Roland en Barry Duyvesteijn
gaan voor duurzame teelt
‘Alleen met topkwaliteit
heeft strelitziateelt bestaansrecht’
Terwijl het areaal strelitzia’s in Nederland afneemt en er
ook meer druk komt op de prijsvorming, blijven twee broers in Zevenhuizen
hardnekkig weerstand bieden. Roland en Barry Duyvesteijn breken een lans voor
een goed Hollands product en houden daarbij bloemisten in ere. Kwaliteit loont,
vinden zij.
Als Roland en Barry Duyvesteijn een schatting maken van het
totale areaal strelitzia’s in Nederland, dan komen ze niet verder dan 40 ha. De
exacte cijfers zijn niet bekend. Wel weten ze dat het areaal nog steeds afneemt
en dat er nog vijf grotere telers actief zijn. Dat klinkt als een neerwaartse
spiraal, maar daar denken de broers heel anders over.
Op hun bedrijf in het
Zuid-Hollandse dorp is strelitzia’s telen een zeer serieuze zaak. Terwijl
Roland zich voornamelijk met algemene zaken en afzet bezig houdt richt Barry zich
volledig op teelt en techniek. Met koel houden en opstoken kunnen zij de oogst
uitstellen of vervroegen en zijn ze zo goed als jaarrond op de markt.
Grote verhuizing
Van oorsprong teelde de familie Duyvesteijn gerbera’s in De
Lier. In 2001 besloten ze op de helft van hun bedrijf strelitzia’s te zetten.
Ze namen planten over van een teler die stopte en kochten zaailingen. Volwassen
planten, omdat het een traag groeiend gewas is. Het duurt vele jaren voordat
een plant volledig in productie is.
In 2006 werden de broers
uitgekocht en gingen ze op zoek naar een ander bedrijf. Hun oog viel op een
verouderd bedrijf van 25.000 m2 in Zevenhuizen. Barry: “In dat jaar hebben we
de kas laten renoveren, waaronder een nieuw kasdek.” In 2007 begon de grote
verhuizing. In dat jaar hebben ze eenderde van hun planten, die in containers
staan, overgebracht. Terwijl ze op het nieuwe bedrijf nog niet in productie
waren, ging de oogst in De Lier nog door. In de twee daarop volgende jaren
verhuisden alle planten.
Eigen selectie
Ondertussen keek Barry uit naar goed plantgoed bij andere
telers. “Ik ben altijd op zoek naar verbetering”, vertelt hij. In de kas laat
hij zien welke bloemen hem aanspreken. Planten met een goede productie, met
rode nerven in de jonge bladeren en ook een rode gloed op de bloemstengel vindt
hij mooi. Die kleur komt de sierwaarde ten goede.
Nog steeds worden
strelitziaplanten vermeerderd door zaad en door scheuren. Ruim dertig jaar
geleden is geprobeerd om door middel van weefselkweek te vermeerderen om zo
meer uniformiteit te verkrijgen. Dat is nooit goed gelukt. De plant bevat een
stof die zichtbaar is in de blauw-paarse kleur van de stamper. Die stof zorgt
er voor dat de celdeling in de weefselkweek niet goed op gang komt. Zolang deze
barrière niet is overwonnen kruist Barry zijn beste planten en selecteert daar
goed plantmateriaal uit.
Vraag gestuurd produceren
Op het bedrijf staan de planten deels in containers, deels
in de vollegrond. Beide manieren van telen werken. De kennis van de teelt
hebben de broers voor het grootste deel zelf opgebouwd. Ze leerden het vak van
oudere telers die zijn gestopt. Een voorlichter houdt hen scherp.
“Het is een moeilijke teelt”,
vindt Barry. “Je ziet de gevolgen van een bepaalde actie pas een paar maanden
later. Je bent dus eigenlijk altijd bezig met het volgende seizoen.” De aanleg
van de knop vindt plaats in de zomer. De temperatuur bepaalt vervolgens wanneer
de bloei volgt. In de warme afdeling is dat al in het najaar, maar in de koude
afdeling gebeurt dat maanden later. Door oogstpieken te mijden proberen de
broers zoveel mogelijk vraag gestuurd en jaarrond te produceren.
Kwaliteit omhoog
Voor de afzet werken ze met vaste partners. “De markt is
snel verstoord”, legt Roland uit. Dat gebeurt bijvoorbeeld als er veel
strelitzia’s worden geïmporteerd vanuit Zuid-Europa en de Canarische eilanden.
Het gaat hem niet zozeer om de aantallen, maar om de kwaliteit van dat product.
In Nederland heeft strelitzia een goede verpakking, waardoor de bloemen ruim in
de doos liggen en ook rijp worden geoogst. A1 kwaliteit heeft bijvoorbeeld een
rijpheidsstadium waarbij twee blauwe bloemen duidelijk zichtbaar zijn.
Om wille van de transportkosten
komen de importbloemen rauw, dus met dichte knoppen, aan in kratten. Daarna
worden de bloemen uit de knop gepeld. Het resultaat is dat de diepblauwe
bloemen nog wit zijn. Roland: “Die slechte kwaliteit heeft onze markt verziekt,
waardoor bloemisten geen belangstelling meer tonen. Daarom moet de totale
kwaliteit omhoog.”
Niet voor niets kozen de broers
voor hun naam Holland Strelitzia. Onder deze merknaam leveren zij aan vaste
partners en brengen ze hun bloemen voor de bloemistenklok. “Bloemisten zijn
onze ambassadeurs en we merken dat ze onze bloemen herontdekken”, legt Roland
uit.
Duurzame teelt
Niet alleen op gebied van afzet zijn deze telers erg actief.
Ook willen ze hun bloemen zo duurzaam mogelijk telen. Gelukkig is het gewas
niet heel erg gevoelig voor ziekten, maar wolluis en schildluis zijn
hardnekkige plagen die ze biologisch bestrijden.
Ook over energieverbruik is goed
nagedacht. In 2010 hebben ze een houtkachel geplaatst, waardoor ze minder
afhankelijk zijn geworden van fossiele brandstoffen. Vanzelf ging dat niet. In
de begintijd sloeg de ketel zo vaak op storing dat vaak één van hen op de tuin
bleef slapen. Ze wonen immers nog steeds in De Lier. Inmiddels zijn de
kinderziekten er uit, waardoor er meer rust is gekomen.
Barry werkt ook aan een nieuw
project. Hij heeft inmiddels subsidie toegezegd gekregen voor zonnecollectoren.
De zuidgevel van 210 meter zal daarbij een dubbele wand krijgen met zwarte
panelen, waarbij water of lucht wordt opgewarmd. Door middel van een
warmtewisselaar zal deze warmte naar de opslagtank gaan. Barry: “We zijn nu
bezig met de technische specificaties, maar ik geloof heilig in het systeem. We
offeren wat productie op, maar het zal zeker bijdragen aan minder
energieverbruik. Dit plan gaat door op één voorwaarde: het moet wel rendabel
zijn.”
Geen opmerkingen:
Een reactie posten