Jan en Liesbeth Arkesteijn
zijn tevreden telers:
‘Een dag niet geplant, is een dag niet geleefd’
Wijnneusjes,
vetertjes, Jan Arkesteijn heeft voor elk vetplantje een toepasselijke naam.
Samen met zijn vrouw Liesbeth vermeerdert en teelt hij Echeveria, Aloë en Sedum
en levert ze af als halfwasproduct voor andere bedrijven. Dat loopt goed, vindt
hij. Behoefte aan opschaling heeft hij niet.
In de bedrijfsruimte zijn Anouk en Mareille Arkesteijn vanmorgen bezig met het sorteren en uitzoeken van zaaibakken met
Aloë. Na het lostrekken moeten de planten een paar dagen indrogen, voordat ze
worden opgepot. Als dit niet gebeurt, groeien ze niet weg, maar verrotten ze.
Dat betekent veel uitval.
Hun vader, Jan Arkesteijn, heeft vanmorgen hoofdpijn.
Afgelopen weekend betrapte hij inbrekers bij de nieuwbouw van de overburen.
Voor dat hij het wist kreeg hij een stalen 51-er tegen zijn hoofd, waarbij hij
de klap nog net kon opvangen met zijn schouder. Het was misschien een
impulsieve daad om op onderzoek uit te gaan, maar zulke praktijken druisen in
tegen zijn aard. “Dat laat je toch niet zomaar gebeuren”, vindt hij. Het was
een hele klopjacht in Nootdorp, maar gelukkig zitten de twee daders inmiddels
vast.
Breed assortiment
Achter de naam MicroFlora in Nootdorp gaat een zeer
gespecialiseerd bedrijf schuil dat zo’n dertig verschillende soorten
succulenten opkweekt tot halfwas product. Het gaat met name om Echeveria, Aloë
en Sedum, maar er zijn meer soorten. Het is een breed assortiment, dat is
afgestemd op de wensen van hun afnemers. Jan en zijn vrouw Liesbeth hebben in
totaal 6.000 m2 glas en kunnen samen het werk goed aan. Als hun dochters even
niet studeren of voor opdrachten buitenshuis zijn, springen ze bij. Er hangt
een gemoedelijke sfeer.
Van rozen naar
vetplanten
Hoe ze ooit in de succulenten terecht kwamen is een heel
verhaal. Arkesteijn had een rozenbedrijf van 4.000 m2 aan de Lookwatering in
Den Hoorn. Hoewel hij verknocht was aan de rozenteelt werd rond 1995 duidelijk
dat zijn bedrijf niet mee kon in de schaalvergroting die bij rozen doorzette.
Aangemoedigd door een kennis zette hij daarom de eerste zaaikisten met
vetplanten neer. “Nooit meer heb ik zulke mooie zaailingen gehad als toen”,
vertelt hij. “Dat kwam voornamelijk door de klimaatomstandigheden in de rozen.
Lekker warm.” Het project beviel zo goed dat hij de rozen verruilde voor
succulenten.
Van Den Hoorn naar
Nootdorp
Rond de eeuwwisseling werd de familie uitgekocht, vanwege
ontwikkeling van de afvalwaterzuiveringsinstallatie in de Harnaschpolder.
Arkesteijn moest uitkijken naar een nieuw bedrijf. Dat was een gevoelig punt,
want de familie was echt gesetteld in Den Hoorn. Uiteindelijk vonden ze een
chrysantenbedrijf van ruim 1 ha aan de Nieuwkoopseweg in Nootdorp. Aangezien
het voor hun doen groot genoeg was, braken ze wat glas af. De teler trok
anti-worteldoek door de hele kas en liet stalen tafels lassen. Op deze tafels
liggen dikke tempexplaten als ondergrond voor de potjes.
Op het achterste stuk van het bedrijf is nu ruimte voor een
paard en een kleine kudde alpaca’s. De alpaca’s zijn een hobby van Liesbeth,
die deze samen met één van haar dochters wilde uitbouwen tot een kleine
fokkerij. Maar helaas verloopt de handel in deze dieren momenteel niet zo vlot.
Ze overweegt nu of ze ermee door zal gaan of misschien gaat afstoten.
Halfwas planten
Sinds het verdwijnen van de rozen komt Arkesteijn nog maar
weinig op de veiling. Vanaf het moment van de overstap wist hij zijn
halfmateriaal op andere wijze te verkopen. Zo is er een goede band met Hans
Ammerlaan van het Bleiswijkse Ovata. Een groot deel van het assortiment is
afgestemd op de wensen van dit bedrijf, die de planten afkweekt en verhandelt.
De teler heeft zo meerdere afnemers voor zijn materiaal.
“Eigenlijk zou ik weer wat vaker op de veiling moeten
komen”, denkt hij hardop. Wandelend door het bedrijf staan er ook proefjes met
gemengde bakjes met miniplantjes. Daarmee onderzoekt hij welke combinatie de
meest aantrekkelijke is.
Water geven luistert
nauw
Hoewel vetplanten anders suggereren, is het telen ervan
precisiewerk. Met name het water geven luistert nauw. De teler geeft zijn
planten handmatig water en moppert als hij een plekje ziet waar wat lekkage is
geweest. De planten blijken erg gevoelig voor Botrytis.
Water geven luistert nauw. “Aloë’s kunnen scheuren als ze te
veel water krijgen”, legt hij uit. Hetzelfde geldt voor de luchtvochtigheid in
de kas. Smet ligt altijd op de loer. Arkesteijn neemt zijn taak zo serieus dat
hij eigenlijk nooit vakantie neemt. De keren dat hij in het buitenland
verbleef, belde hij drie keer per dag naar huis om te controleren wat de
raamstand was. Maar eigenlijk komt het er op neer dat hij het liefst op de tuin
is tussen zijn planten. Onder het motto ‘een dag niet gepoot is een dag niet
geleefd’ doet hij dagelijks zijn taak.
Moerplanten
In het achterste deel van de kas staan de moerplanten. Daar
staan de crassula’s vrolijk te bloeien tot grote vreugde van de Nootdorpse
populatie kwikstaartjes die er graag hun nestje bouwen als ze de kans krijgen.
Succulenten worden gezaaid of vegetatief vermeerderd. De kleurrijke
Echeveria ‘Parel van Neurenberg’ wordt bijvoorbeeld vermeerderd door de
afzonderlijke blaadjes in een grondmengsel te steken, waarna zich langs de
randen kleine planten ontwikkelen. En zo geldt het voor veel succulenten. Zijn
de jonge planten eenmaal opgepot dan staan ze gemiddeld negen maanden op het
bedrijf, waarna ze weg gaan naar een teler die ze afkweekt.
1 opmerking:
Hallo Pieternel van Velden,
Leuk geschreven, en vooral weer eens positief bericht uit de glastuinbouw.
Liesbeth is een oude vriendin van mij uit de tijd dat we allebei in Den Hoorn woonden, maar ik was doordat wij naar Limburg zijn verhuisd haar uit het oog verloren.
Misschien kan je dit mailtje aan haar doorsturen. Ik zou graag weer eens contact met haar hebben.
m. vr. groet Cleta van der Hulst.
Een reactie posten