Veranderingen door
professionalisering tuinbouw
Keuringsdiensten evolueren naar kwaliteitsdiensten en procesbewakers
Keurmeesters en inspecteurs die de
kwaliteitsvoorschriften controleren moeten soms lastige beslissingen nemen.
Ondertussen zorgen ze er wel voor dat er vertrouwen is en handelsstromen
ongehinderd door kunnen gaan. De sector verandert, dus bewegen de keuringsdiensten
mee. Steeds vaker bewaken ze processen, in plaats van het puur uitvoeren van
partijkeuringen.
Keurmeesters en inspecteurs dragen een schat aan kennis en
ervaring met zich mee. Neem nu Arno van Adrichem die nu al 28 jaar inspecteur
is bij het Kwaliteits-Controle-Bureau (KCB). Of Leo van Leeuwen en Wouter van
den Ende, die respectievelijk 27 en 6 jaar keuringen verrichten voor
Naktuinbouw. Zij kennen het tuinbouwvak door en door en bewaken de kwaliteit
van de keten van plantmateriaal tot eindproduct.
Hun taken zijn door de jaren
sterk veranderd. Was vroeger het beleid volledig gericht op partijkeuringen,
tegenwoordig zijn ze meer bewakers van het proces en houden ze rekening met de
wijze waarop bedrijven hun zaken voor elkaar hebben. Bedrijven zijn heel goed
in staat om hun kwaliteit te borgen, al was het alleen maar omdat de eindklant
dit eist. Bedrijfsprocessen worden steeds transparanter, dus inzichtelijker.
Partijkeuring of
bedrijfskeuring
Inspecteur Wouter van den Ende bezoekt een freesiakwekerij
in Poeldijk. Meestal doet hij dit onaangekondigd. Hij komt alleen op bedrijven
die uitgangsmateriaal telen en bij freesia’s is dat meestal het geval. In de
kas beoordeelt hij de gewassen. Zijn ze visueel vrij van ziekten en plagen,
zitten er onkruiden tussen of vermenging met andere rassen?
Telers zijn verplicht om ieder
voorjaar hun te verhandelen materiaal te melden bij de instantie. Van den Ende:
“Wij zien lang niet iedere partij. Eigenlijk is er sprake van een
bedrijfskeuring. Hoe gaat het bedrijf om met plantmateriaal?” Zijn collega Leo
van Leeuwen vult hem aan: “De verantwoordelijkheid komt steeds meer bij de
bedrijven zelf te liggen. Jaarlijks doen we ook een administratieve audit. De teler moet onder andere de herkomst van de
partijen kunnen aantonen, gewasbeoordelingen uitvoeren en registeren.”
De meeste bedrijven hebben geen
enkele moeite met het bezoek van een keurmeester. Er zijn echter nog steeds
bedrijven die de keuring een noodzakelijk kwaad vinden, mede omdat er ook
kosten aan zijn verbonden. Van Leeuwen: “Het is eigenlijk heel duidelijk. We
zijn er niet voor de individuele bedrijven, maar we zijn er voor de hele
sector.”
Europese richtlijnen
In dit geval gaat het om een basiskeuring op te verhandelen
uitgangsmateriaal, omschreven in de Europese richtlijnen en Nederlandse
wetgeving (Zaaizaad- en plantgoedwet). Dat is altijd een visuele inspectie. De
keurmeesters controleren de bedrijven, hun productieproces, het materiaal en de
documenten die bij verhandeling nodig zijn. Voldoet het materiaal aan de
gestelde eisen dan mag het materiaal in het handelsverkeer worden gebracht.
Als het materiaal niet voldoet
aan de minimale eisen dan volgt een afkeuring. Dan mag de teler het
plantmateriaal nog wel zelf opzetten, maar niet meer in het handelsverkeer
brengen. Van Leeuwen: ‘Soms moet je dus moeilijke beslissingen nemen, die
verregaande gevolgen hebben voor een bedrijf.”
