Van een stuurloos schip
Een half jaar geleden was het hot. InTuinders Titanic beschreef ik dat de helft van de glastuinders in financiële problemen zit en een kwart eigenlijk zou moeten stoppen. In werkelijkheid liggen die getallen nog hoger. Een half jaar later is het stil aan het glasfront. Het oceaanoppervlak lijkt rimpelloos. De Titanic is niet gezonken, maar drijft stuurloos rond in afwachting van besluiten. Alle pogingen om samen te werken stranden in conflicten. De matrozen schreeuwen tevergeefs om een kapitein die het roer in handen neemt.
Licht prijsherstel
Heel langzaam lijken de marktprijzen van groenten en fruit zich iets te herstellen, maar dat is slechts een doekje voor het bloeden. Een komkommerteler verzucht dat de prijzen wel langzaam omhoog kruipen, maar bij de minste geringste onrust met sneltreinvaart naar beneden duiken. Gemiddeld zijn ze wel iets beter dan vorig jaar, maar het houdt niet over.
Directievoorzitter Fred van Heyingen, die van Foodlog de geuzennaam ‘Kapitein van het Westland’ mee kreeg – zijn collega’s hebben hem er flink mee gepest - heeft vorig jaar de afdeling Bijzonder Beheer van de bank flink moeten uitbreiden vanwege de nijpende balans van zijn klanten. Half juni constateren zijn medewerkers dat de ‘gaten iets minder diep’ zijn geworden. Van herstel is geen sprake, want zodra de telersprijzen een pietsie dalen is het weer bal aan dek van de Titanic. Structureel is er nog niet veel veranderd aan het afzetprobleem. Anders gezegd, onze jongens bulken nog van de productie. De toekomst van de glasgroentetelers hangt dus nog steeds aan een zijden draadje.
Waar eigenlijk iedereen bang voor is - een massale saneringsgolf - blijft nog uit. Als dat gebeurt zal de waarde van het onroerend goed kelderen en enorme kapitaalsvernietiging bij de bank plaatsvinden. Misschien gebeurt het daarom wel niet. Tot het niet meer kan natuurlijk. De oceaan is rimpelloos. Niemand wil weten wat er onder de oppervlakte gebeurt. De telers niet, de bank niet en zelfs ons nationale ministerie van Landbouw niet. Het is mooi weer. Het is zomer. We kijken wel ‘WK’.
Visie
De dramatische situatie in de glastuinbouw was voor banken en organisaties aanleiding om met spoed nieuwe visies te schrijven. Gerda Verburg reageerde daar streng op door één visie van de sector te eisen. Op dit moment wordt daar aan gewerkt door LTO Glaskracht (telers), Frugi Venta (handel), DPA (telersverenigingen) The Greenery en Rabobank. Onder leiding van een adviesbureau, Rijnconsult, moet daar op korte termijn één lijn uit worden geperst. Dat bureau schrijft op wat iedereen vindt en maakt daar een gemiddelde van waar iedereen het gemiddeld mee eens zal zijn. Zo krijg je echte akkoorden, maar geen dingen die de wereld veranderen. Geen wonder dat ik in de wandelgangen hoor dat die visie er best gaat komen en dat iedereen er na wat gesteggel over en weer wel mee akkoord zal gaan.
Twintig kikkers
Terwijl de retail zich verregaand heeft geconcentreerd is de gezamenlijke afzet in de tuinbouw niet goed op gang gekomen. Op dit moment zijn er een twintigtal telersverenigingen, al dan niet verbonden aan handelshuizen, die de afzet regelen. Dat zijn er veel te veel, vindt Rabobank in de dit voorjaar verschenen visie ‘Beter met minder’. Ook demissionair minister Gerda Verburg verkondigt die mening, evenals bijna iedere organisatie die de sector kent. Er zijn de afgelopen jaren al veel pogingen gedaan om dat aantal terug te brengen, maar dat wil maar niet lukken. Stop twintig kikkers in een emmer en ze springen direct alle kanten uit. Het is tenenkrommend om iedere poging te zien stranden, terwijl bundeling zo broodnodig is om juist de retail op haar wenken te bedienen. We zoeken liever naar een ‘akkoord’.
