Eerste resultaten onderzoek in
klimaatcel
Zonder daglicht toch zware
sla met laag nitraatgehalte
Het restaurant van de High Tech Campus in Eindhoven
serveert slasoorten die het daglicht nog niet eerder hebben gezien. Ze zijn
knapperig en smaakvol en kunnen de concurrentie met kassla volledig aan.
Honderd meter verder teelt onderzoeker Stefan van de Voort sla en kruiden in de
uitsluitend met LED verlichte klimaatcellen van de nieuwste
onderzoeksfaciliteit in de Brabantse lichtstad.
Met de opening van BrightBox Venlo en GrowWise in Eindhoven
heeft Nederland er twee onderzoeksfaciliteiten bij voor ‘cityfarming’. Dit nog
redelijk nieuwe begrip staat voor het telen van volwaardige gewassen,
uitsluitend met kunstlicht.
BrightBox is ingericht om
onderzoek te doen voor derden. Het is in een samenwerkingsverband tussen
Philips, Botany en HAS Hogeschool. De faciliteit in Eindhoven is een eigen
onderzoeksruimte van Philips Horticultural LED Solutions waar het bedrijf
toegepast teeltonderzoek doet en lichtrecepten ontwikkelt. Inmiddels zijn in
Eindhoven de eerste gewassen geoogst en het resultaat is veelbelovend. Plantspecialist
Stefan van der Voort deelt de eerste bevindingen.
Zware sla
Een teeltronde sla bij GrowWise duurt ongeveer acht weken,
van zaad tot krop (één plant per pot). Voor de opkweek worden de zaden
rechtstreeks op een steenwolplug gezaaid en in een aparte kiemcel gezet.
Tijdens de teelt staan ze op steenwolblokken op een eb-vloed systeem, eerst
strak tegen elkaar en vervolgens in drie stappen naar de definitieve
eindafstand (22 planten per m2). De cel heeft vier teeltlagen. Boven de
containers hangt LED-verlichting in verschillende kleuren (wit, blauw, rood en
verrood). Van de Voort kan vervolgens verschillende lichtrecepten uitproberen.
In de eerste proeven koos hij voor Salanova, het rode eikenblad type. “We hebben de bladoppervlakte op meerdere momenten in de teelt gemeten. Daaruit blijkt dat de krop in de laatste dagen van de teelt heel hard groeit”, legt hij uit. “Aan de hand van de groeicurve maken we een model om tot een optimaal rendement te komen. Wil de consument straks dat we grote of kleine kroppen telen? Dat is nog een vraag.”
Dat de slakroppen groot kunnen
worden blijkt al uit de eerste teelt. Bij de oogst wogen ze 350 gram per stuk,
dus tamelijk zware sla. Doorberekend zou dit in principe een opbrengst van 100
kg/m2 per jaar per teeltlaag kunnen opleveren. De kwaliteit was goed en de sla
had een goede ‘bite’. Het drogestofgehalte was 6%, ten opzichte van 3,5 tot 4%
in een teelt onder glas.
Roodverkleuring
Gekozen is voor een slasoort die rood verkleurt. De
verkleuring van de bladeren is ook meetbaar in de concentratie antocyaan in de
cellen. Antocyaan is een belangrijke antioxidant, een inhoudsstof die het
eindproduct een meerwaarde kan geven.
Rood
verkleuring is rasafhankelijk, maar de meeste rode slasoorten verkleuren in een
klimaatcel minder rood. Als de plant het ideale lichtrecept krijgt toegediend
voor de meest efficiënte groei, verkleurt deze vaak minder of niet. Het
lichtrecept is daarom zo samengesteld dat de slaplanten zo lang mogelijk vlot
doorgroeien en pas op het laatst rood verkleuren.
Van de Voort: “We zien
bijvoorbeeld hetzelfde fenomeen in Scandinavië op bedrijven met uitsluitend
SON-T-verlichting. Daar is het in bepaalde tijden van het jaar moeilijk om rode
sla te telen. Dat slaagt alleen met toevoeging van bepaalde lichtkleuren.”
Minder nitraat
De onderzoeker houdt een daglengte van achttien tot twintig
uur aan. Binnen die daglengte ‘speelt’ hij met verschillende kleuren licht. Zo
hoopt hij een lichtrecept te vinden, waarbij de hoogste drogestof- en
kiloproductie mogelijk is. Het één lijkt het ander niet in de weg te zitten.
Het lichtrecept in de klimaatcel
verschilt wezenlijk van het lichtrecept dat in een kas wordt gegeven waar LED’s
zijn geïnstalleerd. “Als we te maken hebben met daglicht, dan moeten we andere
kleuren licht toevoegen voor hetzelfde resultaat, legt de onderzoeker uit.”
Hoewel in de cel ook met wit licht wordt gewerkt is dat niet echt nodig. Het is
vaak wel gewenst om de kleur van het geoogste product te kunnen beoordelen.
Uit metingen blijkt dat het
nitraatgehalte van de sla een stuk lager ligt dan de grenswaarde. Het
gemiddelde nitraatgehalte kwam op 2.500 mg/kg, terwijl de grenswaarde in de
zomer op 3.500 mg/kg ligt. “Door te spelen met licht kunnen we het
nitraatgehalte zelfs lager krijgen”, denkt hij.
Volveldse teelten
In de cellen experimenteert de onderzoeker ook met andere
teelten. Zo noemt hij babyleaf, spinazie, mosterdblad, rucola, paksoi en
kruiden als basilicum en koriander. Deze gewassen staan niet op steenwol
blokken, maar op matten als een volveldse teelt. Het is de bedoeling om ze
straks machinaal te kunnen oogsten.
De teelt van babyleaf duurt
normaal gesproken 21 dagen. In de cel is het gelukt om de teeltduur te
verkorten tot achttien dagen. De tweede snee volgt elf dagen later. Van de
Voort: “Nu moeten we nog uitzoeken hoe vaak je kunt oogsten van dezelfde
planten. We hebben berekend dat een productie van 30 kilo per vierkante meter
zeker haalbaar is.”
Voor basilicum en koriander zoekt
hij eveneens naar een methode om eenmalig machinaal te oogsten. Hier gaat het
onderzoek verder dan alleen telen in een klimaatcel. Belangrijk is de
vertaalslag te maken naar een geautomatiseerde teelt op biologisch afbreekbare
matten.
Daglichtloze
teeltwijzen
Het telen in klimaatcellen lukt goed. Groot voordeel van
deze teeltwijze is dat deze overal ter wereld kan plaatsvinden. De verdamping
naar buiten toe is nihil, waardoor het waterverbruik erg laag is. Condenswater
wordt via de airco unit opgevangen en hergebruikt. Daarentegen is het
energieverbruik per vierkante meter hoger dan in een kas.
“De volgende stap is om LED’s nog
efficiënter te maken, zodat ze minder energie verbruiken”, meent Van de Voort.
In de geconditioneerde ruimte is het niet nodig om gewasbeschermingsmiddelen te
gebruiken, dus heeft het eindproduct geen residuen.
De glastuinbouw in Nederland is
nog niet zo heel erg gefocust op productie in klimaatcellen, maar wereldwijd is
er veel aandacht voor dit onderwerp. Het bedrijf merkt een toenemende
belangstelling voor daglichtloze teeltwijzen. Bij de verschillende deelonderzoeken
zijn bedrijven betrokken die een verdienmodel zien in deze manier van groenten
telen. “Vaak zijn dat niet eens bedrijven die in de tuinbouw actief zijn, maar
bijvoorbeeld investeerders en handelsbedrijven. Retailers willen differentiëren
en deze partijen spelen daarop in”, aldus de onderzoeker.
Fotocredits: Philips
Geen opmerkingen:
Een reactie posten