Krachtenbundeling
versnelt invoering normen schermdoek
‘Brandpreventie moet veel meer aandacht krijgen’
Een brand is altijd
een heftige, emotionele en ingrijpende gebeurtenis. Bovendien leidt brand
altijd tot vernietiging van vermogen. De toename van het aantal branden op
glastuinbouwbedrijven, waarbij schermdoek een rol speelt, neemt de laatste
jaren sterk toe. De vorig jaar ingevoerde nieuwe NTA-norm 8825 en bijbehorende
klassering moet die toename een halt toeroepen.
Brandvertragende schermen zijn al sinds 1992 op de markt.
Dat voorkomt helaas niet dat het aantal branden op glastuinbouwbedrijven jaar
op jaar toeneemt. “Dagelijks volgen wij de ontwikkelingen in de land- en
tuinbouw. Brandpreventie is hierbij een belangrijk onderwerp”, vindt Willem
Snoeker van Interpolis.
Het was voor hem aanleiding om
meerdere partijen uit te nodigen voor overleg, waaronder Hugo Plaisier van
Ludvig Svensson. Verder schoven AgriVer, Bonar, Efectis Nederland, Gartenbau
Versicherung, Delta-Lloyd, Oerlemans Packaging, Peter Dekker Installaties,
Hagelunie en de NEN aan tafel. De noodzaak tot krachtenbundeling voor
brandvertragende schermdoeken in kassen, bleek vele malen groter dan de
onderlinge concurrentie tussen de gesprekspartners.
Kortsluiting
Kortsluiting in lampen en schakelkasten, waarbij het boven-
of gevelscherm vlam vat en voor verspreiding zorgt, is de meest gevonden
oorzaak van brand op glastuinbouwbedrijven. Dat het aantal branden toeneemt,
heeft vooral te maken met de toename van automatisering van het teeltproces. Zo
loopt een bedrijf met twee of drie schermen en belichting meer kans op brand
dan een bedrijf zonder lampen met maar één scherm.
Bij grote branden van de
afgelopen jaren was vaak ook sprake van verouderde schermen. Daar waar nieuwe,
brandvertragende schermen zijn aangelegd is het risico al minder groot.
Kleine of grote vlam
Plaisier: “Doek dat in meerdere lagen op elkaar ligt,
bijvoorbeeld omdat het nog deels op het pakket zit, brandt veel sneller dan
doek dat volledig uitgevouwen is. In beide situaties moet een doek natuurlijk
‘zelfdovend’ zijn, zodat de verspreiding stopt.”
Hij geeft aan dat een brand die
begint met grote vlammen nog niet veel zegt over de uiteindelijke omvang ervan.
Een grote vlam doet een kunststof doek snel wegsmelten bij de vlam vandaan,
waardoor het vuur ook weer snel kan doven. Juist een kleine smeulende massa kan
voor een langduriger schermbrand zorgen die bijna onzichtbaar als een
heidebrand door het bedrijf heen trekt. Dit geeft aan hoe moeilijk het is om
een schermmateriaal goed te beoordelen.
Druppels gesmolten materiaal
kunnen ook aanleiding zijn tot het verspreiden van een brand. Als deze druppels
op brandbaar materiaal vallen gaat het vuur op een andere plaats verder.
Gronddoeken hoeven bijvoorbeeld nog
niet te voldoen aan brandwerende normen, maar vormen wel een risico op
verspreiding als er gesmolten materiaal op valt. Dus een brand kan via het
gronddoek ook snel door de kas trekken.
Brandveilige
combinatie
Genoemde voorbeelden geven aan dat uitsluitend toepassen van
de bekende Europese norm B-s1 volgens EN 13501 voor brandvertragende materialen
een statische richtlijn is. Plaisier: “Belangrijk is bijvoorbeeld hoe een
scherm is gemonteerd, horizontaal of verticaal. En hoeveel schermpakketten er
boven elkaar liggen.”
EN 13501 voldeed onvoldoende om
brandveiligheid te waarborgen, omdat deze niet was toegespitst op schermdoeken
in kassen. Door de brandvertragendheid van schermen in te delen naar de
toepassing ervan in verschillende klassen wordt het mogelijk om de juiste
brandveilige combinatie te zoeken.
Nieuwe richtlijn
Met dat doel voor ogen gaf de groep opdracht aan TNO Efectis
om een protocol te ontwikkelen waarmee je schermdoeken en folies kunt testen op
hun brandveiligheid. Dit gebeurt onder uiteenlopende omstandigheden,
bijvoorbeeld onder een hellingshoek van 30 en 90 graden.
Gaat het materiaal branden of
smeulen? Hoe snel verspreidt het vuur zich? En wanneer dooft het? Vallen er
gesmolten druppels naar beneden en veroorzaken die weer een nieuwe vuurhaard?
De uitslag van deze testen bepaalt de geschiktheid van het schermmateriaal,
onderverdeeld in vier klassen. Het protocol is inmiddels omgezet in een norm,
de NTA 8825 (Nederlandse Technische Afspraak).
Vier klassen
De vier klassen (zie
kader) geven aan welk materiaal waarvoor geschikt is. Is een doek geschikt
voor horizontaal gebruik en wel of niet geschikt voor meerlaagse
scherminstallaties. Bij bedrijven met een hoge investeringsgraad en omzet per
vierkante meter, neemt het brandrisico toe. Dit risico bepaalt de klasse
waaraan het bedrijf op het gebied van brandveiligheid moet voldoen.
“De vervanging van een brandbaar
schermdoek door een brandvertragend doek, verlaagt het brandrisico. En dit
resulteert weer in een korting op de premie”, aldus Snoeker.
Invoering
De diepgaande discussies tussen schermleveranciers en
verzekeraars hebben er voor gezorgd dat de nieuwe normen weliswaar veel stof
deden opwaaien, maar door alle partijen zijn onderschreven. Snoeker: “Dat was
een pittig proces, maar het grote voordeel is dat er nu één geaccepteerde
technische norm over de mate van brandvertragendheid ligt waar we allemaal
achter staan. Dit biedt niet alleen duidelijkheid voor de ondernemer maar ook
voor de andere partijen.”
Verzekeraar Interpolis hanteert
bijvoorbeeld sinds 1 juli 2012 de regel dat brandvertragend schermdoek moet voldoen
aan deze nieuwe norm. Installaties die voor die tijd zijn aangelegd, volgen de
oude norm tot vervanging van het doek. Met ingang van 1 januari 2017, dus
ongeveer vergelijkbaar met de levensduur van een schermdoek, is de NTA een
vaststaand feit.
Klimaat of veiligheid
Een ondernemer zal bij het kiezen voor een scherminstallatie
rekening moeten houden met de brandveiligheid, wil hij verzekerbaar blijven.
Plaisier: “Dat zal voor de teler niet altijd een eenvoudige overweging zijn,
want deze zoekt uiteraard naar een doek dat geschikt is om een bepaald klimaat
te realiseren, terwijl de verzekeraar ook naar het brandrisico kijkt. Momenteel
is dit voor vrijwel het hele gamma doeken goed mogelijk.”
“Wij vinden het belangrijk dat een bedrijf verzekerbaar
blijft. Daarom hebben we gekozen voor een ruime overgangsperiode, zodat de
producenten van doeken tijd en ruimte krijgen om brandvertragende schermdoeken
en teeltspecifieke eigenschappen goed te combineren”, aldus Snoeker.
Klassering schermmateriaal met een maximale massa van 300
g/m:
Klasse 1. Voldoet als bovenscherm en gevelscherm, vast en
bewegend, tot 3 lagen.
Klasse 2. Voldoet als bovenscherm en gevelscherm, vast en
bewegend, éénlaags.
Klasse 3. Voldoet als bovenscherm en gevelscherm, vast,
éénlaags.
Klasse 4. Voldoet als bovenscherm, vast, éénlaags.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten