Staatssecretaris Martijn van Dam:
‘Innovatie essentieel voor toekomst tuinbouw’
Staatssecretaris van Economische Zaken Martijn van Dam juicht innovatief ondernemerschap in de tuinbouw toe. In zijn korte tijd als bewindsman heeft hij de daadkracht van deze sector van dichtbij kunnen ervaren. Hij ziet veel kansen, en verwacht een actieve houding van ondernemers.
Vanaf het begin is
het Ministerie van Economische Zaken partner van de Tuinbouw Ondernemersprijs.
Wat wilt u de genomineerden en de winnaar meegeven?
“Als je voor deze prijs wordt genomineerd dan ben je in mijn
ogen al een winnaar. Maar goed, er kan er natuurlijk uiteindelijk maar één de
prijs winnen. Deze heeft de speciale opdracht om ‘ambassadeur’ te zijn voor
zijn sector en daarmee ook een rol om het gesprek met de samenleving op gang te
brengen. Daarnaast geldt voor alle genomineerden dat zij uitblinken en een
voorbeeld zijn voor andere tuinders die willen verduurzamen en innoveren. Ik
vraag jullie om die kwaliteiten te tonen aan je collega’s, maar zeker ook
buiten de tuinbouw. Timmer aan de weg en inspireer anderen.”
Hoe vindt u de dialoog
tussen tuinbouwsector en samenleving nu?
“De sector is heel klantgericht. Ook voor de toekomst bieden
de wensen van consumenten mooie kansen voor de Nederlandse tuinbouw. Er is
steeds meer vraag naar gezond en duurzaam eten en een prettige leefomgeving. Juist
tuinbouwproducten als groenten, fruit, bloemen en planten sluiten daarbij aan Jullie
hebben als sector de sleutel in handen. Laat consumenten zien en ervaren wat je
doet op je bedrijf. Een initiatief als ‘Kom in de kas’ geeft daar een mooie
invulling aan maar zoek ook andere manieren om ‘de samenleving’ binnen te halen.
‘De maatschappelijke aandacht voor duurzaam en gezond voedsel groeit: jullie hebben de sleutel in handen.’
Wat is u het meest
opgevallen bij uw eerste kennismaking met de tuinbouwsector?
“Naar mijn mening mag deze sector zich met recht Topsector
noemen. Of het nu gaat om ondernemen, kracht om te vernieuwen, kennisniveau of
vakmanschap, je ziet dat de tuinbouw internationaal behoort tot de wereldtop. De
ondernemers, voor een groot deel familiebedrijven, leveren een onmisbare
bijdrage aan de economie, zowel in productiewaarde als exportwaarde en
werkgelegenheid.”
Het is slecht gesteld
met bedrijfopvolging in de tuinbouw. Wat vindt u daarvan?
“Dat opvolging in de familie terugloopt heeft een zakelijke,
maar vaak ook een emotionele kant. Het is een zorgelijke ontwikkeling. Het is
voor elke economische sector van belang dat nieuwe en jonge ondernemers
instappen als ze kansen zien. Maar het is in deze geen automatisme meer dat de
kinderen het bedrijf van hun ouders overnemen. Soms is de drempel hoog, wanneer
opvolgers voor grote investeringen komen te staan. Hier is zeker aandacht voor,
via het Groen Onderwijs, door financiële steun voor jonge boeren en tuinders
(JOLA-regeling) en door innovatieve starters extra te ondersteunen.”
Innovatie is het
sleutelwoord. Waarom is het belangrijk om innovatie te versnellen?
“Innovatie is essentieel voor de toekomst van de tuinbouw. De koppositie die Nederland nu heeft is niet
vanzelfsprekend. Andere landen met meer ruimte, minder strenge milieueisen en lagere
lonen zitten niet stil. Met concurrentie op prijs en volume kan Nederland op de
lange termijn de koppositie niet behouden.
De grote wereldwijde uitdagingen om
genoeg eten te produceren op een duurzame manier, bieden kansen voor Nederland.
Door sterker in te zetten op de export van hoogwaardige agrarische producten en
agro-kennis en innovatie kan Nederland ook in de toekomst toonaangevend blijven.”
’ Jullie zijn een voorbeeld voor andere ondernemers’
Hoe kijkt u aan tegen
verduurzaming van de tuinbouw?
“Ik vind dat glastuinbouw op het gebied van energiebesparing
en duurzame energie via geothermie al veel heeft bereikt. Dat geldt ook voor de
bijzondere wereld van natuurlijke gewasbescherming, zoals ik onlangs zelf mocht
zien bij een paprikateler die met een innovatieve schimmel zijn oogst tegen
ongedierte beschermt. De komende periode zullen er meer van dergelijke middelen
voor tuinders beschikbaar komen. Het terugdringen van emissies en
gewasbeschermingsmiddelen gaat ook de goede kant op. Heel positief allemaal.
Maar we zijn er nog niet. Ook de komende jaren moeten er nog belangrijke
stappen worden gezet. Sommige onderdelen in de tuinbouw moeten bijvoorbeeld nog
extra aandacht besteden aan het milieu.”
Welke rol ziet u voor
Nederland in het wereldwijde voedselvraagstuk?
“Voldoende gezond en duurzaam gemaakt eten wordt steeds belangrijker. Als koploper op gebied van tuinbouw en uitgangsmaterialen kunnen en moeten we daaraan bijdragen en dat gebeurt nu ook al. Bijvoorbeeld met uitgangsmateriaal en innovatieve kassen, die speciaal voor lokale omstandigheden zijn ontwikkeld. Er zijn kansen voor de Nederlandse tuinbouw, als het accent komt te liggen op hoogwaardige, onderscheidende producten. Als ondernemers die focus verleggen, dan zullen zij ook in de toekomst een belangrijke rol blijven spelen in wereldvoedselvoorziening.”
“Voldoende gezond en duurzaam gemaakt eten wordt steeds belangrijker. Als koploper op gebied van tuinbouw en uitgangsmaterialen kunnen en moeten we daaraan bijdragen en dat gebeurt nu ook al. Bijvoorbeeld met uitgangsmateriaal en innovatieve kassen, die speciaal voor lokale omstandigheden zijn ontwikkeld. Er zijn kansen voor de Nederlandse tuinbouw, als het accent komt te liggen op hoogwaardige, onderscheidende producten. Als ondernemers die focus verleggen, dan zullen zij ook in de toekomst een belangrijke rol blijven spelen in wereldvoedselvoorziening.”
Waar ziet u
internationaal nog kansen?
“Als ik voor een
economische missie in het buitenland ben valt mij op hoe hoog de Nederlandse
kennis en innovatiekracht staat aangeschreven. Er is veel interesse voor de gespecialiseerde
bedrijven. Dat blijkt bijvoorbeeld ook uit de interesse van de vele handelsmissies die wij vanuit andere
landen hier ontvangen. Zij komen veelal speciaal naar Nederland om te kijken naar de techniek en
innovaties op land- en tuinbouwbedrijven.”
Is alleen de
internationale positie van de tuinbouw belangrijk?
“Nee. In Nederland liggen ook mooie kansen. Onlangs heb ik de
voedselagenda gepubliceerd en op 26 januari organiseren wij een voedseltop. Aan
de ene kant is er vraag naar duurzaam en gezond voedsel, aan de andere kant
neemt de consumptie van groenten en fruit eerder af dan toe. Dit vind ik
zorgelijk. Daarom stel ik twintig
miljoen euro extra beschikbaar voor de voedselagenda. Dit geld is bedoeld om
voor iedereen in Nederland veilig, gezond en duurzaam eten binnen handbereik te
brengen. Jonge kinderen moeten daarbij extra aandacht krijgen, net als
transparantie in de voedselketen en nieuwe ontwikkelingen.”
Geen opmerkingen:
Een reactie posten