Consumptie van
groenten en fruit stimuleren bij kinderen
‘Maak de
beleving vooral leuk,
spannend en lekker’
Hoe haal je kinderen over
gezonder te eten? Het ene onderzoek spreekt het andere tegen. Gezonde voeding
moet vooral lekker smaken en ouders kunnen hun kinderen het beste van jongs af aan
leren gevarieerd te eten, is de gemene deler. Tomatenteler Roel de Bakker fietst
met kinderen van kas naar kas. Als vader van zo’n stel weet hij dat je zo’n
beleving gewoon leuk moet maken.
“Je
treft het”, zegt Roel de Bakker. “Mijn vader heeft vanmorgen een badeend tussen
de tomaten gevonden.” Hij steekt een enorme vleestomaat naar voren, die verdacht
veel op een eendje lijkt. “Kijk, zo moet je dat aan kinderen vertellen”, legt
hij uit. “Interesse wekken, spannend maken.”
Roel heeft samen met zijn broer Bart 6 ha
trostomaten in Kwintsheul. Vader Frans, die al jaren met pensioen is, biedt nog
steeds hand- en spandiensten op het bedrijf. Boven de bedrijfsruimte staan zo’n
dertig spinningfietsen voor B2B-activiteiten en beneden een hal vol fietsen met
een ‘bakkie’. Hoe kan het anders? Als je ene opa fietsenmaker was en de ander
tuinder, dan krijg je vanzelf een tomatenteler met een hardnekkige
fietsverslaving.
Sinds
een aantal jaren is De Bakker bekend van ‘Bakkie Fietsen’. Groepen kunnen bij
hem fietsen huren met een bakkie voorop. Daarmee fietsen ze, met of zonder
gids, langs tuinbouwbedrijven waar ze verse groenten en bloemen kunnen verzamelen.
In combinatie met andere activiteiten kunnen zij dit uitbreiden tot een
compleet familie- of bedrijfsuitje.
Het idee ontstond spontaan na de nieuwbouw in 2006,
toen de teler tien transportfietsen voor het bedrijf aanschafte en daarmee met
wat vrienden en familie buiten het bedrijf op stap ging. Inmiddels is ‘Bakkie
Fietsen’ goed aangeslagen en opgenomen in allerlei activiteitenprogramma’s en
ontvangt De Bakker veel groepen op zijn bedrijf.
Ook voor jeugd
Zoiets
zou ook leuk en nuttig zijn voor kinderen, vond hij. Dus startte hij met ‘Jeugd
Bakkie Fietsen’, voor kinderen vanaf tien, elf jaar. Een leeftijd waarop je ze
ook goed iets kunt uitleggen over de tuinbouw en wat er in die kassen gebeurt. Samen
met een teler stappen leerlingen op de fiets en brengen ze een bezoek aan
verschillende bedrijven in het Westland. De Bakker: “De helft van de kinderen
die hier komt is nog nooit in een kas geweest en sommigen reageren echt
verbaasd over wat er achter de gevel gebeurt.”
Samen met zijn collega’s van Prominent, de afdeling
Natuur- en Milieueducatie (NME) van de gemeente Den Haag, GGD Den Haag, De
Braadslee en plantenkwekerij Vreugdenhil heeft de teler het educatieprogramma
FETfit ontwikkeld. FETfit (fietsen, eten en tuinbouw) is een educatieprogramma
om kinderen al jong en op speelse wijze kennis te laten maken met gezonde
voeding en ze stimuleren meer te bewegen. De officiële aftrap was op 2 oktober 2013
door de Haagse en Westlandse wethouders van Onderwijs Ingrid van Engelshoven en
Marga de Goeij.
FETfit
Het
programma bestaat uit meerdere bouwstenen voor basisscholen. ‘Jeugd Bakkie
Fietsen’ is een belangrijk onderdeel daarvan. Daarnaast kunnen scholen een
groentekist of een komkommerplant voor de klas bestellen en een kookworkshop
doen. Tot slot is er door Prominent lesmateriaal over de tuinbouw gemaakt voor
het digitale schoolbord en zijn er tuinbouwlessen beschikbaar via NME.
De Bakker ontvangt nu schoolklassen op zijn bedrijf
en vertelt over tomaten en de tuinbouw. “Ik wil de kinderen graag bewust maken
waar hun eten vandaan komt en ze interesseren voor dit mooie vak. Misschien
komen ze zelfs op het idee dat ze later in de tuinbouw willen werken.” Inmiddels
zijn al heel wat Haagse schoolklassen op bezoek geweest in Kwintsheul en het
programma begint echt aan te slaan. “Ik hoop het idee nu verder uit te rollen
en het FETfit-programma ook in het Westland zelf verder aan te laten slaan.”
Ondertussen denkt hij ook na om zijn bedrijf meer
geschikt te maken voor bezoekers, waarbij de nadruk ligt op bedrijfshygiëne.
Dus mensen volop laten genieten, zonder dat zij per ongeluk met het gewas in
aanraking komen.
In
2010/2012 had 15% van alle kinderen en jongeren tussen 2 en 25 jaar
overgewicht. Bij 3% was er zelfs sprake van ernstig overgewicht. Naarmate het
inkomen in het huishouden lager is, neemt het percentage overgewicht toe (Bron:
CBS). Het Convenant Overgewicht, tegenwoordig het Convenant Gezond Gewicht
genoemd, heeft het bewustzijn voor dit groeiende probleem vergroot. De NNGB
(Nederlandse Norm Gezond Bewegen) is aan het stijgen en ook de fitnorm bij pubers
neemt toe. Scholen hebben tegenwoordig een groter aanbod van activiteiten en
met name het voortgezet onderwijs legt de nadruk op een gezond assortiment in
de schoolkantine.
Geldstroom droogt op
Het
GroentenFruit Bureau heeft de afgelopen jaren veel energie gestoken om jonge
mensen meer groenten en fruit te laten eten ter bevordering van een gezonde
leefstijl, maar helaas komen veel campagnes stil te liggen door opdrogende
geldstromen.
Marja Slagmoolen legt bijvoorbeeld de nadruk op de
inmiddels gestopte 2x2 campagne (2 ons groenten en 2 keer fruit, elke dag).
“Kinderen zijn in het gezin belangrijke beslissers wat er ’s avonds op tafel
komt. Als zij steeds meer belangstelling krijgen voor een gezonde leefstijl,
dan trekken ze het hele gezin mee. Andersom vervullen de ouders een belangrijk
voorbeeldfunctie.” Alleen het woord ‘gezond’ is voor kinderen geen overtuigend
begrip. Belangrijk is dat de maaltijd lekker is en gezellig.
Dit geldt bijvoorbeeld ook voor de schoolkantines,
weet zij. Uit onderzoek onder schoolkantines van twintig scholen in Eindhoven (Voedingscentrum)
blijkt dat leerlingen eigenlijk niet vanwege het assortiment buiten school gaan
eten. Ook niet als dit gezonder is gemaakt. Ze hebben de neiging om buiten de
school te gaan snacken als de schoolkantine ongezellig is. Dus als scholen veel
aandacht besteden aan de sfeer in de kantine kan dit meehelpen een gezond
eetpatroon te ontwikkelen. Het is een opvallend gegeven dat extra aandacht
vraagt. Kinderen laten zich niet voor de gek houden. Ze willen gewoon een
gezellige omgeving waar het eten lekker smaakt.
Voorlichtingsmateriaal
Het
is een onzekere tijd voor de promotie van groenten en fruit. Zo maakte het GroentenFruit
Bureau een speciaal doe-boekje voor ouders met jonge kinderen, verspreid via
onder andere consultatiebureaus en GGD’s. Inmiddels zijn er 600.000 exemplaren
verspreid en er blijkt veel vraag te zijn naar goed voorlichtingsmateriaal voor
jonge moeders. Helaas ontbreekt het geld om ermee door te gaan. “Veel van onze
activiteiten verdwijnen vooralsnog in de la. Dat is jammer”, legt Slagmoolen
uit.
Nationaal voedingsdebat
Begin
november is voor het eerst het Nationaal Voedingsdebat gehouden in Poeldijk. De
INVD (Initiatiefgroep Nationaal Voedingsdebat) bestaat uit Rob Baan (Koppert
Cress), Mart Valstar (Best Fresh Group), Arne Weverling (Gemeente Westland),
Maurice Wubben (Str3tch) en Janke van der Zaag (Phoenix Interactive Partners).
De eerste dag was vooral bedoeld om het belang van gezonder eten te
onderstrepen. Geen passieve bijeenkomst, want de aanwezigen mochten de lezingen
aanhoren, terwijl ze op de spinningfietsen van Roel de Bakker rondjes draaiden.
De tweede dag was voor de jeugd. Op de groentemarkt
mochten zij vooral proeven en praten met tuinders. Voor de kinderen was er een
kookwedstrijd onder leiding van televisiekok Julius Jaspers. De YFM (Youth Food
Movement) ging in discussie over voedselverspilling in de vorm van een
ketenspel.
Alles aan deze twee dagen ademde een verlangen naar
gezond oud worden zonder chronische ziekten, mede door het eten van groenten en
fruit. Voor de kleintjes gebeurde dit op speelse wijze en voor de volwassenen
door pittige lezingen.
Het
voedingsdebat is een mooie opmaat voor een discussie die de tuinbouw kan gaan
voeren met allerlei geledingen, zoals artsen, diëtisten, politici en
zorgverzekeraars, zo riep Rob Baan van Koppert Cress op. Jammer genoeg waren
andere sectoren, zoals vlees, vis en zuivel nog niet vertegenwoordigd, hoewel
ze wel waren uitgenodigd. Het moet groeien, is de conclusie van de
organisatoren. En wellicht is het handiger om een volgende editie niet midden
in het Westland plaats te laten vinden, maar in één van de grote steden. Dat
zou wat meer publiek kunnen trekken.
Nadrukkelijk sector
promoten
Wat
levert zo’n debat nu op voor groente- en fruittelers in Nederland? Wellicht zet
het tuinbouwondernemers aan het denken. Zoals Roel de Bakker bijvoorbeeld, die
naast het telen van tomaten nadrukkelijk bezig is om zijn grote hobby als
sporter met overtuiging over te brengen op (jonge) consumenten. Hij maakt de
tuinbouw meer toegankelijk voor buitenstaanders en promoot en passant zijn
tomaten.
Het contact met zijn bezoekers levert hem veel nieuwe
informatie op. Vraag het zijn achterbuurman, aubergineteler Ted van Luijk en je
krijgt een even enthousiast verhaal te horen. Van Luijk levert namelijk de
aubergines voor ‘Bakkie Fietsen’, maar gaat met De Braadslee door het land om
zijn vruchten te promoten. Dat geeft hem nieuw inzicht, laat hij weten.
Misschien gaat het nadrukkelijk promoten van de
sector wel een vast onderdeel worden van de bedrijfsvoering van het toekomstige
tuinbouwbedrijf. Juist het persoonlijk contact tussen teler en consument en het
vertellen van een eerlijk verhaal heeft hoge prioriteit. Dat kan de consumptie
van groenten en fruit verhogen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten