Kweek van zagers kan een grote vlucht nemen
Als het aan Bert Meijering ligt gaat de kwekerij van zagers in Nederland gouden tijden tegemoet. Zagers zijn bekend als aas voor de sportvisserij, maar je kunt er ook visvoer van maken voor de professionele garnalen- en viskwekerij. Het bedrijf Topsy Baits is al een eind op weg om die stap te nemen.
‘Hoe het allemaal is begonnen? Ik heb iets met water en beestjes’, vertelt Bert Meijering. Hij haalt zijn handen door een bak zagers (Nereis virens) en laat de glibberige wormen over zijn handen glijden. ‘Kijk, dit slijm beschermt ze tegen allerlei ziektes.’ In de hal staan bakken vol geoogste zagers te wachten op verdere verwerking. Buiten liggen de kweekvijvers in lange rijen in het gelid.
Meijering heeft zijn hobby in meer dan twintig jaar weten uit te bouwen tot een toonaangevende kwekerij, met veel know-how van de wormencultuur. Van vermeerdering, tot kweek, oogst en verwerking. Er zijn meer ondernemers gestart met de kweek van zagers, maar Topsy Baits is tot dusver de meest succesvolle.
Ondiepe vijvers
Meijering heeft ondiepe kweekvijvers ontwikkeld, die zijn opgebouwd uit kleine dammetjes met folie er tussen. Daarin ligt een laag van 15 cm zand, waarin de wormen leven. Boven het zand staat 30 cm zout water, dat wordt belucht. Aangezien de vijvers erg ondiep zijn heeft de kweker een eigen methode van beluchting moeten ontwikkelen, omdat de bestaande systemen zijn toegespitst op diepere vijvers.
Het seizoen begint in april als Bert zijn in eigen beheer gekweekte larven van een halve millimeter uitzet in de vijvers. In juli kunnen de eerste kleine wormen van ongeveer één gram worden geoogst.
De markt voor levend aas is erg seizoensgebonden. De rest van de wormen mag dus uitgroeien totdat ze groot genoeg zijn om in te vriezen. Die zijn dan geschikt als voer voor garnalen of vissen.
In de beginjaren werden de zagers met de hand geoogst. Inmiddels heeft Bert machines ontwikkeld om automatisch te oogsten. Deze machines trekken zichzelf naar voren door de vijvers. Dat oogsten gebeurt door de zandlaag los te spuiten, waarna de wormen los komen. Ze worden dan in trommels opgevangen, waarna zand en stukjes schelp weer kunnen bezinken. De geoogste zagers gaan vervolgens naar de verpakkingshal waar ze nog 24 uur in schoon water staan om in die tijd alle zand uit werpen.
Vriezen of drogen
In 1999 kwam Meijering in contact met een Arubaans bedrijf, dat op zoek was naar voer voor de kweek van gamba’s. Deze garnalen werden vanouds gevoerd met Amerikaanse wormen, die uitsluitend in het wild worden gevangen. Zo ontstond het initiatief om de zagers ingevroren te exporteren. ‘Dit heeft een nieuwe ontwikkeling in gang gezet. Inmiddels exporteren we bevroren zagers naar 28 landen’, vertelt Bert.
Engeland is een belangrijke afzetmarkt voor Topsy Baits. Daarom zette Meijering ook een zagerkwekerij op in Zuid-Wales. Samen beleveren ze de Noord Europese markt.
Bevroren zagers exporteren heeft zo zijn beperkingen. Bert: ‘Je exporteert voor meer dan 80% water. Bovendien is het een kwetsbaar product als het per vliegtuig wordt vervoerd, want het moet tijdens de reis bevroren blijven.’ Dit bracht Meijering op het idee om de zagers te drogen en te verwerken tot korrels. Samen met het Welsh bedrijf ontwikkelde hij korrels, die eigenlijk nog maar 1 tot 2% zagers bevatten en voor de rest bestaan uit plantaardig materiaal. ‘We hebben deze korrels gevoerd aan forellen en nu blijkt dat deze vissen het er heel goed op doen’, aldus Meijering. En dat is een veelbelovend resultaat.
‘Roofvissen als zalm en kabeljauw eten uitsluitend voer dat is gemaakt van visproducten. We hebben nu uitgevonden dat deze vissen onze korrels ook lusten en erop groeien’, gaat hij door.
Doorbreken cirkel
Als deze ontwikkeling doorzet, dan ligt er nog een wereld open voor Topsy Baits. De kweek van vissen, de aquacultuur, groeit al twintig jaar met bijna 10% per jaar. De productie van vismeel, de basis van visvoerproducten is stabiel. Zie hier een gat in de markt.
Bovendien doorbreekt Meijering met zijn vismeel vrije korrels ook de voedselketen van uitsluitend dierlijke oorsprong. Er zijn namelijk vele kilo’s vismeel nodig om één kilo zalm te kweken. Het is dus mogelijk vissen te kweken met overwegend plantaardig voedsel, wat de duurzaamheid van de aquacultuur bevordert. Een sprong vooruit, dus.
Bert Meijering verwacht dat veel akkerbouwers in de toekomst baat kunnen hebben bij de zagerkweek op laag gelegen stukken land, die door verzilting niet meer geschikt zijn voor de traditionele gewassen. ‘Als ik een rekensommetje maak, dan denk ik dat er ruimte is voor 2.000 tot 3.000 hectare kweekvijvers. Ik verwacht namelijk een goede afzet van de korrels op basis van gekweekte zagers.
Zover is het echter nog niet. Meijering probeert momenteel akkerbouwers te interesseren voor de zagerkweek. Bovendien heeft hij nog een harde dobber aan de plaatselijke overheden. Want, is de kwekerij van zagers nu een industriële activiteit of een agrarische? Daarover is het laatste woord nog niet gevallen. Meijering: ‘Als we dit met z’n allen willen dan zijn er geen moeilijke procedures nodig.’
Topsy Baits bv
Bert Meijering startte in 1984 met de kweek van zagers in een kleine vijver in Vlissingen. Zijn bedrijf Topsy Baits is sinds 1990 gevestigd op de huidige locatie in Wilhelminadorp. Inmiddels beslaan de kweekvijvers een oppervlakte van 17 hectare en produceert Topsy Baits 100 ton zagers per jaar. De wormen worden verkocht als levend aas voor de sportvisserij of bevroren als visvoer voor professionele viskwekerijen.
Topsy Baits heeft een joint venture met het Franse Normandie Appats (handel in wilde wormen) en het Welsh Dragon Baits.
Als het aan Bert Meijering ligt gaat de kwekerij van zagers in Nederland gouden tijden tegemoet. Zagers zijn bekend als aas voor de sportvisserij, maar je kunt er ook visvoer van maken voor de professionele garnalen- en viskwekerij. Het bedrijf Topsy Baits is al een eind op weg om die stap te nemen.
‘Hoe het allemaal is begonnen? Ik heb iets met water en beestjes’, vertelt Bert Meijering. Hij haalt zijn handen door een bak zagers (Nereis virens) en laat de glibberige wormen over zijn handen glijden. ‘Kijk, dit slijm beschermt ze tegen allerlei ziektes.’ In de hal staan bakken vol geoogste zagers te wachten op verdere verwerking. Buiten liggen de kweekvijvers in lange rijen in het gelid.
Meijering heeft zijn hobby in meer dan twintig jaar weten uit te bouwen tot een toonaangevende kwekerij, met veel know-how van de wormencultuur. Van vermeerdering, tot kweek, oogst en verwerking. Er zijn meer ondernemers gestart met de kweek van zagers, maar Topsy Baits is tot dusver de meest succesvolle.
Ondiepe vijvers
Meijering heeft ondiepe kweekvijvers ontwikkeld, die zijn opgebouwd uit kleine dammetjes met folie er tussen. Daarin ligt een laag van 15 cm zand, waarin de wormen leven. Boven het zand staat 30 cm zout water, dat wordt belucht. Aangezien de vijvers erg ondiep zijn heeft de kweker een eigen methode van beluchting moeten ontwikkelen, omdat de bestaande systemen zijn toegespitst op diepere vijvers.
Het seizoen begint in april als Bert zijn in eigen beheer gekweekte larven van een halve millimeter uitzet in de vijvers. In juli kunnen de eerste kleine wormen van ongeveer één gram worden geoogst.
De markt voor levend aas is erg seizoensgebonden. De rest van de wormen mag dus uitgroeien totdat ze groot genoeg zijn om in te vriezen. Die zijn dan geschikt als voer voor garnalen of vissen.
In de beginjaren werden de zagers met de hand geoogst. Inmiddels heeft Bert machines ontwikkeld om automatisch te oogsten. Deze machines trekken zichzelf naar voren door de vijvers. Dat oogsten gebeurt door de zandlaag los te spuiten, waarna de wormen los komen. Ze worden dan in trommels opgevangen, waarna zand en stukjes schelp weer kunnen bezinken. De geoogste zagers gaan vervolgens naar de verpakkingshal waar ze nog 24 uur in schoon water staan om in die tijd alle zand uit werpen.
Vriezen of drogen
In 1999 kwam Meijering in contact met een Arubaans bedrijf, dat op zoek was naar voer voor de kweek van gamba’s. Deze garnalen werden vanouds gevoerd met Amerikaanse wormen, die uitsluitend in het wild worden gevangen. Zo ontstond het initiatief om de zagers ingevroren te exporteren. ‘Dit heeft een nieuwe ontwikkeling in gang gezet. Inmiddels exporteren we bevroren zagers naar 28 landen’, vertelt Bert.
Engeland is een belangrijke afzetmarkt voor Topsy Baits. Daarom zette Meijering ook een zagerkwekerij op in Zuid-Wales. Samen beleveren ze de Noord Europese markt.
Bevroren zagers exporteren heeft zo zijn beperkingen. Bert: ‘Je exporteert voor meer dan 80% water. Bovendien is het een kwetsbaar product als het per vliegtuig wordt vervoerd, want het moet tijdens de reis bevroren blijven.’ Dit bracht Meijering op het idee om de zagers te drogen en te verwerken tot korrels. Samen met het Welsh bedrijf ontwikkelde hij korrels, die eigenlijk nog maar 1 tot 2% zagers bevatten en voor de rest bestaan uit plantaardig materiaal. ‘We hebben deze korrels gevoerd aan forellen en nu blijkt dat deze vissen het er heel goed op doen’, aldus Meijering. En dat is een veelbelovend resultaat.
‘Roofvissen als zalm en kabeljauw eten uitsluitend voer dat is gemaakt van visproducten. We hebben nu uitgevonden dat deze vissen onze korrels ook lusten en erop groeien’, gaat hij door.
Doorbreken cirkel
Als deze ontwikkeling doorzet, dan ligt er nog een wereld open voor Topsy Baits. De kweek van vissen, de aquacultuur, groeit al twintig jaar met bijna 10% per jaar. De productie van vismeel, de basis van visvoerproducten is stabiel. Zie hier een gat in de markt.
Bovendien doorbreekt Meijering met zijn vismeel vrije korrels ook de voedselketen van uitsluitend dierlijke oorsprong. Er zijn namelijk vele kilo’s vismeel nodig om één kilo zalm te kweken. Het is dus mogelijk vissen te kweken met overwegend plantaardig voedsel, wat de duurzaamheid van de aquacultuur bevordert. Een sprong vooruit, dus.
Bert Meijering verwacht dat veel akkerbouwers in de toekomst baat kunnen hebben bij de zagerkweek op laag gelegen stukken land, die door verzilting niet meer geschikt zijn voor de traditionele gewassen. ‘Als ik een rekensommetje maak, dan denk ik dat er ruimte is voor 2.000 tot 3.000 hectare kweekvijvers. Ik verwacht namelijk een goede afzet van de korrels op basis van gekweekte zagers.
Zover is het echter nog niet. Meijering probeert momenteel akkerbouwers te interesseren voor de zagerkweek. Bovendien heeft hij nog een harde dobber aan de plaatselijke overheden. Want, is de kwekerij van zagers nu een industriële activiteit of een agrarische? Daarover is het laatste woord nog niet gevallen. Meijering: ‘Als we dit met z’n allen willen dan zijn er geen moeilijke procedures nodig.’
Topsy Baits bv
Bert Meijering startte in 1984 met de kweek van zagers in een kleine vijver in Vlissingen. Zijn bedrijf Topsy Baits is sinds 1990 gevestigd op de huidige locatie in Wilhelminadorp. Inmiddels beslaan de kweekvijvers een oppervlakte van 17 hectare en produceert Topsy Baits 100 ton zagers per jaar. De wormen worden verkocht als levend aas voor de sportvisserij of bevroren als visvoer voor professionele viskwekerijen.
Topsy Baits heeft een joint venture met het Franse Normandie Appats (handel in wilde wormen) en het Welsh Dragon Baits.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten