Posts tonen met het label paprika. Alle posts tonen
Posts tonen met het label paprika. Alle posts tonen

dinsdag, april 25, 2017

Paprika


Intensief gebruik scherminstallatie door Het Nieuwe Telen
‘Dubbel scherm speelt sleutelrol in zoektocht naar evenwichtig klimaat’

Je moet geen oude schoenen weggooien voordat je nieuwe hebt, vindt paprikateler Stephan Persoon. Toch gaat hij samen met teeltmanager Roel Klapwijk de weg van Het Nieuwe Telen verkennen. In plaats van vervangen van het oudere schermdoek kozen zij juist voor de aanleg van een tweede klimaatscherm. Het was nog even puzzelen om deze installatie goed uit te voeren.

De eerste groene paprika’s zijn geoogst, bij Personal Vision in Bleiswijk. Het nieuwe seizoen staat voor de deur. Er zijn veranderingen op komst op het 7 ha grote bedrijf van Stephan en Thea Persoon, want sinds kort versterkt zoon Roy het team. Het bedrijf teelt drie verschillende hoofdrassen rode paprika’s. Daarnaast staan er proeven met nieuwe rassen van verschillende veredelingsbedrijven. Dit brede pallet hangt samen met het karakter van deze onderneming. Persoon regelt zijn eigen afzet, zonder tussenkomst van een telersvereniging. Iedere handelspartij heeft zo zijn voorkeur en met meerdere rassen in huis kan Persoon aan deze wensen voldoen.

maandag, maart 23, 2015

Komkommers en paprika's uit Brandenburg



Gebroeders Vahl verkennen Die Heimat
‘Je moet eerst de afzet organiseren, dan pas gaan bouwen’

Duitsland lonkt. De oosterburen waarderen producten van eigen bodem meer dan import uit Nederland. Kees Vahl was bovendien wel toe aan een nieuwe uitdaging. Toen hij en zijn broers lucht kregen van een glastuinbouwproject naast een houtfabriek in voormalig Oost-Duitsland viel alles op z’n plaats.

Op het bedrijf van de gebroeders Vahl in IJsselmuiden is altijd reuring. André en zijn neven Dries en Kees hebben de afgelopen jaren niet stil gezeten en hebben flink uitgebreid, tegendraads aan de economische ontwikkelingen in de glastuinbouw.
Vijf jaar geleden was het komkommerbedrijf nog 5 ha groot en waren er plannen om te gaan investeren in Het Nieuwe Telen (HNT). Die plannen zijn inmiddels uitgevoerd. Ze bouwden een nieuwe kas van 2,2 ha, voorzien van luchtslurven en buitenlucht aanzuiging. Vandaag de dag is het bedrijf 7 ha groot, aangevuld met 3 ha huurtuin.
Lange tijd stopten zij samen met andere bedrijven hun energie in het aardwarmteproject in de Koekoekspolder, waarvan de bron en de machinekamer recht voor hun bedrijf liggen. Nu hebben ze hun zinnen gezet op hun jongste project; een bedrijf van 4,6 ha in Bralitz, een dorp in de deelstaat Brandenburg, tussen Berlijn en de Poolse grens. Daar telen ze komkommers en paprika’s.

vrijdag, oktober 17, 2014

Veredeling



Veredelingsbedrijven werken aan gesloten ketens
‘De juiste balans vinden tussen wensen van telers en consumenten’

Voor de veredelaars van groenten gloort er altijd een nieuw ras aan de horizon. Of het nu gaat om hoge productie, resistenties of juist smaak, om bulk of niche, om Nederland, Europa of verder, verbeteringen blijven nodig. Maar wie bepaalt nu de strategie die ieder bedrijf volgt? Telers, grootwinkelbedrijven, trendzettende koks of consumenten? Iedere veredelaar zingt zijn eigen lied.

Veredeling voor de niche of bulk, dat is de grote vraag. Veredelingsbedrijven proberen beide markten te bedienen, maar ieder heeft zijn eigen accenten. Eminent bijvoorbeeld, opgericht door paprikatelers Jan en Ted van Heijningen, specialiseerde zich als productiebedrijf in bijzondere gewassen die zich onderscheiden in vorm, kleur en smaak. Een echte nichespeler dus. Selectie en veredeling had eerst tot doel om eigen producten te ontwikkelen, maar er is eveneens vraag naar zaden ontstaan.
Account manager Joke Kras legt uit hoe Eminent vers product levert aan Engeland, Duitsland, Scandinavië tot ver in Rusland. Het assortiment is breed, van tomaat, paprika, peper, aubergine tot wortel- en knolgewassen. Eminent Seeds beperkt zich voorlopig tot specialties van paprika, peper en tomaat.
Naast snackpaprika’s is het gelukt om een Habanero te ontwikkelen die 20 kg/m2 produceert. Zo’n uitzonderlijk hete paprika is geschikt voor Ethiopië, Uganda of Mexico. Dat er hete exemplaren bij zitten is wel duidelijk. In de verwerkingshal van het bedrijf lopen de tranen je spontaan in de ogen.
Kras: “Nederland is voor ons niet zo hele grote markt. We kijken veel verder.”

Klein, maar snel
Helemaal nieuw op de veredelingsmarkt is Axia Vegetable Seeds. Het bedrijf werd in 2010 opgericht door Sandor en Alois van Vliet, die eerder de scepter voerden bij het door Monsanto overgenomen Western Seeds. Dit jaar brengen zij hun eerste rassen op de markt. Hun specialisatie is de veredeling van tomaten. Dat is geen verrassing als de aandeelhouders van dit bedrijf allen tomatentelers (en een plantenkwekerij) zijn.
Alois van Vliet legt uit hoe het bedrijf in zo’n korte tijd al aan de markt kan zijn. “Onze aandeelhouders zijn natuurlijk onze adviseurs. Dat is een groot voordeel. Daarnaast belichten wij net zoals in de praktijk gebeurt, waardoor wij in de winter doorgaan en dus meerdere keren per jaar van teelt wisselen. We zijn weliswaar klein, maar snel, flexibel en innovatief.”
Mainstream of specialties, alle tomatenrassen zijn voor Axia belangrijk. Kesgro in Middenmeer heeft inmiddels op 9 ha de middelgrote trostomaat ‘Axiradius’ gezet. Intussen is er een nieuwe cherrytomaat ‘Axiani’, die rijp is voor de praktijk.

maandag, juni 23, 2014

Tuinbouw Terneuzen



Belgische paprikatelers komen de grens over
‘Wij komen naar Zeeuws-Vlaanderen voor het gunstige klimaat en veel licht’

Hoe soepel kan een bouwproces verlopen als opdrachtgevers en uitvoerders elkaar met één woord verstaan. Op de bouwlocatie van de Vlaamse paprikatelers van VGT Zeeuws-Vlaanderen is de sfeer goed. Er is tijd voor een goed gesprek over zeeklimaat, diffuus glas en vooral over samenwerking tussen Vlamingen en ‘Ollanders’ onder de Zeeuwse zon.

Aan het zongebruinde gezicht van Staf Verlinden kun je wel zien dat deze paprikateler dit voorjaar weinig in zijn kas is te vinden. Dagelijks is hij aanwezig op het nieuwbouwproject van VGT (Verenigde Groentetuinders) in de Autrichepolder bij Westdorpe. Zijn collega’s rijden een paar keer per week vanuit Rijkevorsel naar Zeeuws-Vlaanderen. “Maar een uurke rijden”. Zijn collega Jos Wuyts haalt zijn schouders op. Voor de Vlaamse telers is de stap om naar Nederland te komen echt geen emigratie.

donderdag, februari 13, 2014

Biologisch dynamisch



André en René Poldervaart  over biologische teelt:
‘Je moet sterke zenuwen hebben, maar ieder jaar groeit het beter’

Strakke rijen planten, kaarsrechte paden bedekt met houtsnippers en netjes geschoffelde aarde. Het teelbedrijf van de familie Poldervaart ligt klaar voor het nieuwe seizoen. Vlak onder het teeltoppervlak krioelt het van de beestjes, schimmels en bacteriën die wortels aanvallen of juist sterker maken. Biologisch telen is een missie, maar vooral een vak dat veel ervaring vraagt.

