Fred van Heyningen over voortschrijdende crisis:
‘Drastische waardedaling vastgoed helpt
de sector om zeep’
Van alle
glastuinbouwondernemers schreef afgelopen jaar 90% rode cijfers. In 2012 zullen
er meer tuinbouwbedrijven te koop komen dan in voorgaande jaren. Rabobank denkt na over een goed beleid om de
consequenties van deze transitie en de daaruit voortvloeiende
betalingsproblemen bij hun klanten te managen. “Ik kan geen
concurrentievervalsing tussen telers onderling toelaten”, vindt Fred van Heyningen
die deze dreiging wil voorkomen.
De kredietportefeuille glastuinbouw van de Rabobank heeft
even op zeven miljard euro gebalanceerd, maar is momenteel aan het dalen. Tot
2004 steeg deze gestaag, maar na die datum verdubbelde dit bedrag in razend
tempo als gevolg van schaalvergroting. De Westlandse bank heeft vier miljard
euro uit staan.
De sector is inmiddels gebutst en gehavend door de slepende
kredietcrisis en de glasgroentesector kreeg daar afgelopen jaar nog een
EHEC-crisis overheen. Inmiddels verkeert eenderde van de ondernemers in zwaar
weer. De sierteelt kreeg eveneens te maken met slechte marktomstandigheden.
Door de opeenstapeling van tegenslag moeten veel telers al dan niet gedwongen
hun bedrijf beëindigen.
Ondanks deze dramatische tegenslagen boekt de lokale bank
nog steeds goede resultaten en heeft de directie voorzieningen getroffen om de
crisis het hoofd te bieden.
Maatregelen
Het duurde lang voordat de bank, die ongeveer 80% van de
tuinbouwbedrijven financiert, over wilde gaan op concrete maatregelen. Intern
heerste lang de verwachting dat de marktsituatie zou verbeteren en de directie
hanteert de strategie om zo lang mogelijk achter haar klanten te blijven staan.
Helaas blijkt dat sommige bedrijven zo zwaar gefinancierd zijn dat ze er niet
meer uitkomen.
De bank overweegt daarom maatregelen in de trant van
bedrijven opkopen en glas er af halen, maar neemt pas besluiten op basis van de
eerste resultaten in het nieuwe teeltseizoen. Fred van Heyningen, directievoorzitter
van Rabobank Westland, praat in alle openheid over de dilemma’s van bank en
sector, maar ook over perspectief. Inmiddels is de afdeling Bijzonder Beheer
met 55 mensen de snelst groeiende afdeling binnen zijn bank.
Enorme impact
“Denk niet dat ik de emotionele kant van gedwongen
bedrijfsbeëindiging onderschat”, opent Van Heyningen het gesprek. “Ik heb het
in mijn jonge jaren meegemaakt dat mijn vader failliet ging. Dat had een enorme
impact op hem en onze hele familie. Alleen de tijden zijn anders.”
Nu komen bedrijven miljoenen tekort en is het ondoenlijk om
tot schikkingen te komen. Gaten zijn niet meer te dichten. Vervolgens heeft de
EHEC-crisis de sector hard getroffen. “Voor ons zijn de gevolgen die aan EHEC
zijn toe te schrijven geen aanleiding om bedrijven om te laten vallen”, gaat
hij door.
Ondanks de crisis zijn er bedrijven die het beter doen dan
anderen. “Het is beslist niet zo dat we moderne bedrijven koste wat kost in de
benen houden, zoals wel eens wordt gesuggereerd. Ik zie wel dat moderne
bedrijven met goed management meer veerkracht hebben. Zij hebben ondanks de
problemen hun bedrijf efficiënter ingericht en de kosten omlaag gebracht
waardoor ze beter in staat zijn aan hun financieringsverplichtingen te voldoen.
Ik zie zelfs dat bedrijven die er erg slecht voor stonden zich herstellen.
Bewonderenswaardig.”
Reële prijs veiling
Toch zijn inmiddels via vastgoedspecialist DTZ Zadelhoff
bedrijven geveild die door de bank zijn gefinancierd. In de eerste veiling
zaten bedrijven die door de Westlandse bank zijn gefinancierd. In de tweede
veiling niet.
Rond het veilen van bedrijven is veel commotie ontstaan.
Velen sloeg de schrik om het hart en het was niet heel erg duidelijk waarom een
bedrijf juist op een veiling werd aangeboden, hoewel er ondernemers waren die
gewoon graag wilden stoppen en van hun bedrijf af wilden. Van Heyningen legt
uit: “Het is een middel om bedrijven onder de aandacht te brengen, ook voor
nieuwe doelgroepen. Wij stellen als eerste voorwaarde dat een ondernemer bereid
moet zijn om zijn bedrijf via een veiling te laten verkopen. Ten tweede moet zo’n
bedrijf een reële prijs opbrengen om concurrentievervalsing te voorkomen.”
Daarom zijn in een aantal gevallen de bedrijven niet gegund.
Geen vergeefse
exercitie
Hij is niet ontevreden over het resultaat van de veilingen. Je
kon bijvoorbeeld ook zien dat ondernemers er in slaagden hun bedrijven voor
aanvang van de veiling te verkopen. In sommige gevallen zaten aspirant-kopers
op hun kans te wachten. Op het moment dat het menens werd, lieten zij die niet
lopen. Ook zijn er bedrijven verkocht die een nieuwe bestemming krijgen,
waardoor het glasareaal iets afneemt. Het is dus volgens de directievoorzitter
geen vergeefse exercitie geweest.
In gevallen dat bedrijven niet zijn gegund is een nieuwe
regeling getroffen. Soms gaat de ondernemer door binnen een verhuurconstructie
waarbij de financieringsverplichtingen vanuit de huurontvangsten worden
betaald. Soms blijft een kas leeg liggen en wordt een bedrijf warm gehouden.
Soms worden de opstanden gesloopt en houdt de bank de grond in portefeuille.
Herstructurering
Uiteraard is het confronterend om een veiling als ijkmoment
te zien. Bedrijven die enkele jaren geleden voor miljoenen in de steigers zijn
gezet, zijn drastisch in waarde gedaald. Van Heyningen merkt dat er ondernemers
zijn die op deze kans azen, omdat zij nog reserves hebben.
“Ik worstel met dat vraagstuk”, geeft hij toe. “Als wij
toelaten dat bedrijven voor een te lage waarde op de markt komen dan
ondergraaft dat de positie van andere ondernemers. Er mag geen
concurrentievervalsing ontstaan. Dan help je de hele sector om zeep. Liever
zetten we bedrijven in de wachtstand en houden ze vast tot betere tijden
aanbreken.” Velen zullen dit vertalen naar een bank die zijn portefeuille niet
wil afwaarderen, maar zo eenvoudig ligt het dus niet.
Hoewel het nodig is om samen met de overheid naar goede
regelingen te zoeken voor ondernemers die willen stoppen, verwacht Van Heyningen
geen grote geste van die kant. “Het ontbreekt de overheid aan geld om in
herstructurering van de sector te investeren en bovendien is de land- en
tuinbouw veel minder dominant vertegenwoordigd in de politiek dan jaren
geleden. We zetten als bank uiteraard wel in op die herstructurering.”
Concentratie
Bij de schaalvergroting van de afgelopen jaren is te weinig
gestuurd op managementvaardigheden en afzetontwikkeling, constateert de
directievoorzitter. Daar moet de sector een enorme inhaalslag maken. “Blij ben
ik met de concentratiebewegingen van de telersverenigingen binnen de
groentesector. Ik hoop dat de overheid bereid is om mee te denken over het
concurrentievraagstuk, waarin de NMA mogelijk een grote rol speelt.”
Daar waar de productiekant zich concentreert vindt Van Heyningen
dat ook de handelsbedrijven hun rol voor de toekomst moeten herbezien. In de
groenteteelt zijn de handelsbedrijven te klein om een wereldspeler te kunnen
zijn als professionele tegenhanger van de retail. “De handel heeft een
belangrijke positie verloren in Europa. Ik zie bijvoorbeeld het aantal
verkoopkantoren in Spanje teruglopen. De keten is net zo sterk als de zwakste
schakel en goede logistiek vormt een onlosmakelijk onderdeel van een gezonde
sector.”
Impact EHEC-crisis
Terugkijkend op de EHEC-crisis verbaast het hem hoe deze
crisis zo heeft kunnen toeslaan. “Vergelijk je de EHEC-crisis met de Salmonella-problemen
in de Verenigde Staten, dan heeft het hier veel langer geduurd voordat de markt
zich herstelde. En dat terwijl de oorzaak niet eens bij ons lag. We hebben nota
bene het beste tracking en tracing systeem ter wereld, maar we nutten het
onvoldoende uit. Ik zie dat de problemen in de VS de verbinding tussen teler en
retailer heeft versterkt. Hier gebeurt dat nog te weinig.”
Trends missen
Ook de sierteelt ontspringt de dans niet. De potplantenteelt
in Nederland is de sterkste ter wereld, maar de conjunctuur heeft grote invloed
gehad. Van Heyningen ziet daar overproductie en minder verkoop van exclusieve
producten. Soms ziet hij dat ondernemers de trends missen en dat kan eigenlijk
alleen worden vermeden als telers meer in contact komen met retail en consument.
“Ik zie de rol van de bloemenveiling veranderen. Deze moet
zich meer opstellen als een facilitair bedrijf dat de logistieke productstromen
en financiële geldstromen beheert, van een fysieke naar een virtuele
distributieplaats. Daar heb je sterke bestuurders voor nodig, dus investeer
daarin.”
Perspectief
Zorgelijk. Zo omschrijft Van Heyningen de huidige situatie.
Hij put moed uit de bewegingen die binnen telersverenigingen en handelshuizen
plaatsvinden. Toch zijn er zeker nog twee zware jaren te overbruggen voordat
het perspectief beter wordt, voorspelt hij.
“De eerste resultaten van veranderend beleid zullen pas in
2013 zichtbaar worden. Ondernemers moeten echt zelf het heft in handen nemen.
Laat duidelijk zijn dat wij alleen nog maar investeren in initiatieven, die
vanuit de ondernemers zelf komen.”
Onder Glas, TBR-special, februari 2012
Onder Glas, TBR-special, februari 2012
Geen opmerkingen:
Een reactie posten