Voor de Kom in de Kas special van Onder Glas schreef ik het volgende opwarmertje. Al jaar en dag is de landelijke open dag Kom in de Kas een enorme publiekstrekker. Ieder jaar ligt het evenement onder vuur. Is dit nu wel of niet een goede manier om de tuinbouw op de kaart te zetten? Er zijn voor- en tegenstanders. Feit is dat de tuinbouw in al die jaren nog geen evenement heeft weten te organiseren dat zo veel free publicity krijgt in alle media.
Bestuur Kom in de Kas meer
dan strijdbaar:
‘Kom
in de Kas vraagt creatieve aanpak, maar beloning is onbetaalbaar’
Kom in de Kas staat weer voor de deur. Op 5 en 6 april
openen vele telers verspreid over het hele land de deuren voor het publiek. De
organisatie achter het evenement moet ieder jaar met iets minder geld rond
komen. Dat vraagt een creatieve aanpak. De beloning is echter onbetaalbaar.
Verbaasde gezichten en verwondering over de complexe techniek.
Aad van der Wilt, voorzitter van het landelijk bestuur,
houdt de schuurdeur open, vergezeld door zijn kwispelende viervoeter Rambo.
Voor de vierde maal is de gerberateler voortrekker van het meest populaire
tuinbouwevenement Kom in de Kas. Ook in zijn regio is hij actief. “Als ik ermee
stop, stopt het hier in Mijdrecht.” Daarmee geeft hij aan hoe moeilijk het is
om telers te motiveren hun beste beentje voor te zetten. De economische
omstandigheden zijn nu eenmaal niet florissant en dat stemt ondernemers niet
vrolijk. Om begin april je paadje letterlijk weer schoon te hebben geveegd
lijkt ineens een grote opgave te zijn.
Is het eenmaal zover en het
publiek stroomt weer in groten getale binnen, dan slaat de stemming om. Op zo’n
moment blijkt weer aan de vele vragen van het publiek dat het, juist in deze
tijd van kritische geluiden, meer dan nodig is om in contact te treden met je
eindafnemers en hun gezinnen.
Steeds minder geld
Dit jaar is het budget van Kom in de Kas weer wat lager in
vergelijking met vorig jaar. Toen Van der Wilt begon als voorzitter was het nog
ruim vier ton. Vorig jaar is dit teruggebracht naar 325.000 euro en dit jaar
naar 265.000 euro. De populaire radiospotjes zijn daarom vervallen. “Dat is
jammer”, vindt hij, “maar uit enquêtes blijkt dat de meeste bezoekers reageren
op de aankondiging in regionale bladen. Daar richten we ons op en we hopen dat
het voldoende is.” De organisatie heeft ook budget gereserveerd voor extra
aandacht via social media.
Sponsoring blijft een zorg door
het wegvallen van het Productschap Tuinbouw. Dit jaar ondersteunen
FloraHolland, DPA, Harvest House, Coöperatie Door, Fresh Produce Growers,
enkele glasgroentetelers, Interpolis en Rabobank de open dag. De laatste twee
doen dat al vanaf het begin.
Het is lastig om de kosten rond
te rekenen. “Bij alle partijen is het commitment er wel, maar het laat zich nog
niet vertalen in een structurele bijdrage”, merkt de voorzitter op. “Van
sommigen verwacht je meer tuinbouw houding.”
Organisatie is
teamwerk
Als voorzitter verwoordt Van der Wilt jaarlijks het belang
van Kom in de Kas in de speciale editie van Onder Glas. Hij benadrukt echter
dat de organisatie van de jaarlijkse open dagen van de glastuinbouw vooral een
teampresentatie is; zowel landelijk als in de deelnemende regio’s. Daarom geven
ook de overige leden van het landelijke bestuur hun visie op Kom in de Kas.
René van Dop, kalanchoëteler in ’s-Gravenzande:
‘Laat zien hoe sexy de
tuinbouw is’
“Aan het begin van dit jaar ben ik gevraagd voor het
landelijk bestuur en mijn eerste indruk is goed. Aangezien ik ook voorzitter
ben van TJW (Tuinbouw Jongeren Westland) zijn de lijnen met andere jonge
ondernemers kort. Je merkt dat mensen de tuinbouw niet erg sexy vinden, terwijl
ik juist denk dat het wel zo is. Het is niet meer zoals twintig jaar geleden.
We hebben moderne bedrijven met aantrekkelijke functies in bijvoorbeeld
marketing, verkoop, techniek en ICT. Daar wil ik graag mensen voor
interesseren.”
Kom in de Kas blijft heel erg
nodig. “Als ik groepen mensen op ons bedrijf ontvang merk ik nog te vaak dat ze
er geen idee van hebben hoe het er in een kas aan toe gaat, zelfs al wonen ze
soms op een steenworp afstand.”
Patricia van der Lans, zoete puntpaprikateler in Made:
‘Je ziet mensen met hun
ogen knipperen’
“Kom in de Kas is voor mij een niet weg te denken evenement.
Ik ben er groot mee geworden. Hier in de Plukmadese Polder begon het ooit met
de opening van het tuinbouwgebied. En hoewel we niet ieder jaar meedoen, blijft
het een vaste traditie. Het vraagt soms veel overredingskracht om bedrijven
over de streep te trekken in verband met de angst voor besmetting. En het is
natuurlijk belangrijk om voorzorgsmaatregelen te nemen. Dat alles in ogenschouw
nemend is er toch veel mogelijk.”
“Op ons bedrijf hebben we
regelmatig een rondleiding voor groepen. Hoe ingewikkeld de conversaties ook
kunnen zijn, ik vind het belangrijk om steeds weer de positie van telers uit te
leggen. Als ik of mijn man ze uitnodig in de ‘keuken’, bij de WKK of de
bemestingsunit, dan zie je mensen met de ogen knipperen. Op dat moment
realiseren ze zich dat het dus niet alleen om een paar planten gaat die hier
groeien, maar dat het een hoogstaand technisch en complex systeem is om
voedselveilig te produceren.”
Patrick van der Voort, paprikateler in Honselersdijk:
‘Relatief goedkope manier
om goodwill te kweken’
“Als tuinbouw moet je naast goede producten ook goodwill
kweken in de maatschappij. Kom in de Kas is zo’n eenvoudig en relatief goedkoop
concept dat je deze kans gewoon niet mag laten liggen.”
“Zelf heb ik jarenlang met veel
plezier meegedaan aan de presentatie van de Westlandse paprikatelers. Je merkt
wel dat het steeds moeilijker wordt om telers te motiveren om hun bedrijven
open te stellen. Dat heeft natuurlijk ook te maken met de economische situatie
op de bedrijven. Bovendien merk ik ook dat het publiek steeds kritischer wordt.
Maar dat is juist een reden om de open dag in ere te houden. Be good and tell it.”
Sandra
van Tol, secretaris Kom in de Kas:
‘Wat mensen kunnen
aanschouwen blijft hangen’
“Kom in de Kas is eigenlijk het enige evenement dat er op is
gericht om mensen in de kas te laten kijken. Het is zo belangrijk om begrip te
blijven kweken voor de tuinbouwsector en het heeft duidelijk een educatieve
functie.”
“Vorig jaar hebben studenten van
de HAS een onderzoek gehouden onder de bezoekers. Daaruit kwam naar voren dat
juist het aanschouwen hoe iets groeit of bloeit mensen het meeste aanspreekt.
Als zij zien hoeveel moeite het kost om bijvoorbeeld een grote plant te telen,
dan ontstaat er ook begrip voor het prijskaartje dat er aan hangt.”
Een andere, niet te onderschatten
kracht van de open dag is het persoonlijk contact met de teler. Mensen kunnen
hem of haar zelf spreken. “Samen met het zien, voelen en ruiken van bloemen en
planten blijft er een positief beeld hangen. En vergeet niet dat het ook gewoon
een leuk dagje uit is.”
Nico Overgaag, paprikateler in de Lier:
‘Lastige vragen zijn goede
vragen’
“We zijn een leuke enthousiaste club met ongeveer dezelfde
achtergrond. Ik draai al heel wat jaren mee in de organisatie en het is zo’n
goed moment om vlak voor de start van het nieuwe seizoen te laten zien waar we
voor staan. Dat we in de kassen schoon werken en dat we daar ook eerlijk over
zijn.”
“De open dag is een kans bij
uitstek om juist aan mensen te laten zien dat we ons niet afsluiten, maar open
naar elkaar kunnen zijn. Ik vind het ook belangrijk om de jeugd bij de tuinbouw
te betrekken, zodat zij geen verkeerde indruk krijgen van de sector. Het gaat
om moderne bedrijven waar het interessant is om te werken. Juist omdat we zulke
moeilijke jaren achter de rug hebben moeten we eigenlijk twee keer zo
gemotiveerd zijn om mensen bij ons werk te betrekken. Dat kweekt begrip. Bang
voor een kritisch geluid moet je niet zijn. Denk maar zo: lastige vragen zijn
goede vragen.”
Bernadette Bijman-Kroon, chrysantenteler in
Heerhugowaard:
‘Evenement zal altijd springlevend
blijven’
“Dit evenement is
onmisbaar voor het maatschappelijk draagvlak van de sector en de tuinbouw levert
een belangrijke bijdrage aan het grote arbeidspotentieel. Na 35 jaar is Kom in
de Kas nog steeds een doorslaand succes. Jaar in, jaar uit komen er jonge
gezinnen en ouderen naar de glastuinbouw kijken en zich verwonderen over deze
bijzondere wereld. Juist het eenmalige karakter in het eerste weekend van april
en het landelijke karakter van Kom in de Kas maakt dat dit evenement in mijn
optiek altijd springlevend zal blijven.”
Nico van Ruiten,
voorzitter LTO Glaskracht Nederland:
‘Waarom vertellen jullie dit niet beter’
“Kom in de Kas als
experience center voor de Nederlandse glastuinbouw is van grote waarde voor de
sector, ben ik van mening. Vaak spreek ik mensen die verbaasd zijn wat er
gebeurt in de glastuinbouw wanneer zij daarmee in aanraking komen. Biologische
gewasbescherming, nieuwe rassen, de automatisering, watertechnieken, het werk op
moderne bedrijven en de energieverduurzaming; het zijn allemaal aspecten die
verwondering en waardering oogsten. Waarom vertellen jullie dit niet beter naar
buiten, hoor ik dan.”
“Met Kom in de Kas doen we dit wel, want we hebben niets te verbergen en
zijn trots op de sector en onze bedrijven. Dat verhaal vertellen de medewerkers
en ondernemers op alle open bedrijven graag aan de bezoekers. Het is een
collectief belang voor de glastuinbouw dat we dit blijven doen om daarmee een
goed imago en draagvlak te houden in de samenleving.”
Geen opmerkingen:
Een reactie posten