donderdag, februari 14, 2013

Brandpreventie




Krachtenbundeling versnelt invoering normen schermdoek
‘Brandpreventie moet veel meer aandacht krijgen’

Een brand is altijd een heftige, emotionele en ingrijpende gebeurtenis. Bovendien leidt brand altijd tot vernietiging van vermogen. De toename van het aantal branden op glastuinbouwbedrijven, waarbij schermdoek een rol speelt, neemt de laatste jaren sterk toe. De vorig jaar ingevoerde nieuwe NTA-norm 8825 en bijbehorende klassering moet die toename een halt toeroepen.

Brandvertragende schermen zijn al sinds 1992 op de markt. Dat voorkomt helaas niet dat het aantal branden op glastuinbouwbedrijven jaar op jaar toeneemt. “Dagelijks volgen wij de ontwikkelingen in de land- en tuinbouw. Brandpreventie is hierbij een belangrijk onderwerp”, vindt Willem Snoeker van Interpolis.
Het was voor hem aanleiding om meerdere partijen uit te nodigen voor overleg, waaronder Hugo Plaisier van Ludvig Svensson. Verder schoven AgriVer, Bonar, Efectis Nederland, Gartenbau Versicherung, Delta-Lloyd, Oerlemans Packaging, Peter Dekker Installaties, Hagelunie en de NEN aan tafel. De noodzaak tot krachtenbundeling voor brandvertragende schermdoeken in kassen, bleek vele malen groter dan de onderlinge concurrentie tussen de gesprekspartners.

Kortsluiting
Kortsluiting in lampen en schakelkasten, waarbij het boven- of gevelscherm vlam vat en voor verspreiding zorgt, is de meest gevonden oorzaak van brand op glastuinbouwbedrijven. Dat het aantal branden toeneemt, heeft vooral te maken met de toename van automatisering van het teeltproces. Zo loopt een bedrijf met twee of drie schermen en belichting meer kans op brand dan een bedrijf zonder lampen met maar één scherm.
Bij grote branden van de afgelopen jaren was vaak ook sprake van verouderde schermen. Daar waar nieuwe, brandvertragende schermen zijn aangelegd is het risico al minder groot.

Kleine of grote vlam
Plaisier: “Doek dat in meerdere lagen op elkaar ligt, bijvoorbeeld omdat het nog deels op het pakket zit, brandt veel sneller dan doek dat volledig uitgevouwen is. In beide situaties moet een doek natuurlijk ‘zelfdovend’ zijn, zodat de verspreiding stopt.”
Hij geeft aan dat een brand die begint met grote vlammen nog niet veel zegt over de uiteindelijke omvang ervan. Een grote vlam doet een kunststof doek snel wegsmelten bij de vlam vandaan, waardoor het vuur ook weer snel kan doven. Juist een kleine smeulende massa kan voor een langduriger schermbrand zorgen die bijna onzichtbaar als een heidebrand door het bedrijf heen trekt. Dit geeft aan hoe moeilijk het is om een schermmateriaal goed te beoordelen.
Druppels gesmolten materiaal kunnen ook aanleiding zijn tot het verspreiden van een brand. Als deze druppels op brandbaar materiaal vallen gaat het vuur op een andere plaats verder.
Gronddoeken hoeven bijvoorbeeld nog niet te voldoen aan brandwerende normen, maar vormen wel een risico op verspreiding als er gesmolten materiaal op valt. Dus een brand kan via het gronddoek ook snel door de kas trekken.

Brandveilige combinatie
Genoemde voorbeelden geven aan dat uitsluitend toepassen van de bekende Europese norm B-s1 volgens EN 13501 voor brandvertragende materialen een statische richtlijn is. Plaisier: “Belangrijk is bijvoorbeeld hoe een scherm is gemonteerd, horizontaal of verticaal. En hoeveel schermpakketten er boven elkaar liggen.”
EN 13501 voldeed onvoldoende om brandveiligheid te waarborgen, omdat deze niet was toegespitst op schermdoeken in kassen. Door de brandvertragendheid van schermen in te delen naar de toepassing ervan in verschillende klassen wordt het mogelijk om de juiste brandveilige combinatie te zoeken.

Nieuwe richtlijn
Met dat doel voor ogen gaf de groep opdracht aan TNO Efectis om een protocol te ontwikkelen waarmee je schermdoeken en folies kunt testen op hun brandveiligheid. Dit gebeurt onder uiteenlopende omstandigheden, bijvoorbeeld onder een hellingshoek van 30 en 90 graden.
Gaat het materiaal branden of smeulen? Hoe snel verspreidt het vuur zich? En wanneer dooft het? Vallen er gesmolten druppels naar beneden en veroorzaken die weer een nieuwe vuurhaard? De uitslag van deze testen bepaalt de geschiktheid van het schermmateriaal, onderverdeeld in vier klassen. Het protocol is inmiddels omgezet in een norm, de NTA 8825 (Nederlandse Technische Afspraak).

Vier klassen
De vier klassen (zie kader) geven aan welk materiaal waarvoor geschikt is. Is een doek geschikt voor horizontaal gebruik en wel of niet geschikt voor meerlaagse scherminstallaties. Bij bedrijven met een hoge investeringsgraad en omzet per vierkante meter, neemt het brandrisico toe. Dit risico bepaalt de klasse waaraan het bedrijf op het gebied van brandveiligheid moet voldoen.
“De vervanging van een brandbaar schermdoek door een brandvertragend doek, verlaagt het brandrisico. En dit resulteert weer in een korting op de premie”, aldus Snoeker.

Invoering
De diepgaande discussies tussen schermleveranciers en verzekeraars hebben er voor gezorgd dat de nieuwe normen weliswaar veel stof deden opwaaien, maar door alle partijen zijn onderschreven. Snoeker: “Dat was een pittig proces, maar het grote voordeel is dat er nu één geaccepteerde technische norm over de mate van brandvertragendheid ligt waar we allemaal achter staan. Dit biedt niet alleen duidelijkheid voor de ondernemer maar ook voor de andere partijen.”
Verzekeraar Interpolis hanteert bijvoorbeeld sinds 1 juli 2012 de regel dat brandvertragend schermdoek moet voldoen aan deze nieuwe norm. Installaties die voor die tijd zijn aangelegd, volgen de oude norm tot vervanging van het doek. Met ingang van 1 januari 2017, dus ongeveer vergelijkbaar met de levensduur van een schermdoek, is de NTA een vaststaand feit.

Klimaat of veiligheid
Een ondernemer zal bij het kiezen voor een scherminstallatie rekening moeten houden met de brandveiligheid, wil hij verzekerbaar blijven. Plaisier: “Dat zal voor de teler niet altijd een eenvoudige overweging zijn, want deze zoekt uiteraard naar een doek dat geschikt is om een bepaald klimaat te realiseren, terwijl de verzekeraar ook naar het brandrisico kijkt. Momenteel is dit voor vrijwel het hele gamma doeken goed mogelijk.”
“Wij vinden het belangrijk dat een bedrijf verzekerbaar blijft. Daarom hebben we gekozen voor een ruime overgangsperiode, zodat de producenten van doeken tijd en ruimte krijgen om brandvertragende schermdoeken en teeltspecifieke eigenschappen goed te combineren”, aldus Snoeker.


Klassering schermmateriaal met een maximale massa van 300 g/m:
Klasse 1. Voldoet als bovenscherm en gevelscherm, vast en bewegend, tot 3 lagen.
Klasse 2. Voldoet als bovenscherm en gevelscherm, vast en bewegend, éénlaags.
Klasse 3. Voldoet als bovenscherm en gevelscherm, vast, éénlaags.
Klasse 4. Voldoet als bovenscherm, vast, éénlaags.


Geen opmerkingen: