Dit interview vond plaats voordat bekend werd dat een aantal paprikabedrijven alsnog is gestopt, waaronder de familie Van Dijk uit Harmelen. Paprikatelers die momenteel weer planten voor het nieuwe teeltseizoen hebben geen enkele garantie dat de prijsvorming komend jaar zal verbeteren ten opzichte van de laatste vier jaar. Er zijn geen structurele maatregelen genomen die een betere prijsvorming in de hand werken.
Sectormanager Tuinbouw Cor Hendriks:
‘Nederlandse tuinbouw is te duur om op kostprijs te
concurreren’
“Door herstel van de
prijsvorming moet de primaire productie weer een rendabele activiteit worden”, zo
stelt Cor Hendriks van Rabobank Nederland. Vier opeenvolgende moeilijke jaren
voor de tuinbouw eisen hun tol. Ondanks dat de marges miniem zijn weten sommige
ondernemers toch winst te behalen, maar voor een aantal bedrijven is het einde
oefening. Een moeilijke afweging over stoppen of doorgaan.
Het is nog even afwachten wat de staart van dit seizoen
brengt, maar 2012 zou voor paprika het vierde verliesgevende jaar kunnen zijn.
Sommige vruchtgroentetelers zijn in één jaar 10 tot 12 euro per m2 tekort
gekomen. De paprikaprijs daarentegen laat dit jaar onvoldoende herstel zien en
in deze hoek vallen klappen.
In de sierteelt is de
prijsvorming voor enkele gewassen dit jaar hersteld. Chrysant heeft een aantal
moeilijke jaren gehad, maar 2012 blijkt veel goed te maken. Rozentelers hebben
het moeilijk. Sectormanager Tuinbouw Cor Hendriks schetst de situatie van de
glastuinbouw en bespreekt de rol van de bank in dit geheel.
Niet alleen de
kredietcrisis
Volgens Hendriks is de kredietcrisis niet de grote
boosdoener die de sector in problemen heeft gebracht. Het is een combinatie van
factoren. “Natuurlijk heeft de crisis een effect op koopkracht en dat heeft zijn
weerslag op de exclusievere segmenten. Bij de sierteelt spelen bovendien valuta
ontwikkelingen een belangrijke rol”, legt hij uit. “Kijk ik naar de groentesector, dan zie ik dat
daar meer aan de hand is en dat deze groep de regie over het eigen product
mist. Als ik moet noemen wat sinds 2009 structureel in de keten is veranderd,
dan moet ik heel diep nadenken.”
De oprichting van STAP vindt hij
een positief signaal, maar dan moet de sector wel gezamenlijk het initiatief
tot verbeteringen durven nemen. “STAP kan het niet alleen. De wil tot
samenwerking moet er zijn en dat betekent soms het inleveren van een stukje
vrijheid. Er moet dus hoognodig iets gebeuren, vinden wij als bank.”
Beter inrichten
Volgens de sectormanager moeten ondernemers niet de illusie
hebben dat zij markmacht kunnen krijgen. Er zijn duizenden productiebedrijven tegenover
een paar grote inkooporganisaties. Zelfs de gebundelde telersverenigingen zijn
te klein om prijzen af te dwingen op basis van ‘macht’.
Hendriks: “De macht ligt bij de retail.
Je moet niet proberen hun marge te bemachtigen, maar de keten beter inrichten.
Het is beter te denken in kracht door je te onderscheiden. Telersverenigingen
moeten juist sterker worden door zich meer van elkaar te onderscheiden in
product en het verlenen van diensten in plaats van allemaal hetzelfde complete
assortiment te willen voeren.”
GMO discussie
De GMO-regelgeving is beklemmend gebleken voor veel
bedrijven. Steeds vaker laten ondernemers merken dat zij zich niet door de
regelgeving willen laten ketenen. De discussie laait op om GMO maar helemaal te
laten vallen. Hendriks: “Toch moet je je afvragen of je deze subsidie moet
afwijzen, zeker als producentenorganisaties in andere landen er wel gebruik van
maken. Dat geeft ongelijke concurrentie. GMO mag alleen niet leidend zijn in
keuzes. Het gaat om een juiste strategie. Ik ben voor goede besteding van
GMO-gelden, maar dan moeten ze wel worden gebruikt waar ze voor zijn: het
structureel verbeteren van de marktpositie van de primaire sector. En dat is
nog onvoldoende gebeurd om een structureel sterke positie te verwerven.”
Wel of niet inkrimpen
Twee jaar geleden suggereerde een woordvoerder van Rabobank
dat een inkrimping van het areaal geen ramp zou zijn. Die uitspraak
veroorzaakte toen veel discussie. De sectormanager is onder de huidige
omstandigheden vrij nuchter over een beoogt prijsherstel door inkrimping van
het areaal. Zo’n inkrimping zal volgens hem geen structurele verbetering van de
marktpositie brengen.
Zodra in Nederland kassen worden
afgebroken zal er bijvoorbeeld in Spanje areaal bij komen als er sprake is van
prijsverbetering, denkt hij. In Zuid-Europa liggen de vaste kosten veel lager
dan hier. Ondernemingen zijn daardoor flexibeler en zijn in staat om snel in te
spelen op veranderingen in de markt door van teelt te wisselen of later te
planten of eerder te stoppen. Het lost dus niets op.
Volgens Rabobank moeten de
Nederlandse telers sowieso alert zijn op hun concurrentiepositie. Landen als
Marokko en Turkije hebben een enorme potentie als het gaat om productie van
groenten, terwijl de Nederlandse producenten zwak vertegenwoordigd zijn op
markten in Oost-Europa. Turkije is een land met verschillende klimaatzones,
politiek redelijk stabiel en is een echte handelsnatie.
Betere prijs voor lokaal
product
“Waar je dus ook aan moet denken is het verder benutten van
je sterke kanten. Er zijn momenten in het jaar waarop de Nederlandse
groentetelers alleen aan de markt zijn in West-Europa. Bovendien hebben de
telers een echt onderscheidend product of dienst. Want waarom scoort het
Nederlandse product op onze afzetmarkten structureel een hogere prijs dan de
producten op diezelfde markt uit andere importlanden?” Het is een vraag die Hendriks
bezig houdt en die volgens hem om diepgaand onderzoek vraagt om de juiste
oorzaak te achterhalen en structureel voordeel te behalen. De voor Nederland belangrijke
importerende exportlanden Duitsland en Engeland betalen beter voor het lokaal
geteelde product. Pas daarna komt het Nederlandse product, op afstand gevolgd
door Zuid-Europa. Het is niet precies duidelijk waarom dit gebeurt.
Zelf regie ter hand
nemen
“Kansen zijn er zeker. Ik denk dat de Nederlandse telers
weer de regie over hun eigen producten in de keten moeten krijgen. Dan denk ik
aan het beheer van voorraden en logistiek. Belangrijk is dat de keten kort is
en een product snel door die korte keten naar de eindklant gaat. Die
serviceverlening is waardevol. Bovendien moeten we ons realiseren dat Nederland
veel te duur is om op kostprijs te concurreren. Wij moeten het echt hebben van
een product of dienst met meerwaarde met een gegarandeerde beheersing van
kwaliteit in al haar facetten.”
Bedrijfsbeëindigingen
Op dit moment (red: eind september) is Rabobank nog volop in
gesprek met bedrijven en zijn nog niet alle besluiten genomen voor het komende teeltseizoen.
Hendriks: “Wij hebben gesprekken met ondernemers over hun perspectief. We
moeten niet vergeten dat het merendeel van de bedrijven ook na deze mindere
periode weer goed kan presteren.”
In een aantal situaties leiden
deze gesprekken tot bedrijfsbeëindiging. Dat zijn moeilijke besluiten. “Als
bank vinden we het aantal beëindigingen, gezien de duur van de crisis, nog
meevallen, maar ik vind het lastig om zoiets te zeggen. Ondernemers die niet
door kunnen gaan, hebben daar niets aan. Voor hen is het een zeer emotionele
tijd.”
Ondanks crisis goede
rendementen
Er zijn ook ondernemers die ondanks de crisis goede
rendementen halen, constateert de sectormanager.
Dat zijn volgens hem creatieve en flexibele ondernemers, die zich onderscheiden
door vakmanschap, personeelsmanagement, energiemanagement, financieel
economisch inzicht en vooral inzicht in de markt. Kortom: mensen met
vernieuwende creativiteit.
Hendriks: “Dat zijn ook de
ondernemers die momenteel nieuwe plannen neerleggen. Een punt van zorg voor ons
is wel de achterblijvende vervanging van het glas, want Nederland zal kracht
moeten blijven halen uit haar wereldwijde koppositie in tuinbouwtechniek. Wij
beoordelen nieuwe investeringsplannen niet alleen op hun inhoud, maar vooral op
basis van de prestaties die ondernemers in het verleden al hebben neergezet.
Een inschatting op basis van ervaring en potentie.”
Onder Glas, oktober 2012
Onder Glas, oktober 2012
Geen opmerkingen:
Een reactie posten