Energie onder de knie
Op scherp telen en grenzen opzoeken
Energiezuinig telen, met behoud van productie en kwaliteit. Dat is de inzet van het praktijkonderzoek ‘Energie onder de knie’ bij het Improvement Centre. Het besparen van energie verloopt beter dan verwacht, maar de naderende zomer moet uitwijzen of ook de productie zich kan meten aan de praktijk. Het zal spannend worden, denken alle betrokkenen.
“Het is een uitdaging om deze proef te begeleiden”, vindt Jaco Kieviet. Als komkommerteler, en voorzitter van de landelijke Komkommercommissie besteedt hij tijd aan teeltadvies en begeleiding van deze komkommerproef, onderdeel van het praktijkonderzoek ‘Energie onder de knie’ op het Improvement Centre in Bleiswijk. Kieviet ondervindt aan den lijve wat het is om een proef consistent uit te voeren terwijl telers hem wekelijks onder vuur leggen met hun nuchtere praktijkvisie. Daarmee verwoordt hij eigenlijk in één zin welk spanningsveld er ligt tussen de aanpak van wetenschappers en de mening van praktijkmensen. Een spanningsveld dat meteen een enorme meerwaarde oplevert door de input van twee kanten. Leren, en nog eens leren, dat ervaren de telers die in de begeleidingsgroepen zitten. Ze doen het graag, nieuwsgierigheid brengt kennis. En de gewassen zien er elke week weer anders uit.
André Zwinkels, directeur Green Q, begeleidt de tomatenproef. Zwinkels: “In eerste instantie denk je: deze opzet kan in de praktijk nog niet. De risico’s zijn te groot. We kunnen hier gelukkig verder gaan dan in de praktijk haalbaar is.”
Heftige start
Het eerste deel van de teelt is niet makkelijk geweest. Het begon met een koude winterperiode, waarna een donkere periode volgde. Je kunt wel concluderen dat de start van de proef heftig is geweest. Eind maart blijkt dat het toch is gelukt om in ieder geval de energiedoelstelling te halen. Dat valt zowel de onderzoekers als de begeleiders mee. Eind februari werd de ac-folie weggehaald.
Eind maart is het komkommergewas volop in productie. De tomaten beginnen te kleuren. In de kas laten Zwinkels en Kievit zien dat de gewassen er goed voor staan. Zwinkels: “In de praktijk zijn we van mening dat je energie in het gewas moet stoppen voor productie. Misschien ligt dat genuanceerder.” Ook het sterke schermen druist in tegen de principes van telers. Het gebrek aan licht zou toch zichtbaar moeten zijn in een wat zachter en kwetsbaar gewas. Dat is niet het geval.
Kieviet: “Telers voelen eigenlijk direct aan of het klimaat goed is. Althans, hoe ze zelf denken dat het goed is.”
“We voelen dat eigenlijk met al onze zintuigen”, vult Zwinkels aan. Dat in deze kassen buitenlucht wordt ingebracht die al op temperatuur is, waardoor vocht wordt afgevoerd, voelt al anders aan. Juist door die vochtafvoer moeten zij constateren dat het gewas er toch generatief op staat.
Willen ingrijpen
Juist dat ‘aanvoelen’ van het klimaat leidt elke week weer tot pittige discussies. De telers die de proef begeleiden, zouden op zo’n moment willen ingrijpen. Maar daardoor zou de proef te veel afdwalen van de vooraf afgesproken doelstellingen. Juist de bewaking door onderzoeker Arie de Gelder van Wageningen UR Glastuinbouw, is daarbij hard nodig. Dat geeft een gezonde spanning, die beide partijen scherp houdt. Zowel André Zwinkels als Jaco Kievit zijn over die combinatie goed te spreken, hoewel ze soms twijfelen welke redenatie ze het beste kunnen volgen.
De komende periode zal uitwijzen of naast de energiedoelstellingen ook een goede productie haalbaar is. De komkomerproductie loopt in de pas met de praktijk, waar de telers op dit moment vier tot acht stuks per vierkante meter achter blijven op vorig jaar. “Het is een eerste teeltjaar”, vindt Zwinkels. “Het is goed mogelijk dat we aan het einde van het jaar aanpassingen moeten doen en de proef nog een jaar moeten doorzetten.”
Dick Breugem:
‘Mooie opzet, die dicht bij praktijk ligt’
“Deze proefopstelling is anders dan de mogelijkheden die we in de praktijk hebben om energie te besparen, en de risico’s die we daarbij kunnen nemen. Juist die luchtslangen en de mogelijkheden om vocht weg te halen onder het schermdoek zijn interessant. Ik vind dat je in zo’n proef op scherp moet telen, de grenzen op moet zoeken.
We liggen nu heel mooi op schema met de energiebesparing, maar het zal me wel benieuwen wat de productie gaat doen. Het ziet er in ieder geval goed uit. Er zit voldoende snelheid in het gewas. Maar nu komt het er op aan. Gaat de plantbelasting de komende periode niet te hoog oplopen? Blijven de vruchten niet te lang hangen? Het wordt dus best spannend, de komende anderhalve maand.
De hele ontwikkeling van het gewas is me ontzettend meegevallen. De overgangen in het klimaat zijn heftiger dan in de praktijk het geval is. Daar heeft het gewas dus toch goed op gereageerd.
Als begeleider heb ik niet echt invloed op het verloop van de proef. Wel wordt mijn mening op prijs gesteld. En ik vind het belangrijk om wekelijks het gewas te zien, want het verandert toch steeds. Het is kortom erg interessant om er bij betrokken te zijn.”
Komkomerteler Maarten Post:
‘Uitdagend om met die besparing te stoeien’
“Zelf zijn wij behoorlijk bewust bezig met energie. Op ons bedrijf lukt het om met 34 tot 36 kubieke meter gas rond te komen door de jaren heen. Dat is zeker niet aan de (te) hoge kant. De opzet van deze proef spreekt me dus erg aan. Maar of we met 25 kubieke meter de lat niet te hoog leggen, is de grote vraag.
De energiedoelstelling ligt mooi op schema, maar naar mijn mening kwam de productie iets te langzaam op gang. Het is dus voor mij een meevaller dat het productieniveau nu nagenoeg gelijk ligt aan het gemiddelde in de praktijk. Vooral de vaste ac-folie heeft in het begin van de teelt veel bespaard. Toch hadden we voor mijn gevoel meer met een minimumbuis moeten werken om snelheid op de vrucht te krijgen. Maar zo’n buis vraagt energie en dat was eigenlijk niet zo welkom bij dit project.
Op ons bedrijf gebruiken we ’s zomers 0,7 kubieke meter gas per week voor de productie van CO2. In deze proef is dat niet nodig, omdat er een andere CO2-bron is. Dat is interessant. In de komkommerteelt zijn het voor- en najaar periodes van hoog energieverbruik. In het voorjaar om voldoende temperatuur te realiseren, in het najaar om vocht weg te stoken. Het zal me echt benieuwen hoe dat in deze proef zal verlopen in het najaar als Botrytis en andere schimmelziekten op de loer liggen. Het is dus erg leerzaam.
Ik vind het positief dat er telers bij betrokken zijn, omdat we toch anders denken dan proefbegeleiders. Bovendien leren wij weer wat van hen. We zijn samen op weg naar minder energieverbruik. Mooie wisselwerking toch?”
Telen met 25 kuub gas
Kun je tomaten en komkommers telen met slechts 25 kubieke meter gas, met behoud van productie en kwaliteit? Welke teeltmaatregelen moet je nemen om die energiebesparing van 40 procent in de praktijk waar te maken? Na een eerste studie namen Wageningen UR, Green Q en telers het initiatief tot proeven bij het Improvement Centre. PT en LNV namen de financiering voor hun rekening.
De initiatiefnemers en financiers van de proef namen geen halve maatregelen en wilden dat de resultaten breed worden gedragen. Zij nodigden voor ieder gewas acht telers uit voor begeleiding. Elke week is er een rondgang, waarbij drie tomatentelers aanwezig zijn. De komkommertelers wisselen elkaar af. Maandelijks is er een bijeenkomst met alle acht telers. Dit zijn de ‘begeleidende leergroepen’, een combinatie van begeleiden en leren, zoals de naam al doet vermoeden.
In de proef zijn de teeltomstandigheden aangepast. Zo vindt de vochtafvoer gecontroleerd plaats. Via kleine luchtslurven wordt voorverwarmde buitenlucht ingeblazen. Boven het gewas ligt een dubbel energiescherm. De komkommerkas kreeg in de koudste maanden nog een extra ac-foliescherm, dat inmiddels weg is. Boven de tomaten hangt een lichte koelinstallatie. De warmte-oogst van deze koeling wordt weer opgeslagen voor andere momenten. Beide afdelingen hebben een hoge-drukvernevelingsinstallatie om te koelen. Dit alles om de luchtramen zo lang mogelijk dicht te houden, waardoor CO2 binnenblijft.
Voor zover mogelijk zijn gelijke zaaidata aangehouden als de praktijk. Bij de tomaat werd gekozen voor het ras Capricia, geënt op Maxifort, in een V-systeem. De proef startte op 13 januari met grote planten. Bij komkommer werd voor het meeldauwtolerante ras Sacha gekozen. Deze proef startte op 7 januari, toen de planten 32 dagen oud waren. In mei en augustus volgt de tussenplanting.
Energiek2020 mei 2009
Op scherp telen en grenzen opzoeken
Energiezuinig telen, met behoud van productie en kwaliteit. Dat is de inzet van het praktijkonderzoek ‘Energie onder de knie’ bij het Improvement Centre. Het besparen van energie verloopt beter dan verwacht, maar de naderende zomer moet uitwijzen of ook de productie zich kan meten aan de praktijk. Het zal spannend worden, denken alle betrokkenen.
“Het is een uitdaging om deze proef te begeleiden”, vindt Jaco Kieviet. Als komkommerteler, en voorzitter van de landelijke Komkommercommissie besteedt hij tijd aan teeltadvies en begeleiding van deze komkommerproef, onderdeel van het praktijkonderzoek ‘Energie onder de knie’ op het Improvement Centre in Bleiswijk. Kieviet ondervindt aan den lijve wat het is om een proef consistent uit te voeren terwijl telers hem wekelijks onder vuur leggen met hun nuchtere praktijkvisie. Daarmee verwoordt hij eigenlijk in één zin welk spanningsveld er ligt tussen de aanpak van wetenschappers en de mening van praktijkmensen. Een spanningsveld dat meteen een enorme meerwaarde oplevert door de input van twee kanten. Leren, en nog eens leren, dat ervaren de telers die in de begeleidingsgroepen zitten. Ze doen het graag, nieuwsgierigheid brengt kennis. En de gewassen zien er elke week weer anders uit.
André Zwinkels, directeur Green Q, begeleidt de tomatenproef. Zwinkels: “In eerste instantie denk je: deze opzet kan in de praktijk nog niet. De risico’s zijn te groot. We kunnen hier gelukkig verder gaan dan in de praktijk haalbaar is.”
Heftige start
Het eerste deel van de teelt is niet makkelijk geweest. Het begon met een koude winterperiode, waarna een donkere periode volgde. Je kunt wel concluderen dat de start van de proef heftig is geweest. Eind maart blijkt dat het toch is gelukt om in ieder geval de energiedoelstelling te halen. Dat valt zowel de onderzoekers als de begeleiders mee. Eind februari werd de ac-folie weggehaald.
Eind maart is het komkommergewas volop in productie. De tomaten beginnen te kleuren. In de kas laten Zwinkels en Kievit zien dat de gewassen er goed voor staan. Zwinkels: “In de praktijk zijn we van mening dat je energie in het gewas moet stoppen voor productie. Misschien ligt dat genuanceerder.” Ook het sterke schermen druist in tegen de principes van telers. Het gebrek aan licht zou toch zichtbaar moeten zijn in een wat zachter en kwetsbaar gewas. Dat is niet het geval.
Kieviet: “Telers voelen eigenlijk direct aan of het klimaat goed is. Althans, hoe ze zelf denken dat het goed is.”
“We voelen dat eigenlijk met al onze zintuigen”, vult Zwinkels aan. Dat in deze kassen buitenlucht wordt ingebracht die al op temperatuur is, waardoor vocht wordt afgevoerd, voelt al anders aan. Juist door die vochtafvoer moeten zij constateren dat het gewas er toch generatief op staat.
Willen ingrijpen
Juist dat ‘aanvoelen’ van het klimaat leidt elke week weer tot pittige discussies. De telers die de proef begeleiden, zouden op zo’n moment willen ingrijpen. Maar daardoor zou de proef te veel afdwalen van de vooraf afgesproken doelstellingen. Juist de bewaking door onderzoeker Arie de Gelder van Wageningen UR Glastuinbouw, is daarbij hard nodig. Dat geeft een gezonde spanning, die beide partijen scherp houdt. Zowel André Zwinkels als Jaco Kievit zijn over die combinatie goed te spreken, hoewel ze soms twijfelen welke redenatie ze het beste kunnen volgen.
De komende periode zal uitwijzen of naast de energiedoelstellingen ook een goede productie haalbaar is. De komkomerproductie loopt in de pas met de praktijk, waar de telers op dit moment vier tot acht stuks per vierkante meter achter blijven op vorig jaar. “Het is een eerste teeltjaar”, vindt Zwinkels. “Het is goed mogelijk dat we aan het einde van het jaar aanpassingen moeten doen en de proef nog een jaar moeten doorzetten.”
Dick Breugem:
‘Mooie opzet, die dicht bij praktijk ligt’
“Deze proefopstelling is anders dan de mogelijkheden die we in de praktijk hebben om energie te besparen, en de risico’s die we daarbij kunnen nemen. Juist die luchtslangen en de mogelijkheden om vocht weg te halen onder het schermdoek zijn interessant. Ik vind dat je in zo’n proef op scherp moet telen, de grenzen op moet zoeken.
We liggen nu heel mooi op schema met de energiebesparing, maar het zal me wel benieuwen wat de productie gaat doen. Het ziet er in ieder geval goed uit. Er zit voldoende snelheid in het gewas. Maar nu komt het er op aan. Gaat de plantbelasting de komende periode niet te hoog oplopen? Blijven de vruchten niet te lang hangen? Het wordt dus best spannend, de komende anderhalve maand.
De hele ontwikkeling van het gewas is me ontzettend meegevallen. De overgangen in het klimaat zijn heftiger dan in de praktijk het geval is. Daar heeft het gewas dus toch goed op gereageerd.
Als begeleider heb ik niet echt invloed op het verloop van de proef. Wel wordt mijn mening op prijs gesteld. En ik vind het belangrijk om wekelijks het gewas te zien, want het verandert toch steeds. Het is kortom erg interessant om er bij betrokken te zijn.”
Komkomerteler Maarten Post:
‘Uitdagend om met die besparing te stoeien’
“Zelf zijn wij behoorlijk bewust bezig met energie. Op ons bedrijf lukt het om met 34 tot 36 kubieke meter gas rond te komen door de jaren heen. Dat is zeker niet aan de (te) hoge kant. De opzet van deze proef spreekt me dus erg aan. Maar of we met 25 kubieke meter de lat niet te hoog leggen, is de grote vraag.
De energiedoelstelling ligt mooi op schema, maar naar mijn mening kwam de productie iets te langzaam op gang. Het is dus voor mij een meevaller dat het productieniveau nu nagenoeg gelijk ligt aan het gemiddelde in de praktijk. Vooral de vaste ac-folie heeft in het begin van de teelt veel bespaard. Toch hadden we voor mijn gevoel meer met een minimumbuis moeten werken om snelheid op de vrucht te krijgen. Maar zo’n buis vraagt energie en dat was eigenlijk niet zo welkom bij dit project.
Op ons bedrijf gebruiken we ’s zomers 0,7 kubieke meter gas per week voor de productie van CO2. In deze proef is dat niet nodig, omdat er een andere CO2-bron is. Dat is interessant. In de komkommerteelt zijn het voor- en najaar periodes van hoog energieverbruik. In het voorjaar om voldoende temperatuur te realiseren, in het najaar om vocht weg te stoken. Het zal me echt benieuwen hoe dat in deze proef zal verlopen in het najaar als Botrytis en andere schimmelziekten op de loer liggen. Het is dus erg leerzaam.
Ik vind het positief dat er telers bij betrokken zijn, omdat we toch anders denken dan proefbegeleiders. Bovendien leren wij weer wat van hen. We zijn samen op weg naar minder energieverbruik. Mooie wisselwerking toch?”
Telen met 25 kuub gas
Kun je tomaten en komkommers telen met slechts 25 kubieke meter gas, met behoud van productie en kwaliteit? Welke teeltmaatregelen moet je nemen om die energiebesparing van 40 procent in de praktijk waar te maken? Na een eerste studie namen Wageningen UR, Green Q en telers het initiatief tot proeven bij het Improvement Centre. PT en LNV namen de financiering voor hun rekening.
De initiatiefnemers en financiers van de proef namen geen halve maatregelen en wilden dat de resultaten breed worden gedragen. Zij nodigden voor ieder gewas acht telers uit voor begeleiding. Elke week is er een rondgang, waarbij drie tomatentelers aanwezig zijn. De komkommertelers wisselen elkaar af. Maandelijks is er een bijeenkomst met alle acht telers. Dit zijn de ‘begeleidende leergroepen’, een combinatie van begeleiden en leren, zoals de naam al doet vermoeden.
In de proef zijn de teeltomstandigheden aangepast. Zo vindt de vochtafvoer gecontroleerd plaats. Via kleine luchtslurven wordt voorverwarmde buitenlucht ingeblazen. Boven het gewas ligt een dubbel energiescherm. De komkommerkas kreeg in de koudste maanden nog een extra ac-foliescherm, dat inmiddels weg is. Boven de tomaten hangt een lichte koelinstallatie. De warmte-oogst van deze koeling wordt weer opgeslagen voor andere momenten. Beide afdelingen hebben een hoge-drukvernevelingsinstallatie om te koelen. Dit alles om de luchtramen zo lang mogelijk dicht te houden, waardoor CO2 binnenblijft.
Voor zover mogelijk zijn gelijke zaaidata aangehouden als de praktijk. Bij de tomaat werd gekozen voor het ras Capricia, geënt op Maxifort, in een V-systeem. De proef startte op 13 januari met grote planten. Bij komkommer werd voor het meeldauwtolerante ras Sacha gekozen. Deze proef startte op 7 januari, toen de planten 32 dagen oud waren. In mei en augustus volgt de tussenplanting.
Energiek2020 mei 2009
Geen opmerkingen:
Een reactie posten