zondag, augustus 30, 2015

Strelitzia


Roland en Barry Duyvesteijn gaan voor duurzame teelt
‘Alleen met topkwaliteit heeft strelitziateelt bestaansrecht’

Terwijl het areaal strelitzia’s in Nederland afneemt en er ook meer druk komt op de prijsvorming, blijven twee broers in Zevenhuizen hardnekkig weerstand bieden. Roland en Barry Duyvesteijn breken een lans voor een goed Hollands product en houden daarbij bloemisten in ere. Kwaliteit loont, vinden zij.

Als Roland en Barry Duyvesteijn een schatting maken van het totale areaal strelitzia’s in Nederland, dan komen ze niet verder dan 40 ha. De exacte cijfers zijn niet bekend. Wel weten ze dat het areaal nog steeds afneemt en dat er nog vijf grotere telers actief zijn. Dat klinkt als een neerwaartse spiraal, maar daar denken de broers heel anders over.
Op hun bedrijf in het Zuid-Hollandse dorp is strelitzia’s telen een zeer serieuze zaak. Terwijl Roland zich voornamelijk met algemene zaken en afzet bezig houdt richt Barry zich volledig op teelt en techniek. Met koel houden en opstoken kunnen zij de oogst uitstellen of vervroegen en zijn ze zo goed als jaarrond op de markt.


Grote verhuizing
Van oorsprong teelde de familie Duyvesteijn gerbera’s in De Lier. In 2001 besloten ze op de helft van hun bedrijf strelitzia’s te zetten. Ze namen planten over van een teler die stopte en kochten zaailingen. Volwassen planten, omdat het een traag groeiend gewas is. Het duurt vele jaren voordat een plant volledig in productie is.
In 2006 werden de broers uitgekocht en gingen ze op zoek naar een ander bedrijf. Hun oog viel op een verouderd bedrijf van 25.000 m2 in Zevenhuizen. Barry: “In dat jaar hebben we de kas laten renoveren, waaronder een nieuw kasdek.” In 2007 begon de grote verhuizing. In dat jaar hebben ze eenderde van hun planten, die in containers staan, overgebracht. Terwijl ze op het nieuwe bedrijf nog niet in productie waren, ging de oogst in De Lier nog door. In de twee daarop volgende jaren verhuisden alle planten.

Eigen selectie
Ondertussen keek Barry uit naar goed plantgoed bij andere telers. “Ik ben altijd op zoek naar verbetering”, vertelt hij. In de kas laat hij zien welke bloemen hem aanspreken. Planten met een goede productie, met rode nerven in de jonge bladeren en ook een rode gloed op de bloemstengel vindt hij mooi. Die kleur komt de sierwaarde ten goede.
Nog steeds worden strelitziaplanten vermeerderd door zaad en door scheuren. Ruim dertig jaar geleden is geprobeerd om door middel van weefselkweek te vermeerderen om zo meer uniformiteit te verkrijgen. Dat is nooit goed gelukt. De plant bevat een stof die zichtbaar is in de blauw-paarse kleur van de stamper. Die stof zorgt er voor dat de celdeling in de weefselkweek niet goed op gang komt. Zolang deze barrière niet is overwonnen kruist Barry zijn beste planten en selecteert daar goed plantmateriaal uit.

Vraag gestuurd produceren
Op het bedrijf staan de planten deels in containers, deels in de vollegrond. Beide manieren van telen werken. De kennis van de teelt hebben de broers voor het grootste deel zelf opgebouwd. Ze leerden het vak van oudere telers die zijn gestopt. Een voorlichter houdt hen scherp.
“Het is een moeilijke teelt”, vindt Barry. “Je ziet de gevolgen van een bepaalde actie pas een paar maanden later. Je bent dus eigenlijk altijd bezig met het volgende seizoen.” De aanleg van de knop vindt plaats in de zomer. De temperatuur bepaalt vervolgens wanneer de bloei volgt. In de warme afdeling is dat al in het najaar, maar in de koude afdeling gebeurt dat maanden later. Door oogstpieken te mijden proberen de broers zoveel mogelijk vraag gestuurd en jaarrond te produceren.

Kwaliteit omhoog
Voor de afzet werken ze met vaste partners. “De markt is snel verstoord”, legt Roland uit. Dat gebeurt bijvoorbeeld als er veel strelitzia’s worden geïmporteerd vanuit Zuid-Europa en de Canarische eilanden. Het gaat hem niet zozeer om de aantallen, maar om de kwaliteit van dat product. In Nederland heeft strelitzia een goede verpakking, waardoor de bloemen ruim in de doos liggen en ook rijp worden geoogst. A1 kwaliteit heeft bijvoorbeeld een rijpheidsstadium waarbij twee blauwe bloemen duidelijk zichtbaar zijn.
Om wille van de transportkosten komen de importbloemen rauw, dus met dichte knoppen, aan in kratten. Daarna worden de bloemen uit de knop gepeld. Het resultaat is dat de diepblauwe bloemen nog wit zijn. Roland: “Die slechte kwaliteit heeft onze markt verziekt, waardoor bloemisten geen belangstelling meer tonen. Daarom moet de totale kwaliteit omhoog.”
Niet voor niets kozen de broers voor hun naam Holland Strelitzia. Onder deze merknaam leveren zij aan vaste partners en brengen ze hun bloemen voor de bloemistenklok. “Bloemisten zijn onze ambassadeurs en we merken dat ze onze bloemen herontdekken”, legt Roland uit.

Duurzame teelt
Niet alleen op gebied van afzet zijn deze telers erg actief. Ook willen ze hun bloemen zo duurzaam mogelijk telen. Gelukkig is het gewas niet heel erg gevoelig voor ziekten, maar wolluis en schildluis zijn hardnekkige plagen die ze biologisch bestrijden.
Ook over energieverbruik is goed nagedacht. In 2010 hebben ze een houtkachel geplaatst, waardoor ze minder afhankelijk zijn geworden van fossiele brandstoffen. Vanzelf ging dat niet. In de begintijd sloeg de ketel zo vaak op storing dat vaak één van hen op de tuin bleef slapen. Ze wonen immers nog steeds in De Lier. Inmiddels zijn de kinderziekten er uit, waardoor er meer rust is gekomen.

Barry werkt ook aan een nieuw project. Hij heeft inmiddels subsidie toegezegd gekregen voor zonnecollectoren. De zuidgevel van 210 meter zal daarbij een dubbele wand krijgen met zwarte panelen, waarbij water of lucht wordt opgewarmd. Door middel van een warmtewisselaar zal deze warmte naar de opslagtank gaan. Barry: “We zijn nu bezig met de technische specificaties, maar ik geloof heilig in het systeem. We offeren wat productie op, maar het zal zeker bijdragen aan minder energieverbruik. Dit plan gaat door op één voorwaarde: het moet wel rendabel zijn.”



Geen opmerkingen: