Directeur Martin Smaal (SO
Natural) over ondernemerschap:
‘Professionalisering van
je organisatie is een continu proces’
Ondanks een goed businessmodel en een klinkende
ondernemersvisie blijft een tuinbouwbedrijf kwetsbaar als externe
omstandigheden veranderen. Dat ondervond de familie Smaal, die door een fusie
in 2008 het grootste potorchideeënbedrijf ter wereld werd. Daarna sloeg de
crisis in de tuinbouw toe. Een streng financieel beleid en professionalisering
van de organisatie hielp hen er doorheen. “Het was een lastige tijd, maar we
hebben er ook veel van geleerd.”
“Mijn dagelijkse taak is om alle zienswijzen binnen ons
bedrijf bij elkaar te brengen.” Die rol is Martin Smaal van SO Natural op het
lijf geschreven, weet hij inmiddels. Hij groeide op als de middelste van vijf
broers, die in leeftijd variëren van 42 tot 56 jaar. Binnen het gezin van zes
kinderen - hij heeft ook nog een zus - was hij de meest rustige van het stel.
Toch is hij vandaag de dag algemeen directeur van het grootste
orchideeënbedrijf ter wereld, dat in de huidige samenstelling nu acht jaar
bestaat.
Desondanks staan de broers met
beide voeten stevig op de grond. Een gezamenlijke en eenduidige visie op de
ontwikkeling van de orchideeënmarkt bracht hen bij elkaar. Het was nooit de
bedoeling om de grootste orchideeënproducent te worden, maar het
samenwerkingsproces leverde dat wel op. De daardoor ontstane schaalgrootte
bracht het beleveren van het retailsegment binnen bereik.
Met de groei van het bedrijf nam
de noodzaak van professionalisering toe. Smaal legt uit welke stappen hij en
zijn broers de afgelopen jaren hebben genomen en kijkt met frisse blik naar de
toekomst. “Professionalisering is geen proces dat je in vijf jaar afrondt. Je
bent er continu mee bezig. Wij al tien jaar.”
Fusie in 2008
Een kijkje in het verleden laat zien dat groenteteler Henk
Smaal uit Moerkapelle wel een flink gezin had, maar niet alle zoons een
plaatsje binnen het bedrijf kon bieden. Daarom vlogen de broers, die toch over
ondernemersbloed beschikten, uit naar andere locaties en bouwden in
samenwerking met hun vader of met een broer hun eigen bedrijf op. De teelten
veranderden van groenteteelt (tomaten, paprika) in sierteelt en uiteindelijk
orchideeën. Zo ook Martin, die samen met zijn oudste broer André succesvol was
in de teelt van groene planten en perkgoed.
Toen zij wilden uitbreiden kregen
zij de kans om een kavel van 6 hectare aan te kopen aan de Bredeweg in hun geboortedorp
Moerkapelle. Dat is de plaats waar vandaag de dag de hoofdvestiging van So
Natural is gevestigd. Zij bouwden een kas van 26.000 m2 en stapten tegelijkertijd
over op de teelt van phalaenopsis, omdat het op dat moment een groeimarkt was. Aangezien
de bedrijven van André en Martin en dat van Hans en Johan steeds meer naar
elkaar toe groeiden fuseerden zij in 2008 tot één bedrijf. Ook is broer Wouter
ook toegetreden, die de dagelijkse leiding kreeg op het opkweekbedrijf aan de
Van Hasseltweg in Moerkapelle.
Sterke en zwakke punten
2007 was een tussenjaar. Consultant Jos Brouwers lichtte de
organisatie door en samen benoemden zij hun sterke en zwakke punten. “Dat gold
ook voor onszelf als persoon”, vertelt de directeur. “Iedereen moest zijn
plaatsje krijgen binnen de organisatie en het moest duidelijk worden wie waar
goed in is.”
Gezien de omvang van de nieuwe
kwekerij kozen de broers voor een zogenaamde meta-financiering, waarbij zowel
Rabobank als ABN Amro huisbankier werden. Eenmaal stevig met elkaar verbonden
ging het bedrijf voor een gestage groei. In 2008 volgde uitbreiding aan de Van
Hasseltweg en in 2009 aan de Bredeweg.
Tekort aan liquide middelen
Het ging om een grote, goed voorbereide operatie. Door de
lange teeltduur van phalaenopsis was ook de aanlooptijd van nieuwbouw en
uitbreiding tot productie lang. Dit vingen de broers op door het opkweekbedrijf
tijdelijk als productielocatie in te zetten. Daar werden de planten opgekweekt
tot halfwas product voordat ze naar de hoofdlocatie gingen voor het laatste
deel van de teelt (koelperiode). Het doel was om zo snel mogelijk in productie
te zijn.
De crisis strooide echter roet in
het eten. “We hebben aan den lijve ondervonden dat de aanlooptijd na nieuwbouw onze
grootste vijand is”, legt Smaal uit. Nog maar net bekomen van de enorme
investering stortte de phalaenopsismarkt in. Het bedrijf had tekort aan liquide
middelen. Die situatie zorgde ervoor dat het in de kern gezonde bedrijf in één
klap bij de afdeling bijzonder beheer van de banken kwam, voordat de productie
goed en wel op gang was gekomen.
Financiën in eigen
beheer
2009 werd een jaar van dramatische opbrengsten. Het kostte
veel overredingskracht om het vertrouwen van de banken te behouden. De algemeen
directeur kijkt niet graag terug op de gesprekken met de medewerkers van
bijzonder beheer in die eerste periode. Het was vooral de kunst om daarbij de
regie over het eigen bedrijf niet te verliezen.
Een belangrijke zet van de broers
was de aanstelling van registeraccount Rob de Rooij op interim-basis, die het
bedrijf door zwaar weer moest loodsen. Die samenwerking beviel zo goed dat De
Rooij al een paar maanden later werd aangesteld als financieel directeur.
Door alle financiën in eigen
beheer te houden en volhardend alle kosten te beheersen wist het bedrijf in
2010 al het break-even punt te behalen. In 2011 werd er weer winst behaald en
kon het bedrijf afscheid nemen van bijzonder beheer. Smaal: “Het is een goede
keuze geweest om iemand van buitenaf in de directie te halen. Dit heeft zeker
een goed tegengewicht gegeven in onderhandelingen met de banken. De periode dat
we in bijzonder beheer zaten was niet leuk, maar wel heel leerzaam.”
Driekoppige directie
Vanaf 2011 is het bedrijf weer in rustiger vaarwater gekomen
en groeit nu gestaag door. Het heeft productiebedrijven overgenomen in Berkel
en Rodenrijs en Harmelen en de totale omvang is 20 ha. Het naar elkaar toe
groeien zou volgens planning ongeveer vijf jaar in beslag nemen, maar dat is in
de praktijk heel anders uitgepakt. Het is een continu proces geworden.
Jos Brouwers, die de broers al jaren
coachte, trad in 2014 toe tot het directieteam als directeur Sales &
Strategy. Het orchideeënbedrijf heeft hiermee sinds twee jaar een driekoppige
directie, waarvan twee directieleden geen familieleden zijn. Martin Smaal
vervult de rol van algemeen directeur. Zijn broers zitten allen in het
managementteam en hebben ieder hun specialisatie. “We hebben nu een
organisatiestructuur met slagkracht”, legt hij uit.
“De eerste jaren hadden we nodig
om de verschillende zienswijzen op één lijn te krijgen en het is onze
dagelijkse taak om dat zo te houden. In het begin was dat best lastig, want we
moesten als zelfstandige ondernemers leren om onder één paraplu te werken. Daar
moet je de juiste afspraken over maken, maar als je daarover duidelijk bent dan
gaat dat goed. De externe directeuren spelen daar een belangrijke rol in”,
vindt hij. Communicatie blijft het smeermiddel in dit proces.
Familiestatuut
Continuïteit is een
belangrijk thema binnen de onderneming. Onderdeel daarvan is de opvolging
binnen en buiten de familie. Martin, die dit jaar vijftig wordt, vindt het een
wezenlijk onderdeel van zijn taak in het leven. “We zitten in een tussenfase.
Althans, zo ervaar ik dat. We willen graag dat onze kinderen het bedrijf
voortzetten, maar dat is uiteraard een grote verantwoordelijkheid.”
Om die
reden is drie jaar geleden het familiestatuut opgesteld. Daarin staan afspraken
over opvolging. Iedereen is welkom op zijn of haar niveau. “Het is dus niet vanzelfsprekend
dat één van de kinderen mijn functie overneemt. Dat hangt af van de
competenties.” Ook zijn er afspraken gemaakt dat kinderen na hun studie eerst
vijf jaar ervaring opdoen bij een ander bedrijf. Dat zorgt voor een frisse kijk
vanuit een ander perspectief. Overigens zijn er geen privileges. Medewerkers
die geen familie zijn kunnen evengoed doorgroeien binnen de organisatie.
Opleiding, training, cursussen,
ze zijn vanzelfsprekend binnen het bedrijf. Smaal zorgt er voor dat hij zelf
ook regelmatig aan bijscholing doet.
Toekomstbestendig
Hoe de toekomst er
uit ziet voor SO Natural is nooit een vaststaand feit. “Natuurlijk hebben we
een lange termijn visie, maar we leven ook bij de dag”, legt hij uit. “Dat zit
in onze natuur en dat komt voort uit onze principes en afkomst”, zegt hij. “We
willen een gezond bedrijf doorgeven aan onze kinderen.”
Naast een goede, prettige werkomgeving voor familie en medewerkers zijn
de broers voortdurend bezig met de markt en de eindgebruiker van orchideeën.
“We zijn groot geworden, maar tegelijkertijd heel erg afhankelijk van onze
klanten, de retail. Het is een kleine inkoopgroep die beslist over de aankoop
van ons product. En daar zijn we ons zeer van bewust.”
Op de vraag waarin hij de meeste voldoening vindt moet de ondernemer even
nadenken, vooral om de juiste woorden te vinden. “We hebben veel geluk gehad
door scherp te zijn en te blijven. Ik heb er plezier in dat we zo’n leuke en
mooie onderneming hebben kunnen opbouwen, voor onszelf en onze medewerkers. De
meeste voldoening heb ik van de professionaliseringsslag die we hebben kunnen
maken, waardoor er een toekomstbestendig bedrijf is ontstaan.”
Geen opmerkingen:
Een reactie posten