Informateur
De tuinbouw heeft een goede informateur nodig die neutraal te werk kan gaan en die onverstoorbaar partijen tot elkaar kan brengen. De roep om een goede kapitein lijkt me in dit geval niet relevant, een stuurman wel.
En dat geldt niet alleen voor de afzetstructuur. Ook Van Heyningen spreekt over een wijs persoon, die namens de sector onderhandelingen kan voeren met de overheid. Een overheid die de afgelopen 25 jaar zoveel mogelijk verantwoordelijkheden heeft afgeschoven naar het bedrijfsleven onder het mom van privatisering, maar nu wel een sector laat zwemmen die de belangrijkste bijdrage levert aan een positieve betalingsbalans.
Individualisme
Naast de discussie over bundeling van afzet speelt ook het verder voortschrijdende individualisme van ondernemers, die hun eigen imperium bouwen. Sommige telers, die denken dat ze met hun moderne en duurzame aanpak de crisis zullen overleven zijn helemaal niet zo coöperatief ingesteld. Zij nemen de verliezen van dit moment en wachten af hoe bedrijven om hen heen vanzelf afvallen. Koude sanering, met een mooi woord. Ik legde het voor aan Van Heyningen, want hoe kijkt nu de Rabobank aan tegen deze ondernemers?
Uiteraard reageert Van Heyningen voorzichtig, want Rabobank is tenslotte de bank die veel grote klanten heeft. “Laten we wel zijn”, begint hij, “dit zijn hele belangrijke klanten voor ons. Dergelijke bedrijven zijn heel interessant en ook voor ons als bankmensen leerzame cases.” Maar als de hele sector zou afstevenen op concentratie in een paar productiebedrijven voorziet hij een groot probleem. “Survival of de fittest is niet de weg”, meent hij. “Het zou veel beter zijn als de iets minder sterke bedrijven zouden bundelen, want met een paar grote bedrijven kunnen we echt niet al die producten telen die in de toekomst nodig zijn. Bovendien zijn kleinere bedrijven veel flexibeler dan grote.”
Ook de grote bedrijven met bulkproducten hebben het complete brede productenpakket nodig om hun eigen deel af te zetten. Die massa is nodig voor economische kracht. De een kan dus niet zonder de ander. En er is nog een ander gevoelig aspect: grote bedrijven hebben de kleinere ambachtelijke bedrijven nodig om de sympathie van samenleving en politiek te behouden.
Van Heyingen heeft meerdere malen laten merken dat hij voorstander is van clusters, in tuinbouwkringen ‘Greenports’ genaamd. Hij ziet dat oude, verspreid liggende kassen op termijn moeten verdwijnen en dat de moderne ondernemers het voordeel van samenwerking op gebied van techniek, onderwijs en onderzoek optimaal kunnen benutten. In zo’n constructie heeft de samenleving ook het minst hinder van horizonvervuiling. Binnen die clusters is niet alleen plaats voor grote, maar ook kleine bedrijven.
Antenne
Nog steeds merk ik dat de sector vooral op zoek is naar zijn eigen staart. Het is maar een enkeling die een antenne heeft om geluiden uit de samenleving op te vangen. Geluiden die veel meer richting een echt en eerlijk product gaan. Dat product is er, maar de uitputtingsslag onder tuinders zorgt er voor dat zij niet de energie op kunnen brengen daar meer aandacht aan te besteden. Survivallen, daar gaat nu alle energie in zitten.
Aan Foodlog de vraag of de tuinbouw een Rosenthal nodig heeft. En wie zou die rol als informateur op zich kunnen nemen?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten