Jan Post geeft visie op
potorchidee van de toekomst
‘Houden we wel echt
rekening met consumenten wensen?’
In dertig jaar tijd is phalaenopsis van alle
orchideeënsoorten uitgegroeid tot één van de meest populaire bloeiende
potplanten. Jan Post van Floricultura maakte deze ontwikkeling van dichtbij
mee. Hij voorspelt dat er plaats is voor vernieuwing binnen het assortiment.
Mensen gaan planten meer waarderen, vooral die met een natuurlijke uitstraling.
Een phalaenopsis die vandaag de dag huiskamers siert, lijkt
in niets op zijn voorouders die in de natuur voorkomt. De kleine, stervormige
bloemen zijn getransformeerd tot grote, ronde vormen. In de zoektocht naar een
houdbare kamerplant is de geur nagenoeg verdwenen. Of consumenten daar een idee
van hebben? Jan Post, veredelaar en voormalig eigenaar van Floricultura, vraagt
het zich af. “Niemand houdt echt rekening met consumentenwensen, omdat we niet
precies weten wat zij willen.”
Jaren geleden lieten de
orchideeëntelers gezamenlijk een groot consumentenonderzoek doen. Daar kwam uit
dat mannen graag grote bloemen zien met felle kleuren, terwijl vrouwen juist
vallen op klein, exotisch elegant en sierlijk. Dat de phalaenopsis zich toch
heeft getransformeerd tot de huidige vorm, komt misschien doordat mannen een
cadeau kiezen voor vrouwen, maar bovenal omdat veredeling, productie en handel
een door mannen gedomineerde wereld is. Veredelen is in de sierteelt altijd
meer gericht op productie dan op consumenten.
Groen en exotisch
“Het is moeilijk de juiste vragen te stellen aan
consumenten, omdat zij zelf ook niet precies weten wat zij zoeken”, weet Post.
“Neem nu het stokje dat de stengel ondersteunt. Mensen durven het soms niet weg
te nemen, omdat ze denken dat het bij de plant hoort. Op dat niveau praten we.”
Hij zit op de praatstoel, de man
die meer dan 45 jaar lang bijna iedere plaats op aarde bezocht op zoek naar
nieuwe variëteiten, om zaken te doen en nieuwe kennis te verzamelen. Van Taiwan
tot Amerika en van Hawaii tot Nieuw-Zeeland. Hij zag verschillende stromingen
in veredelen en kreeg een neus voor modes en trends. “Eigenlijk zie je bepaalde
trends ongeveer overal ter wereld tegelijk ontstaan. Dat is bijzonder”, legt
hij uit. Op dit moment bespeurt hij dat mensen weer aandacht hebben voor groen
en exotisch. Planten hoeven niet meer perfect te zijn. Een draai, een kronkel
van een stengel wordt weer gewaardeerd. Een groot voorbeeld voor hem zijn
Japanners, die van oudsher echte liefhebbers zijn van de schoonheid van de
natuur.
Andere plantvormen
Als de veredelaar op dergelijke stromingen in wil spelen
heeft hij zeker zes tot acht jaar nodig om goede rassen te ontwikkelen. Die
tijd krijgt hij ook, want trends volgen langzame golfbewegingen. Je kunt ze
zien aankomen en ze zijn niet zomaar voorbij. “We zoeken naar nieuwe kleuren,
zoals appelgroen, hemelsblauw, brandweerrood en natuurlijke, heldere tinten en naar
exotische bloemvormen met kleurencombinaties in de lip. We zoeken eveneens naar
andere plantvormen, bijvoorbeeld planten die minder lange stengels hebben met
een lage bloemaanzet. Ik denk dat er belangstelling is voor een ‘wolk’ van
bloemen. Een plant die een bos bloemen op tafel kan vervangen.”
Kostprijs gedreven
De aandacht van telers is echter op hele andere
eigenschappen gericht. Telers zoeken een plant die makkelijk en snel groeit,
veel takken en bloemen vormt en past binnen een bepaald assortiment. Voor een
teeltbedrijf is het aantal planten dat per vierkante meter per jaar wordt
geproduceerd belangrijk. De prijs moet in verhouding zijn met de kwaliteit. De
veredelaar ziet dat de ‘policy’ van bedrijven vaak kostprijs gedreven is.
Ook bespeurt hij een tendens dat
bedrijven meer proberen in te spelen op seizoenen. “Het accent ligt op
productie in het eerste halfjaar. Dan vallen de grootste pieken van Kerstmis
tot en met Moederdag en is de prijsvorming goed”, legt hij uit. Dat vergt nogal
wat van de organisatie, want als de productie wordt verschoven, heeft dat gevolgen
voor de bezettingsgraad van het teeltbedrijf.
Voor de vermeerderaar, die
jaarrond planten beschikbaar heeft, zijn de gevolgen zo mogelijk nog groter.
Was het gebruikelijk dat planten op bestelling werden vermeerderd, steeds vaker
willen klanten jong plantmateriaal dat direct op afroep beschikbaar is.
Kwetsbare
transportfase
Een derde partij die enorm veel invloed heeft op het
assortiment is de handel. De grote kracht van phalaenopsis is de goede
houdbaarheid, maar in de transportfase is de plant kwetsbaar.
Temperatuurverschillen, droogte en ethyleen veroorzaken knopval. De veredelaar
is dus permanent op zoek naar die variëteiten die daar het minst last van
hebben.
Hoe mooi de consumentenwensen ook
zijn geformuleerd, ze worden soms teniet gedaan door andere prioriteiten, zoals
uniformiteit, potmaat, lengte en aantal takken. Dat bepaalt de uiteindelijke
prijs die wordt betaald. “We proberen daar op in te spelen”, legt Post uit.
“Handelaren bepalen wat ze afnemen. Wij proberen iets te ontwikkelen waar
inkopers niet omheen kunnen.”
Een voorbeeld is het gemarmerde
en gestippelde blad dat oorspronkelijk bij phalaenopsis hoort. Het is eigenlijk
zo goed als verdwenen uit het assortiment. Wanneer dergelijke planten worden
aangeboden, denkt de handel al gauw dat ze ziek zijn.
Bijzondere vorm of
kleur
Niet zelden spreekt hij een bloemist die teleurgesteld is
over het aanbod. Bloemisten kunnen lyrisch worden van een gebogen tak, een
bijzondere bloemkleur, kortom een bloem waar ze hun creativiteit op kunnen
loslaten. Post merkt het aan de bloemisten in zijn eigen regio, die als bijen
rond de veredelingskas zoemen. Het liefst zouden ze de – soms afgekeurde –
variëteiten in hun winkel willen verkopen.
Hoe anders zou het zijn als al
die wensen bij elkaar zouden komen. Dan zou het orchideeënassortiment er
waarschijnlijk veel gevarieerder uit zien dan nu het geval is en zouden telers
het kostprijsprincipe meer los kunnen laten. De neerwaartse prijsspiraal zou
plaats kunnen maken voor betere prijzen voor prima planten.
Varkenscyclus
In hun assortimentskeuze laten de telers zich nogal eens
leiden door de waan van de dag. Wanneer roze veel opbrengt, dan stijgt de vraag
naar jong, roze plantmateriaal. Doet wit het goed, dan gebeurt het omgekeerde.
De periode van vermeerdering, opkweek en teeltduur is echter zo lang dat de
markt allang weer is veranderd. “Het is soms net een varkenscyclus”, meent de
veredelaar. “Telers moeten een neus ontwikkelen voor trends en het durven om
soms af te wijken van de massa. Wie dat kan springt er bovenuit.”
Post ziet eveneens enorme
verschillen tussen telers onderling. Binnen het brede assortiment kan de één
bijvoorbeeld totaal niet uit de voeten met bepaalde variëteiten, terwijl ze
uitstekend geschikt zijn voor de ander. Daarom blijven sommige variëteiten, die
moeilijk zijn te telen, toch beschikbaar.
Bovendien heeft Floricultura
klanten in heel veel landen, waardoor het verschil in kennis groot is. “In
sommige landen loopt de ontwikkeling van de teelt een generatie achter. Je mag
het eigenlijk niet zeggen, maar een deel van het assortiment moet ‘hufterproof’
zijn. Op de locatie in Californië worden bijvoorbeeld planten gekweekt die pas
in de afkweekfase naar de klant gaan, omdat Amerikaanse telers vaak bedrijven
hebben die minder goed zijn uitgerust.”
Mode of trend
Hoewel phalaenopsis als potplant de afgelopen dertig jaar een
enorme ontwikkeling heeft doorgemaakt, van zaailing naar een breed assortiment
in weefselkweek, lijkt het erop dat de ontwikkelingen voorlopig nog niet ten
einde zijn. Naast de productie van uniforme grote, middelgrote en kleine
planten die strak in het gelid staan, is er ruimte voor nieuwe ontwikkelingen.
Post, die eigenlijk op zijn
lauweren kan rusten, is er nog steeds druk mee. “Ik probeer een relatie te
leggen tussen het assortiment van de Bijenkorf en de Kijkshop. Wat is mode en
wat is een echte trend? Nieuwe producten vinden we vaak eerst niet mooi. Het
duurt een tijdje voor we er aan wennen. Zo is dat soms ook met
veredelingsproducten.”
Geen opmerkingen:
Een reactie posten