Aangezien het om grote belangen
kan gaan is het belangrijk dat alle keurmeesters onafhankelijk zijn en dezelfde
beslissing nemen. Ze komen daarom drie keer per jaar bij elkaar om hun kennis
onderling op elkaar af te stemmen.
Kwaliteit-plus systemen
Naktuinbouw doet uiteraard al sinds jaar en dag veel meer
dan een basiskeuring. Zo geeft het certificaten uit aan vermeerderaars die
extra zorg besteden aan hun uitgangsmateriaal. Dit zijn de zogenaamde
kwaliteits-plus-systemen: Naktuinbouw Elite en Select Plant. Dat zijn keuringen
die betrekking hebben op de uit- en inwendige kwaliteit en gezondheid van het
teeltmateriaal, rasechtheid, raszuiverheid, herkomst, gezondheid en kwaliteit.
De dienst heeft laboratoriumfaciliteiten om testen naar inwendige kwaliteit te
doen.
Al deze keuringen gebeuren op
basis van vrijwilligheid. De vermeerderaar wil daar mee aantonen dat zijn
uitgangsmateriaal extra kwaliteit heeft ten opzichte van de verplichte
basiskeuring. Bovendien zijn dit soort keuringen nodig voor markttoegang tot
bepaalde landen. De certificaten tonen aan dat het plantmateriaal ook inwendig
gezond is.
RIK-status
Inspecteur Arno van Adrichem meldt zich in duidelijk
herkenbare bedrijfskleding bij een handelsbedrijf in Poeldijk. Ook dit is een
onaangekondigde inspectie, maar dan van het eindproduct. Hij pakt een doos
paprika’s van een pallet en onderwerpt deze aan een uitvoerige controle. Via
zijn tablet verschijnt vervolgens de opdracht om bij een bepaald bedrijf een
controlebezoek te brengen. Het bedrijf is RIK-gecertificeerd.
RIK staat voor Reglement Interne
Kwaliteitscontrole en beschrijft de regels, die aan een erkenning van het
zorgsysteem van het bedrijf zijn verbonden. Sinds 2005 kunnen handelsbedrijven,
pakstations en teeltbedrijven in aanmerking komen voor de RIK-status. Zij
voeren aan de hand van nauwkeurig omschreven protocollen zelf keuringen uit.
Dat systeem werkt naar behoren. Het KCB doet audits bij die bedrijven en blijft
steekproefsgewijs partijen controleren, maar dan minder vaak dan vóór de
RIK-status.
Deugdelijke handelskwaliteit
Deze keer loopt Fred Jacobs, specialist Kwaliteitszaken,
mee. Hij vertelt welke veranderingen door de jaren heen hebben plaatsgevonden.
Vroeger hanteerde het bureau de kwaliteitseisen van het Centraal Bureau van de
Tuinbouwveilingen (CBT). Tegenwoordig controleert de dienst het naleven van de
EU-regelgeving voor de kwaliteit van groente, fruit en groene bananen.
Van elf producten is precies
omschreven aan welke kwaliteitseisen ze moeten voldoen. Dat zijn uiteraard de
meest verhandelde producten. Voor andere producten geldt de eis dat ze
deugdelijke handelskwaliteit moeten hebben en geschikt zijn voor consumptie.
“Deze kwaliteitscontrole voeren we uit op de interne markt, het product is
uiteindelijk bestemd voor export”, legt Jacobs uit. “Het is een
steekproefsgewijze controle. We zoomen wel in op risico-producten. Dus als de
kwaliteit van tomaten minder is, dan letten we daar extra op.”
Voldoen producten niet aan de
minimale eisen, dan volgt een afkeuring. Van Adrichem: “De exporteur moet ons
dan melden of een product wordt weggegooid, of dat hij de partij opnieuw uit
sorteert. Vervolgens voeren we een nacontrole uit.”
In het verleden was er een
onderverdeling in klasse I of II. “Dat is eigenlijk niet meer van deze tijd”,
vindt Jacobs. “Klasse II was binnenlands product, maar eigenlijk wil niemand
dat nog hebben. De retail stelt veel hogere eisen.”
Sector verandert
Door het veranderen van de logistiek, de handelsstromen en
de enorme volumes binnen de tuinbouw is het eenvoudigweg niet meer mogelijk
alle partijen te keuren. Was vroeger de veiling het centrale punt waar alle
producten samen kwamen, nu zijn er talloze plaatsen waar producten worden
verzameld voor transport. Daar komt bij dat de ketenpartijen kritisch naar
elkaar zijn en strikte afspraken met elkaar maken over de productkwaliteit.
Daarom nemen bedrijven zelf kwaliteitscontroleurs in dienst en investeren in
een goede productkwaliteit. Het KCB houdt daar rekening mee bij het bepalen van
de controlefrequentie. “Als keuringsinstantie moet je meebewegen met de
veranderingen die binnen de sector plaatsvinden”, vindt Jean Crombach, technisch
directeur van het controlebureau. “Als controledienst kunnen we de praktijk op
de voet volgen.”
De medewerkers van beide
keuringsinstanties geven aan dat de sector sterk is geprofessionaliseerd.
Bedrijven tonen een grotere verantwoordelijkheid en zijn zelfstandiger
geworden. De controlediensten houden daar rekening mee bij de uitvoering van
hun taak.
Voorbeeldland
De diensten voeren ook fytosanitaire werkzaamheden uit. Dat
gebeurt in opdracht van het ministerie van EZ of de Nederlandse Voedsel en Waren
Autoriteit (NVWA). Soms helpen ze bij de afhandeling als er sprake is van
quarantaine organismen vanwege hun expertise, maar dat blijft wel een
overheidstaak. De fytosanitaire exportinspecties worden gedaan door ambtenaren
van de NVWA.
“De handel globaliseert”,
constateert Crombach. “In ons land kennen we een lange geschiedenis van
kwaliteitscontrole. Je kunt wel stellen dat we wereldwijd een voortrekkersrol
vervullen. De OECD (Organisation for Economic Co-operation and Development)
heeft een positief rapport uitgebracht en daaruit blijkt dat Nederland een
voorbeeldland is. Dat moeten we wel zo houden.”
Op de vraag
of dat keuren nu nooit gaat vervelen antwoorden de inspecteurs ontkennend. “Er
is de laatste vijf jaar zoveel veranderd”, vindt Van Leeuwen. “Dit werk stompt
niet af, zeker nu we de verandering doormaken van keurmeester naar
procesbewaker.” Van den Ende vult aan: “Het feit dat je steeds weer vragen
krijgt over ons werk maakt het leuk.”
Samensmelting tot één ZBO
Eind 2013 werd
duidelijk dat het kabinet van plan is de taken van plantaardige
keuringsdiensten te bundelen in één nieuwe publiekrechtelijke ZBO Plant
(Zelfstandig BestuursOrgaan). Daarbij zouden de keuringsdiensten Naktuinbouw,
NAK, KCB, en de Bloembollen Keuringsdienst (BKD) opgaan in één publieke
organisatie onder de directe verantwoordelijkheid van de overheid.
In 2007 heeft al een grote
reorganisatie plaatsgevonden, waarbij het KCB een aantal fytosanitaire taken
heeft overgenomen van de Plantenziektenkundige Dienst (PD). Naktuinbouw voert
dergelijke taken ook uit, maar dan specifiek voor tuinbouw uitgangsmaterialen.
Beide diensten doen dit conform de richtlijnen en aanwijzingen van de NVWA.
Overheidstaken, zoals handhaving van wetten die betrekking hebben op
Q-organismen, vallen namelijk formeel onder deze instantie.
De discussie over deze ZBO is
inmiddels op gang gekomen. Veel voorstanders zijn er nog niet in de sector. De
huidige diensten functioneren naar behoren, vinden de bestuurders. Ze hebben
elk hun specialisme en kunnen daardoor snel en adequaat handelen. De vrees
bestaat dat samengaan een logge, inefficiënte organisatie gaat opleveren. Zij
verwijzen daarbij naar het snelle opheffen van de productschappen en de chaos
die daarna is ontstaan.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten