Wim van Garderen en
Ronald Kiel:
‘Wij zijn zakenmensen met een portie idealisme’
Er zijn twee benaderingen om planten gezond te
houden: symptomen van plagen en ziektes bestrijden of planten sterk en weerbaar
maken. Pireco is de naam van een bedrijf, maar ook van een productlijn van
natuurlijke middelen om planten en gewassen juist vitaler en dus sterker te
maken.
Een industrieterrein
in Lelystad is de thuisbasis van een met knoflookgeur omgeven bedrijf dat
pionierswerk verricht op basis van eeuwenoude wijsheden uit oost en west.
Oud-boomkweker Wim van Garderen en zakenman Ronald Kiel bedenken hier methoden
om planten gezond te houden. In de productieruimte van het bedrijf staan grote
vaten met kruidenmengsels. Gefermenteerde en geconcentreerde extracten – in
totaal elf - van bijvoorbeeld knoflook of plantenblad zijn ingrediënten voor
Pireco. Het bedrijf maakt een productlijn voor kruidachtige planten en houtige
gewassen, vloeibare middelen, korrels, granulaat en capsules.
Van Garderen liep in
zijn tijd als boomkweker tegen moeilijk te bestrijden ziektes aan, zoals
schurft in sierappels. Hij bedacht dat het veel logischer was de planten
weerbaar te maken, dan dat hij maar steeds curatief aan de slag moest. Hij
filosofeerde over de kringloop van het plantenleven. “Eenzijdige bemesting met
nitraten maakt de plant zwak”, redeneerde hij. “Bovendien gaan wij anders met
onze cultuurgewassen om dan de natuur zou doen. Wij halen in de herfst het blad
weg, waarvan de essentiële stoffen niet meer terug komen in de boden en
beschikbaar zijn voor de wortels.”
Daarnaast speelt het
probleem van plaagdieren. Van oudsher is bekend dat plagen bepaalde planten
mijden. Dus als je extracten van die planten op laat nemen door plantenwortels
van cultuurgewassen dan zijn ze daardoor onaantrekkelijk geworden.
Op basis van die
theorie begon hij met het verzamelen van natuurlijke stoffen en kruiden en
startte met experimenteren. En met succes.
Geduld hebben
“Pireco is niet de
enige oplossing voor problemen”, gaat hij door. “In de professionele land- en
tuinbouw is men gewend direct resultaat te zien van beschikbare middelen. Hier
moet je geduld hebben.” De oud-boomkweker legt uit dat het een tijdje duurt
voordat een teler resultaat ziet van de toepassing. De wortels moeten de
gelegenheid krijgen om het middel op te nemen. Bovendien moet hij werken aan
meer factoren om planten en gewassen in een betere conditie te krijgen. Dat
moet hij dus eerst leren. Het is dus logisch dat Van Garderen ook veel vragen krijgt
vanuit de sector en daarmee graag samenwerkt. “Je moet van Pireco geen wonderen
verwachten”, geeft hij aan, “maar door intensieve samenwerking kunnen goede
resultaten worden behaald.”
Beginnende industrie
Het zoeken naar nieuwe
methoden en gebruik van effectieve ingrediënten gaat onverminderd door. Binnen
de duurzame land- en tuinbouw past de aanpak volgens het principe van dit
bedrijf prima. Ronald Kiel: “Dit is echt een beginnende industrie, waar we nog
veel over moeten leren. In december hebben we het SKAL certificaat behaald. Dat
is een goed stap. Het geeft ons nu de mogelijkheid om ook de biologische
landbouw te ondersteunen.”
Niet voor niets heeft
het bedrijf zich midden in de polders gevestigd. Zo zitten ze in het hart van
de akkerbouw, waar zij hun missie het eerst in de praktijk willen brengen. Ook
zetten zij proeven uit bij officiële instanties en in de praktijk, om de
werking aan te tonen en te verbeteren.
Minder aantrekkelijk
Hoe zit het nu met die
knoflook? Van Garderen glimlacht. “Planten die stoffen uit knoflook opnemen
zijn minder aantrekkelijk voor plagen. Neem nu gras op sportvelden. Engerlingen
kunnen daar flink in huishouden. Aangezien de engerlingen verder naar beneden
kruipen als gevolg van het injecteren of spuiten, vreten ze niet meer aan de
graswortels. En als een rozenstruik de stoffen opneemt, dan vinden luizen ze
niet aantrekkelijk meer. Nee, planten gaan hierdoor niet naar knoflook smaken.”
Vaak gaat de telefoon
als er een ziekte of plaag optreedt die moeilijk is te bestrijden met gangbare
middelen. Zoals in het geval van eikenprocessierups. Op dat moment worden er
proeven gedaan om een probleem te tackelen. Maar zeker bij een houtig gewas is
dat een gecompliceerd verhaal, waarbij de groeiomstandigheden en de
samenstelling van de grond ook een belangrijke rol spelen.
Verder ontwikkelen
Van Garderen en Kiel
geloven in hun product, maar dat maakt hen geen fantasten. Sinds enige tijd
heeft het bedrijf een eigen onderzoeker in dienst, die tot taak heeft het
gedachtegoed verder te ontwikkelen. “Noem ons maar zakenmensen met een portie
idealisme en realisme”, vindt Kiel. “Onze producten moet je dus niet zien als
wondermiddel”, vult Van Garderen aan. “Ze zijn er niet om ziektes te bestrijden,
maar om ze te voorkomen.”
1 opmerking:
Van Garderen, die heeft al heel wat slachtoffers gemaakt in zijn 'zakenleven'. Maar ja, als je over lijken gaat.........
Een reactie posten