van wie het is. Nu bel ik iedereen om te vragen...”
“Mevrouw, mijn man heeft al zijn tanden nog.”
“O. Ja dat kan.”
“Maar mevrouw, Bep is toch helderziende? Weet ze dan niet van wie dat gebit is?”
“U heeft helemaal gelijk, maar Bep heeft het een beetje druk. Ze geeft een cursus en dan kan ze zich hier niet op concentreren. Maar ik weet zeker dat ze er achter komt als ze er voor gaat zitten en een paar minuutjes dat gebit in haar handen houdt. Maar ja, ondertussen zit er dus ergens iemand zonder gebit en we willen dat het zo snel mogelijk bij de rechtmatige eigenaar terecht komt. Vandaar.”

Vaste planten
















Vaste planten teler Peter van Duin:
“Ik sta voor de kwaliteit van mijn assortiment”


Zaaien, wieden, rooien, zaaien, wieden, rooien. Dat is het levensritme van vaste plantenteler Peter van Duin en zijn vrouw Trudy. Samen hebben zij ervaring opgedaan met de teelt van vaste planten uit zaad. Een teelt die veel inspanning vraagt, maar wel resulteert in kwaliteitsproducten.
Het is zo’n loodgrijze druilerige dag, waarbij het wolkendek zo laag hangt dat de aarde er onder gebukt gaat. Zo’n dag die de uitgestrektheid van Noord-Holland nog eens benadrukt. Op het erf van Trudy en Peter van Duin is het glibberig. Achter de schuur zijn volop bouwactiviteiten. “Kijk”, zegt Peter, blauwe overall, groene kaplaarzen, “daar komt een nieuwe loods van vijfhonderd vierkante meter. Je ziet, we komen hier ruimte tekort met al die pallets vol handel.”
In de schuur werkt een groepje medewerkers gestaag aan de weegteller, waar ze iedere wortelstok in een bakje leggen om ze in vier maten op gewicht en aantal te sorteren. “Dat was in het verleden wel anders”, gaat Peter door. “Ik heb hier wat met het handje staan tellen.”

Niet spuiten
Peter van Duin teelt vaste planten uit zaad. Hij heeft zo’n vijftig tot zestig soorten staan, met als belangrijkste gewassen Akelei, Lupine, Stokroos en Echinaceae’s. Soms probeert hij wat nieuwe dingen, zoals bijvoorbeeld Verbascum of Malva, maar dat zijn slechts proefjes. Zijn zaad betrekt hij van Nederlandse zaadhuizen, maar ook steeds vaker uit het buitenland, zoals Duitsland. Trudy zoekt dat allemaal uit.
Zaad is in principe goedkoper uitgangsmateriaal dan stek. Bovendien rooit Van Duin door deze werkwijze meer planten van een vierkante meter. Toch zijn er niet veel telers die zijn voorbeeld volgen. “Je hoort ze wel eens zeggen; dat is verdraaid eenvoudig. Je zaait een beetje in het voorjaar en in het najaar oogst je mooie planten. Nu, zo is het niet. ’s Zomers zijn we altijd aan het wieden. Soms met z’n vijven, maar ook wel eens met twintig mensen tegelijk. Je begint soms met een perceel en als je dan om kijkt groeit het onkruid achter je weer even hoog.”
Als van Duin na half mei heeft gezaaid bestaat de rest van de zomer uit wieden. Onkruid spuiten is uit den boze met het kiemende zaad, dus schoffelt hij tussen de rijen met een schoffelmachine die hij heeft aangepast voor het schoffelen tussen de fijne plantjes. In de rij zelf moet het personeel onkruid uit trekken. En dat elf hectare lang. Het vraagt geduld om iedereen uit te leggen wat nu goede planten zijn en welke het onkruid. Vervolgens duurt het een week of vier tot zes voordat de planten zo groot zijn dat het onkruid minder kans krijgt, afhankelijk van het soort vaste plant. En hoewel een stokroos een behoorlijke bladpruik vormt duurt het toch verraderlijk lang voordat het zover is.

Op afroep
Vanaf september begint de oogst van de eerste vaste planten. Sommige soorten zijn dan al oogstbaar, maar anderen groeien nog door tot november. Peter oogst op afroep. Hij heeft ondervonden dat het de kwaliteit ten goede komt om een plant in de grond te laten zitten, in plaats van bewaring in een cel.
Van Duin levert veel aan exporteurs, inpakbedrijven en postorderbedrijven. Zijn planten gaan de hele wereld over, van het Oostblok tot Amerika en Japan. Hij spoelt niet. Dit gebeurt bij de afnemers. Het klantenbestand is zeer stabiel. Peter heeft dit door de jaren opgebouwd. “Mijn klanten willen een kwaliteitsplant. Die kwaliteit bereik ik door mijn manier van telen en door goed te sorteren. Zij zijn tevreden over de maatvoering. Ik krijg ook eigenlijk nooit iets terug”, aldus Van Duin. Over de prijsvorming is hij duidelijk: “Ik heb mijn eigen prijslijst en daar is doorgaans weinig discussie over.”
Zodra er een order binnen komt gaat hij het land op om te rooien. Dit gaat door tot in april, waarbij de laatste planten net van het land zijn verdwenen voordat er weer moet worden gezaaid. In de praktijk is de vaste plantenteler dus jaarrond druk aan het werk. Van lange regenperioden heeft hij niet veel last, omdat de zandgrond goed doorlatend is. “Het betekent alleen dat er iets meer zand in de kuubskisten zit, als ik in de schuur kom”, zegt hij lachend.
Vorst is wel een probleem. Dan vraagt hij zijn afnemers wat zij in die periode denken nodig te hebben, zodat hij voor de vorst een grote rooiactie kan inplannen. Dit om de klanten in de vorstperiode ook van dienst te zijn. “In mei gaan we altijd een weekje weg”, zegt Trudy, “maar dan moeten we onze klanten daarvan wel op de hoogte stellen.”
“Eigenlijk is zaaien, wieden, rooien en snel leveren alles wat ik doe. Maar dat doe ik wel heel graag”, zegt Peter voldaan.

Vanaf de grond opgebouwd
Peter en Trudy van Duin hebben een vaste plantenkwekerij in Schagerbrug. Zij hebben een perceel van één hectare in eigendom en huren er tien hectare bij. Peter teelt twee tot drie jaar op een gehuurd perceel, waarna een ander het weer huurt voor bijvoorbeeld tulpen. De zandgrond leent zich uitstekend voor de teelt van vaste planten.
Voordat Peter ondernemer werd was hij in dienst van de gemeente. Dertien jaar geleden besloot hij voor zichzelf te beginnen en bouwde zijn bedrijf vanaf de grond op.

(Vakwerk, november 2007)

Frambozen
















Onderzoek naar gezondheidsaspecten zacht fruit moet nog meer aandacht krijgen
Zacht fruit is gezond, weten we. Maar is een blauwe bes nu gezonder dan een framboos? Die vraag is nog niet echt beantwoord, want iedere fruitsoort heeft eigen specifieke inhoudstoffen. De praktijk hunkert naar meer onderzoek.

Op het moment dat de Wageningse onderzoeker Jules Beekwilder in 2006 zijn onderzoek naar gezonde inhoudsstoffen van framboos publiceerde schoot in Nederland de consumptie van dit product omhoog. Het was een tijdelijke piek, waaruit je kan concluderen dat de Nederlandse consument gevoelig is voor dergelijke berichtgeving. Inmiddels lijkt dit feit alweer vergeten en is eigenlijk een constante stroom gezonde informatie nodig om de consumptie te doen stijgen.

Antioxidanten
Beekwilders onderzoek was eigenlijk een uitvloeisel van een veel groter, vanuit Denemarken gefinancierd onderzoek naar frambozen. Wageningen UR gebruikt een snelle methode om de antioxidanten capaciteit(zie kader) vast te stellen. Beekwilder en zijn collega’s stelden vast dat framboos veel antioxidanten bevat, beschermende stoffen die agressieve moleculen in het lichaam kunnen neutraliseren en voorkomen dat cellen beschadigen. Kort gezegd: stoffen die veroudering kunnen tegengaan en mogelijk een beschermende factor zijn tegen bepaalde kanker-soorten.
Bij framboos zijn de ellagitannines voor de helft verantwoordelijk voor de antioxidantwerking. Deze stoffen zijn alleen in kleine hoeveelheden in aardbeien te vinden, maar niet in ander fruit. De onderzoekers denken dat deze stoffen overeen komen met de werkzame stoffen in bepaalde Chineese geneeskrachtige kruiden. En dat is dus de reden waarom framboos ineens in het middelpunt van de belangstelling kwam te staan.
Met deze vinding is nog niet automatisch gezegd dat het lichaam daadwerkelijk baat heeft bij de inname van grote hoeveelheden frambozen. Studies wijzen wel in die richting.
Inmiddels is wel aangetoond dat bepaalde antioxidanten een positief effect hebben, bijvoorbeeld op het voorkomen van darmkanker en prostaatkanker(lycopeen). Met bijvoorbeeld borstkanker ligt dat moeilijker. Beekwilder: “Het lijkt er op dat de werking van sommige antioxidanten direct na consumptie het grootst is. Als deze stoffen al wat verder in het darmkanaal komen en ook bacteriën en enzymen hun werk gaan doen, neemt hun werking af. Althans, dat is onze theorie.” En daarmee is eigenlijk in grote lijnen gezegd welk gezondheidsonderzoek in Nederland specifiek bij zacht fruit plaatsvindt.

Agenda
Hoe anders ligt dit in de Noord-Europese landen, Engeland, Spanje en de Verenigde Staten. Daar staat het onderzoek naar gezonde inhoudsstoffen hoog op de agenda. Het Schotse SCRI heeft bijvoorbeeld een uitgebreid zacht fruitprogramma, waarbij een poging wordt gedaan de opname van antioxidanten in het lichaam in beeld te brengen. Dat zegt al iets meer dan uitsluitend aantonen dat deze stoffen in zacht fruit aanwezig zijn. Waarom de Schotten juist dit onderzoek zijn gestart? Welnu, omdat de eetgewoontes in Schotland zo slecht zijn dat de nationale overheid investeert in dit onderzoek. In Engeland loopt momenteel een campagne om consumenten aan te zetten maar liefst vijf porties fruit per dag te eten.
Ook in Scandinavië staat onderzoek naar zacht fruit hoog op de agenda. De noorderlingen zijn van nature al besseneters en zien dit als belangrijke bron van vitamines en andere gezonde stoffen. In dit onderzoek staat ook de herkomst van bessen centraal, omdat is gebleken dat de groeiomstandigheden invloed uitoefenen op de inhoudstoffen. Hoe ruiger het klimaat, des te meer anti-oxidanten. Denk hierbij aan arctische groeiomstandigheden.
Ook in de Verenigde Staten is al veel onderzoek gedaan naar antioxidanten, vitamines en voedingsvezels. Daar werken verschillende universiteiten aan verbreding en verdieping van kennis over voeding en gezondheid. “Health’ is meer dan ‘hot’, en dat is niet verwonderlijk in een land waar junkfood als het ware is uitgevonden en zoveel mensen lijden aan obesitas. Een trend waar wij inmiddels in Nederland ook over mee kunnen praten.
Beekwilder is van mening dat onze overheid en bedrijfleven meer prioriteit moet geven aan fundamenteel onderzoek naar gezondheidsaspecten van zacht fruit. Daar ligt volgens hem een taak voor de sector, maar ook voor voedingsmiddelengiganten als Unilever, Numico en Hero.
Op Europees niveau wisselen onderzoekers sinds twee jaar informatie uit binnen het onderzoeksplatform Euroberry. Deze groep werkt aan de oprichting van één Europese organisatie (European Berry Association, ofwel EBA), die zich richt op gezamenlijk onderzoek naar alle aspecten van de teelt van zacht fruit en met name het gezondheidsaspect. Concrete invulling en financiering is er echter nog niet.

Verschillen
Zwarte bes, blauwe bes en framboos scoren erg hoog op de ORAC-schaal(zie kader) en bevatten dus veel antioxidanten. Deze bessen kwamen de afgelopen jaren regelmatig in het nieuws. Dit positieve nieuws heeft echter meer vragen opgeroepen dan antwoorden gegeven. Iedere zacht fruit soort heeft namelijk zijn eigen range aan antioxidanten. Zo zijn er vruchten die met name een hoog gehalte Vitamine C hebben en anderen die weer veel antocyaan bevatten. Bij framboos is bijvoorbeeld het gehalte ellagitannines belangrijk. En dan zijn er andere belangrijke stoffen, zoals foliumzuur, ijzer of zink, die in hoge mate aanwezig zijn in bepaalde fruitsoorten.
Teeltomstandigheden, rassenkeuze en bewaring zijn ook van invloed op het gehalte aan antioxidanten. Bij framboos is dit al aangetoond. Bovendien is er nog geen standaard laboratorium protocol voor het bepalen van antioxidanten, zodat er wereldwijd verschillende uitkomsten circuleren. Dit werkt in de hand dat iedere top tien van gezonde vruchten weer een andere koploper heeft. Soms scoort de blauwe bes torenhoog, dan weer de braam.
Deze onderlinge verschillen zijn echter niet zo heel belangrijk voor de consument. Die moet er gewoon op worden gewezen dat de productgroep zacht fruit zeer hoog scoort en dus een belangrijk bestanddeel is van een gezond dieet.

Opname
Op dit moment vindt in Spanje onderzoek plaats naar de opname van antioxidanten in het menselijk lichaam, aan de hand van bloed- en urinemonsters. Schotse wetenschappers onderzoeken wat er met de stoffen gebeurt als het verteringsproces plaats vindt, dus wat er in de maag en het darmkanaal gebeurt.
In Nederland gaat het onderzoek naar de betekenis van gezonde inhoudstoffen ook door, zij het niet specifiek voor fruit. Met name de Universiteiten van Wageningen, Groningen en Maastricht houden zich met dit onderwerp bezig. In Groningen werken onderzoekers aan markers, die ze aan een antioxidant kunnen verbinden. Ze kunnen daarmee aantonen of zo’n stof op de juiste plaats in het lichaam komt. In het geval van lycopeen moet dit bijvoorbeeld de prostaat zijn. De laatste stap is te doorgronden wat de reactie van het menselijk lichaam is. Met name het laatste onderdeel zal de komende decennia veel aandacht vragen.

Antioxidanten capaciteit
De ORAC-methode (Oxygen Radical Antioxidant Capacity) werd ontwikkeld door wetenschappers in de Verenigde Staten en kreeg goedkeuring van het Amerikaanse Ministerie van Landbouw. Stukjes groenten en fruit worden in een reageerbuis blootgesteld aan giftig zuurstof (vrije radicalen). De literatuur vermeldt vervolgens verschillende manieren om de activiteit van de antioxidanten in het fruit te meten. In alle gevallen gaat het om een totaalbeeld, waarbij verschillende stoffen verantwoordelijk kunnen zijn voor het neutraliseren van de vrije radicalen.
De WUR hanteert een andere methode om de antioxidanten capaciteit vast te stellen. Dit is een snelle methode, die na publicatie internationaal ook de aandacht heeft getrokken. Momenteel is nog niet bekend welke methode de beste is.


ABN AMRO Bank, rapport zacht fruit

Lijnen
















Lijnen met Ton en Shakira

Het soepele buikje van Shakira maakt me waanzinnig jaloers. Zo’n goddelijk exemplaar zie je maar zelden. Als ik mijn blik in de spiegel naar beneden laat glijden zie ik de verwoestingen die drie zwangerschappen, te veel lekkers en te weinig bewegen hebben aangericht. Okay, onze mooie Colombiaanse is erg goed bedeeld door moeder natuur en ook zestien jaar jonger, maar dat is nog geen excuus om te berusten in mijn lot. Tijd om te lijnen, voor de twintigste keer.
Mijn eigenzinnigheid verbiedt me om in zee te gaan met een zekere Noord-Hollandse dame. Bovendien val ik persoonlijk meer op heren. Mijn begeleider is de nog onbekende Ton uit Uden, waarvan ik niet weet hoe zijn buikje er uit ziet, noch hoe oud hij is. Ton heeft zijn sporen verdiend, want hij bracht mijn zus er toe om met twintig kilo minder door het leven te gaan. Zo’n prestatie schept verwachtingen.
Aangezien Internet nu al zo’n negen jaar mijn rechterhand is besluit ik mij via airport te laten adviseren. Zo rollen iedere week programma’s, recepten en persoonlijke aanmoedigingen mijn mailbox binnen.
Zo’n man op afstand. Ik ben benieuwd of hij in staat is om er zestien kilo af te praten. Ik denk dat ik ter motivatie af en toe ook een DVD van Shakira op zet om stiekem mee te swingen.