“Als je hier ’s nachts door de tuin loopt met een zaklamp dan krioelt het van de pissebedden. Kun je daar niet tegen, dan slaap je niet meer”, zegt André Poldervaart met doordringende blik. Wie het technisch zeer modern uitgeruste bedrijf van vader André en zoon René nietsvermoedend binnen stapt, zal verbaasd opkijken van de biodiversiteit in de kassen. Tussen de houtsnippers van populieren wemelt het van de beestjes. Soms schadelijk voor de planten, meestal behulpzaam bij het opruimen van bladeren die op de grond vallen. Maar het meest treffende is de geur van het jonge paprikagewas, komkommers en de tomaten die nog naast het plantgat staan. Het ruikt groen en groeizaam.
Poldervaart heeft leren leven met de grillen van de biologisch dynamische teelt, hoewel de omschakeling in 1999 niet eenvoudig is verlopen. “Ik ben groot geworden met chemische bestrijding. Dan is het verschrikkelijk moeilijk om te zien hoe snel planten kunnen worden aangetast door luis of witte vlieg. We hebben echt wel momenten gehad dat er alleen nog paprika’s aan een plant hingen en dat al het blad was afgevallen. En toch komt het na verloop van tijd weer goed. Maar om dat vertrouwen te krijgen duurt wel even.”

donderdag, april 18, 2013

Tuinbouwcrisis


End of an Era

Veel tuinbouwbedrijven staan op omvallen. Terwijl het oorverdovend stil is, hangt een nieuwe crisis recht boven de kasnok van Neerlands landbouwtrots: boetes wegens subsidiemisbruik.

De voedingstuinbouw in kassen heeft vijf magere jaren achter de rug. 2011 gaat de geschiedenis in als rampjaar als gevolg van de Ehec-crisis die de sector honderden miljoenen heeft gekost. Alsof dat nog niet genoeg is, wordt de zwaar noodlijdende tuinbouw nu ook geconfronteerd met vermeend subsidiemisbruik.

Ondernemers hebben hun focus gericht op schaalvergroting. Ze wilden hun kosten per kilo product verlagen. Dat joeg hun schulden op, maar zou hun marges redden. Om de leningen maalden ze niet. Lage rentes en banken die hen met graagte nog wat extra krediet verkochten lachten hen in de beginjaren van de 21e eeuw toe. Groei was bovendien lucratief door de liberalisering van de energiemarkt, waardoor tuinders met hun WKK (Warmte-kracht koppeling) hun uit gas geproduceerde elektriciteit konden gaan verkopen. Sommigen dachten op die manier duurzaam en slapend rijk te worden. Bedrijfseconomisch leken de plaatjes helemaal te kloppen. Het pakte anders uit.

Ruim één miljard GMO
Veelbesproken is de zogeheten GMO-subsidie die Europese telersverenigingen ontvangen. De afkorting heeft niets te maken met genetische modificatie, maar alles met samenwerking - 'gemeenschappelijke marktordening' - om tuinders te helpen een betere positie in de markt te veroveren. Sinds het ontstaan van deze subsidieregeling hebben de gezamenlijke telersverenigingen ruim één miljard subsidie aangevraagd, waarvan de helft in de afgelopen zes jaar. Je zou zeggen dat zo’n regeling de tuinbouwondernemers een stuk op weg moet helpen om de kwaliteit, duurzaamheid en voedselveiligheid van hun groenten definitief op de kaart te zetten.

Het Landbouw Economisch Instituut (LEI) deed onderzoek naar de besteding van die gelden en kwam in november 2011 met aanbevelingen voor een Gemeenschappelijke Marktordening na 2013. De conclusies waren niet mals. De subsidies worden niet gebruikt voor het doel waarvoor ze bestemd zijn:

‘Nederlandse telersverenigingen besteden de GMO-middelen primair aan het milieu, de bevordering van de afzet, de kwaliteit en de duurzaamheid. De uitsplitsing van deze activiteiten leert dat er veel geïnvesteerd is in duurzame productiemiddelen. Daarnaast is het reëel om te veronderstellen dat een aantal van deze investeringen in duurzame productie en ander activiteiten ook had plaatsgevonden zonder GMO-subsidie, zij het wellicht op kleinere schaal. 
Er worden relatief weinig middelen gestopt in product- en merkenontwikkeling en marktontwikkeling. Dit komt mede doordat deze strategieën duur en risicovol zijn, de markt voor verse groente en fruit tot nu toe – mede dankzij keuzes van de sector zelf – een commoditymarkt is en er verticale concurrentie van supermarkten uitgaat (huismerken). Verder heeft de sector de neiging in hardware (stenen) te investeren en niet in software (nieuwe producten). De sector is nog altijd georiënteerd op de fysieke productie in plaats van de markt.’

Vette boetes
Het rapport rept over de tendens van verenigingen om zoveel mogelijk subsidie binnen te halen. Met die houding wekten ze de aandacht van handhavende instanties. Grootgebruikers van de GMO-regeling zijn telersverenigingen Coforta (The Greenery), FresQ, ZON en Van Nature. Daar waar twijfel is over de spelregels hebben verenigingen boetes opgelegd gekregen. Die houden in dat een deel van de subsidiegelden terug moet. Dat doet pijn, want door de slechte prijsvorming zijn er niet of nauwelijks liquide middelen. Veel bedrijven staan reeds op de rand van een faillissement.

FresQ
Met name telersvereniging FresQ, dat groot is in tomaten, komkommers, paprika’s en aubergines en opmerkelijk veel leden heeft met megabedrijven, is de laatste jaren onder vuur komen te liggen. Deze vereniging heeft een boete ontvangen van het Productschap Tuinbouw (PT) als uitvoerder van de GMO regeling, omdat er twijfel is over de uitvoering van de regeling. Samen met andere beboete telersverenigingen maken zij bezwaar. Hangende het onderzoek, willen zowel FresQ als PT niets over deze zaak zeggen. Het gaat om tientallen miljoenen euro's.
Ondertussen heeft deze telersvereniging nul op het rekest gekregen op hun nieuwe aanvraag van 22 miljoen GMO euro voor het jaar 2013, want het PT heeft hen geschorst als erkende telersvereniging. Dat is een grote tegenvaller. Afgelopen zaterdag heeft de algemene ledenvergadering van FresQ zelf maar besloten dat zij geen GMO erkende telersvereniging meer wil zijn. Of dat nog iets uitmaakt is onduidelijk. 

Het wordt de leden van FresQ, waarvan de ene helft aanspraak maakt op GMO-subsidies terwijl de andere helft zich daarvan distantieert, heet onder de voeten. Voor velen staat het water immers zonder de dreiging van boetes al aan de lippen. Vandaar dat het achter de schermen bijzonder onrustig is. Leden zeggen hun lidmaatschap op of willen dat doen. Er zijn ook ondernemers die nooit aan de subsidiekraan hebben gehangen of nog maar heel kort lid zijn. Zij vragen zich af of ze nu toch mede aansprakelijk zullen zijn voor boetes en terugvorderingen, terwijl grote profiteurs hen met de gebakken peren laten zitten. De situatie is chaotisch.

De mededeling van staatssecretaris  Dijksma dat tuinders persoonlijk risico lopen op terugvordering van GMO-gelden[/url] schept helderheid, maar maakt de zorgen er niet minder om. De staatssecretaris deelt een gevoelige klap uit naar een aantal inmiddels zeer grote bedrijven die hun grootte danken aan wat mogelijk straks 'misbruik van subsidiegelden' heet. Pikant is dat de banken die middelen hebben gebruikt als onderpand voor nog wat extra krediet. Als blijkt dat de regeling is misbruikt, hangt de bank mee.

NMa
De problemen voor FresQ stapelen zich nog verder op. Vorig jaar kreeg deze vereniging al een boete van 14 miljoen euro opgelegd van de NMa wegens vermeende prijsafspraken voor de verkoop van paprika’s met andere telersverenigingen. Dat is wrang omdat paprikatelers hun paprika's echt onder de kostprijs moeten verkopen omdat ... de uitbreiding van hun totaal aan bedrijven zoveel product oplevert dat het niets meer waard is. Als de aantijging van de NMa zou kloppen dan lijkt het op een wanhoopsdaad om zich te verweren tegen de 'inkoopmacht' van de retail. Zichtbaar begint echter te worden dat niet de inkoopmacht, maar het aanbodsurplus het probleem is. Waar de tuinbouw in 'software' (nieuwe en lekkerdere producten en meer toegevoegde waarde) had kunnen investeren en daarvoor riante subsidies ontving, hebben ondernemers geïnvesteerd in overproductie. 

Familie moet bijspringen
Ruim drie jaar na de uitgebreide discussies over de toekomst van de tuinbouw op Foodlog is het nog slechter gesteld met de tuinders. Ze hadden met behulp van GMO-subsidies kunnen werken aan bijvoorbeeld echte consumentenmerken, die hun groenten minder uitwisselbaar maken. In plaats daarvan zijn er na wat fusies zestien telersverenigingen ontstaan, waarvan de meesten een zo breed mogelijk productenpakket voeren en de retailers op hun wenken kunnen bedienen met perfect verpakte tomaten onder huismerk. Verenigingen zijn dus de concurrentie met elkaar aangegaan. De bank kijkt van de zijlijn toe, want het onroerend goed staat zwaar 'onder water', bankiersjargon voor een situatie waarbij gedwongen verkoop de hoogte van de lening niet meer uit het bedrijf laat komen. 

Drie jaar geleden concludeerde directeur Fred van Heyningen van Rabobank Westland dat eigenlijk een kwart van de bedrijven zou moeten afvallen, gezien hun financiële situatie. In die drie jaar is er geen behoorlijk prijsherstel geweest en heeft de sector een extra klap opgelopen door de Ehec-crisis. Tussen 2010 en nu hebben zo’n 200 tuinders de handdoek in de ring gegooid. Bij lange na niet het aantal dat eigenlijk had moeten stoppen om de markt op te schonen. De anderen hebben de buikriem aangehaald en teren ernstig in op eigen vermogen in de hoop dat het ooit beter wordt. Daar waar de bank niet meer wil financieren, springt familie bij. In vele gevallen zonder uitzicht op terugbetaling. 
Opmerkelijk genoeg zijn er ook handelsbedrijven die participeren in overnames, zoals in het paprikabedrijf van de familie Van Dijk in Harmelen. Zulke praktijken zijn allang geen incident meer. De tuinder wordt voorman-arbeider op zijn eigen bedrijf. De trots is geknakt. De motivatie om te ontwikkelen en een beter product te maken is eruit. Er wordt nog slechts geproduceerd. Tegen de klippen op zelfs, zodat het probleem intact blijft.

Cluster naar de kloten
De glastuinbouw was Nederlands parel aan de landbouwkroon. De bekende Amerikaanse managementgoeroe Michael Porter noemde juist de Nederlandse tuinbouw in zijn wereldberoemde boeken als het toonbeeld van een sterk cluster. Dat begrip staat voor een goed functionerende collectieve intelligentie van allerlei functies rond een industrietak. Die roem lijkt door subsidiemisbruik, onderlinge concurrentie, gebrek aan marktbesef, gebrek aan wil om collectief in te grijpen en jarenlang vergiftigend financieringsbeleid ten einde. Sharon Dijksma lijkt nu, net als haar partijgenoot Dijsselbloem in het bankwezen, de realiteit onder ogen te willen zien. Er zal flink wat afgeschreven, geleden en zelfs gesloopt moet worden. En Porter? Die moet op zoek naar betere voorbeelden van collectieve intelligentie. Het oude cluster blijkt naar de kloten.

 Foodlog, 18 april 2013.

zaterdag, november 24, 2012

Cor Henkdriks Rabobank


Dit interview vond plaats voordat bekend werd dat een aantal paprikabedrijven alsnog is gestopt, waaronder de familie Van Dijk uit Harmelen. Paprikatelers die momenteel weer planten voor het nieuwe teeltseizoen hebben geen enkele garantie dat de prijsvorming komend jaar zal verbeteren ten opzichte van de laatste vier jaar. Er zijn geen structurele maatregelen genomen die een betere prijsvorming in de hand werken.

Sectormanager Tuinbouw Cor Hendriks:
‘Nederlandse tuinbouw is te duur om op kostprijs te concurreren’

“Door herstel van de prijsvorming moet de primaire productie weer een rendabele activiteit worden”, zo stelt Cor Hendriks van Rabobank Nederland. Vier opeenvolgende moeilijke jaren voor de tuinbouw eisen hun tol. Ondanks dat de marges miniem zijn weten sommige ondernemers toch winst te behalen, maar voor een aantal bedrijven is het einde oefening. Een moeilijke afweging over stoppen of doorgaan.

Het is nog even afwachten wat de staart van dit seizoen brengt, maar 2012 zou voor paprika het vierde verliesgevende jaar kunnen zijn. Sommige vruchtgroentetelers zijn in één jaar 10 tot 12 euro per m2 tekort gekomen. De paprikaprijs daarentegen laat dit jaar onvoldoende herstel zien en in deze hoek vallen klappen.
In de sierteelt is de prijsvorming voor enkele gewassen dit jaar hersteld. Chrysant heeft een aantal moeilijke jaren gehad, maar 2012 blijkt veel goed te maken. Rozentelers hebben het moeilijk. Sectormanager Tuinbouw Cor Hendriks schetst de situatie van de glastuinbouw en bespreekt de rol van de bank in dit geheel.

vrijdag, mei 18, 2012

Kleine gewassen


Gijs van den Bos schakelde van paprika’s over op kasbonen
‘Het is een teelt van grote pieken en diepe dalen’

Ben je in de bonen als je het aantal vierkante meters glas op je bedrijf bewust terug brengt? Niet bepaald. Voor Gijs van den Bos was die stap een weloverwogen keuze. Sinds vier jaar teelt hij geen paprika’s meer, maar aardbeien en sperziebonen onder glas. De aardbeienteelt gaat nu helemaal naar zijn zin. Bij bonen is hij nog zoekende naar het optimale rendement.

Daar waar de nieuwbouw van Brielle het landelijke Vierpolders raakt, ligt het bedrijf van Gijs van den Bos. Het erf ziet er aanlokkelijk uit, met een groot bord wat er precies wordt geteeld in de kas en een automaat waar je boontjes en aardbeien kunt kopen. Aan alles kun je merken dat consumenten hier meer dan welkom zijn. Van den Bos heeft een goede reputatie opgebouwd, die al stamt uit de periode dat hij nog niet op deze locatie tuinde, maar waar nu huizen staan.

 Nieuwe tuin
Tot vier jaar geleden teelde hij paprika’s op een bedrijf van 25.000 m2, met een mogelijkheid tot uitbreiding naar 40.000 m2. Toen een reële optie. De gemeente Brielle stak daar een stokje voor, want de tuin kreeg een nieuwe bestemming. In goed overleg werd de ondernemer uitgekocht.
“Ik was toen rond de vijftig en stond voor de keuze”, vertelt Van den Bos. “Op een andere locatie nieuw bouwen of een alternatief bedenken. Op dat moment was er al zoveel uitbreiding in de paprika’s dat ik twijfelde. Ik vond het vak te leuk om achter me te laten. Bovendien werk ik met een vaste groep mensen en we hebben een hechte band.” Dus kocht hij een bestaande tuin van 12.000 m2, paste die volledig aan en stapte over op aardbeien en bonen. Met beide teelten had hij al ervaring op kleinere schaal.

Op perlite
Op het oude bedrijf had de teler een kasje van 500 m2 waar hij het doordragende bonenras ‘Coby’ teelde. In die kleine ruimte wist hij hoge opbrengsten te halen. Het liefst had hij nu ook de 6.000 m2 die hij voor bonen heeft ingericht vol gezet met dit ras, maar helaas is het uit de handel gehaald. Daarom teelt hij vroeg in het seizoen de minder lichtgevoelige ‘Armando’ en daarna ‘Farba’. Van zaai tot begin oogst duurt de teelt zeven tot acht weken, waarna de oogst vier weken in beslag neemt.
Begin januari gaat de eerste teelt van start. Dan zaait Van den Bos zijn bonen in perlite. Na tien dagen plant hij de bonen in de kas in bakken met dezelfde substraatsoort. Het teeltsysteem met recirculatie heeft hij zelf uitgedacht. Twee jaar lang kan hij de korrels gebruiken. Daarna zitten er zoveel wortels in de bak dat dit ten koste gaat van de productie. Half maart komen de eerste bonen in productie. Door opeenvolging van plantingen loopt deze door tot half juli. Dan stopt de voorjaarsteelt. Heel even is het dan rustig op de tuin. Tot half augustus ligt de kas leeg, waarna de herfstteelt op gang komt tot eind december.

 Opvolgende plantingen
‘Armando’ en ‘Farba’ zijn geen doordragende rassen zoals ‘Coby’. De planten produceren ongeveer vier weken bonen en daarna is het voorbij. De teler werkt daarom met meerdere, elkaar opvolgende plantingen om een gelijkmatige productie op gang te houden. Hij experimenteert ook met tussenplantingen, waarbij hij een deel van de oude planten nog even laat staan en het jonge gewas op gang laat komen. Verder doet hij proeven met andere rassen om te kijken of daar een verbetering in zit, of dat de productie nog iets kan worden verbeterd of verlengd. “Ik ben wel tevreden met het resultaat, maar wat mij betreft mag het nog iets beter”, vindt Van den Bos.

Arbeid is bottleneck
Als de oogst eenmaal is begonnen dan is het buffelen. Arbeid is nu eenmaal de grootste kostenpost van de bonenteelt. Een goede plukker kan gemiddeld zo’n vijf kistjes bonen per uur plukken met een inhoud van vier kilo. De oogst verloopt dus relatief langzaam. Dit is meteen de beperkende factor om het areaal te laten groeien. En dat is eigenlijk maar goed ook. Kasbonen zijn een niche. Komen er te veel dan zakt de prijs in elkaar.

Smaak van vroeger
Van den Bos voert aan bij The Greenery. Een deel van zijn oogst kan hij via huisverkoop slijten, waardoor hij meteen een goede feedback krijgt van klanten. Binnen het enorme aanbod goedkope bonen is de kasboon een specialiteit, die zich behoorlijk onderscheidt in prijs. “Ik merk dat het vooral ouderen zijn die de smaak van Hollandse kasbonen waarderen. Die kennen ze van vroeger. En verder zijn het jonge mensen die door hun ouders de smaak hebben leren kennen.”
Op Voorne weten mensen het bedrijf wel te vinden, dus voorziet de teler de lokale markt met super verse producten. Dit is een bevoorrechte positie, omdat er in de omgeving geen vergelijkbare bedrijven zijn. “Concurrentie tussen bonentelers is er zeker”, legt hij uit. “Dat is logisch, want een kleine overproductie doet de prijs dalen. Het is een moeilijke teelt. Je kunt tot grote pieken komen, maar ook diepe dalen meemaken.”

Veel leuker
De vraag rest hoe de teler uiteindelijk de overschakeling heeft ervaren. Was het telen van paprika’s niet veel veiliger dan de overstap naar aardbeien en bonen? Van den Bos: “Ik was eigenlijk wel klaar met de paprika’s op het moment dat het product één grote bulk werd. Persoonlijk denk ik dat er toekomst is voor niche-producten in lokale cirkels. Natuurlijk is mijn teeltplan nu veel hectischer dan in het verleden, maar ik vind dit veel leuker.”
Nu ziet het er nog niet naar uit dat hij een opvolger krijgt, maar dat is niet uitgesloten. “Dan kan ik altijd nog de overstap maken naar iets anders. Die weg ligt nog steeds open. Voorlopig hebben we het hier met mijn familie en medewerkers erg naar ons zin.”