De Lepelaar, Sint Maarten
Duurzaamheid loopt als een rode draad door ons bedrijf
Op het vlakke land van
Noord-Holland, tussen gras, kool en bloembollen, ligt biologisch dynamische
bedrijf De Lepelaar. Het bijzondere bedrijf heeft zich in ruim 45 jaar ontwikkeld
van een klein initiatief tot vollegrondskwekerij en glastuinbouwbedrijf van
meer dan 70 ha. Oprichter Jan Schrijver en zijn vrouw Inge willen op weg naar
duurzaamheid een relatie aangaan met de natuur. Hun opvolgers vervolgen die
missie en combineren principiële waarden met moderne methoden.
Wie kon in 1971 bedenken dat de biologische land- en
tuinbouw nog eens zo’n belangrijke rol zou spelen binnen de samenleving? Jan
Schrijver waarschijnlijk niet. Hij startte zijn bedrijf vanuit de fundamentele
visie dat het ecosysteem onder druk kwam te staan, waardoor een verstoring van
de planten- en dierenwereld optrad. De duurzaamheidsfilosoof was destijds nog
een roepende in de woestijn, tegenwoordig vallen de keiharde feiten niet meer
te ontkennen.
“Er waren tijden dat mensen van
heinde en verre met het openbaar vervoer naar De Lepelaar kwamen om hun
voorraden biologische groenten in te slaan”, vertellen zijn zoon Reinout
Schrijver en zijn medevennoot Joris Kollewijn. Deze twee zijn inmiddels
mede-eigenaar geworden van het grootste deel van het onroerend goed.
Vruchtbare bodem
Duurzaamheid is een thema waar deze ondernemers vanuit hun
intrinsieke waarden mee zijn vergroeid. Een biologisch dynamisch bedrijf drijft
op dit uitgangspunt, waarbij werken aan de bodemvruchtbaarheid de belangrijkste
opgave is.
Het bedrijf werkt bijvoorbeeld
met een teeltplan van zeven jaar. Twee jaar daarvan krijgt de bodem rust. Dan
groeit er grasklaver of luzerne. Daarna volgen afwisselend peen aardappelen,
kool, bieten, en andere tuinbouwgewassen. “We telen bij voorkeur gewassen die
passen bij het jaargetijde, of gewassen die met weinig energie kunnen groeien”,
legt Kollewijn uit.
’Wij bestaan dankzij de wisselwerking tussen natuur, mens en dier’
“Biologisch dynamisch gaat nog
een stapje verder dan alleen biologisch”, vervolgt Schrijver. “Wij gebruiken
natuurlijke meststoffen die we prepareren met kruidenmengsels om de omzetting
en opname van mest in de bodem te bevorderen. Dit verhoogt de
bodemvruchtbaarheid en maakt de planten die daar groeien sterker en weerbaarder.
Onze visie is dat je in de
tuinbouw ‘natuur-inclusief’ behoort te denken. Wij hechten er grote waarde aan
dat de grutto, kievit, en scholekster op ons land kunnen broeden en een kans
hebben te overleven.” Niet voor niets koos Jan destijds voor de bedrijfsnaam
‘De Lepelaar’, omdat deze vogel dreigde te verdwijnen.
Samenwerking
gelijkgestemden
Het bedrijf zoekt zoveel mogelijk naar samenwerking met gelijkgestemde
ondernemers die kringlopen kunnen sluiten. Zo werkt het samen met biologische
veehouderij de Buitenplaats en biologisch bollenbedrijf Huiberts voor de
uitwisseling van goederen en diensten. De koeien eten bijvoorbeeld het afval
van kool en leveren weer mest voor de akkers. Het netwerk groeit gestaag met
schapenhouders en een paardenhouderij.
Eind jaren negentig is een bijzondere
samenwerking ontstaan tussen De Lepelaar en Bejo Zaden uit Warmenhuizen voor de
ontwikkeling van een goed assortiment biologische rassen. Op één van de
percelen doet het veredelingsbedrijf teeltproeven. Ook andere veredelaars mogen
er hun biologische assortiment testen.
De biodiversiteit wordt
gestimuleerd door langs de akkers randen aan te leggen waar veel verschillende
kruiden en bloemen bloeien. Dat ziet er niet alleen heel aantrekkelijk uit,
maar het heeft een positief effect op nuttige insecten en vogels.
Van directe afzet
naar coöperatie
In de beginjaren leverde De Lepelaar aan groepen consumenten
en winkels. Sinds 1980 zijn er twee coöperaties opgericht waar het bedrijf lid
van werd. De laatste jaren zijn Udea in Veghel en Odin in Geldermalsen de
grootste afnemers, die op hun beurt supermarkten en speciaalzaken beleveren.
Het rechtstreeks leveren aan
winkels is dus voorbij. Wél heeft het bedrijf nog een winkel aan huis, die druk
wordt bezocht. “We leveren veel aan consumenten in de Randstad”, legt Schrijver
uit. Het zijn vaak de iets beter verdienende consumenten die voor biologisch
kiezen. Aangezien deze groep relatief weinig nadelen heeft ondervonden van de
economische crisis heeft De Lepelaar weinig last gehad van omzetdaling in die
jaren.
Daarentegen heeft het bedrijf ook
mindere tijden doorgemaakt. Tussen 1980 en 1990 waren zware tijden voor de
Lepelaar en haar afnemers. In die tijd heeft de familie door kunnen gaan
dankzij toenemende vraag uit het buitenland. Die tijd ligt inmiddels ver achter
hen.
Gestage groei
De Lepelaar heeft door de jaren een gestage groei
doorgemaakt. Het is een zeer arbeidsintensief bedrijf, met negen vaste
medewerkers en rond de tien scholieren die een handje helpen. Het team kan cursussen
volgen om hun vaardigheden te verbeteren.
De familie heeft een warme band
met de Warmonderhof in Dronten, de MBO opleiding voor biologisch-dynamische landbouw.
Stagiaires, ook uit het buitenland, zijn er meer dan welkom. Zo ook Joris
Kollewijn, die als zeventienjarige binnenkwam en nooit meer vertrok. “Instappen
was voor mij niet moeilijk”, vertelt hij. Op jonge leeftijd kwam hij al in
aanraking met de biologisch dynamische teelt via zijn ouders. Een eigen bedrijf
was zijn grootste droom.
Reinout is al zijn hele leven
verweven met het familiebedrijf, maar is er sinds twee en een half jaar
daadwerkelijk werkzaam. “Ik sta nog twee dagen in de week voor de klas als
natuurkundeleraar. De afwisseling tussen bedrijf en onderwijs vind ik prettig.”
Groot materieel
Met de groei van het bedrijf heeft automatisering zijn
intrede gedaan. “Die groei was nodig voor de commerciële kant van de
onderneming, maar ook om voldoende ruimte te hebben voor vruchtwisseling”, legt
Kollewijn uit. Het duurt twee jaar voordat een nieuw perceel geschikt is voor
de biologische teelt. In die tijd kiest hij voor gewassen en meststoffen die de
bodem verbeteren. Gezond bodemleven ligt immers ten grondslag aan de teelt.
‘We telen bij voorkeur gewassen die passen bij het jaargetijde of weinig energie vragen’
Voor bewerking van de grond is
groot materieel nodig. Kollewijn: “We hebben bijvoorbeeld tractoren nodig, maar
liefst voortgedreven op elektriciteit. Die zijn er nog niet.” Wel heeft hij een
‘wiedbed’ in bestelling, aangedreven op zonne-energie.
De Lepelaar wil energieneutraal
telen. Dat is het bedrijf aan haar stand verplicht. De nieuwe bedrijfshal uit
2014 heeft zonnepanelen gekregen. Hierdoor kan het bedrijf al voor 70% in haar
elektriciteitsbehoefte voorzien en het streeft er naar om over een aantal jaren
energieneutraal te produceren.
“Ons bedrijf heeft bestaansrecht
dankzij de wisselwerking tussen natuur, mens en dier. Die balans is belangrijk.
Wij moeten daarin een voorbeeld geven. Wij juichen het toe dat steeds meer
bedrijven omschakelen naar biologisch en het contact met consumenten herstellen,
want zij vragen naar een gezond product.”
Oordeel van de jury
De jury vindt dat de Lepelaar vanaf het begin een consistent
uitgevoerde, sterke bedrijfsfilosofie en lange termijn visie heeft op de
biologisch dynamische teelt. De ondernemers zijn echte voorlopers en
voortrekkers van de sector, want zij laten zien dat deze teelttechniek tot
goede resultaten leidt. Het gaat goed, want de schaalvergroting in deze sector
is zeer bijzonder. Met hun visie brengen de ondernemers gedachten op gang in de
reguliere tuinbouw. De voedingstuinbouw schuift steeds verder op in de richting
van de biologische teelt en kan nog meer leren van de principes over
rentmeesterschap: we moeten onze aarde goed achter laten voor de volgende
generatie. Het bedrijf is sterk in samenwerking met andere biologische bedrijven
en veredelingsbedrijven voor ‘beheersing van de kringloop’, maar ook binnen
keurmerk Demeter. Dit alles om steeds verder te komen met de ontwikkeling van
de biologisch-dynamische land- en tuinbouw.
De Lepelaar is voorgedragen door Bejo Zaden, ondersteund
door Triodosbank en Stichting Demeter.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten