vrijdag, november 28, 2008

Aardbei
















































Jam met Jan

Veel en vaak schrijven over pure, gezonde en vooral lekkere producten heeft me aangestoken met een soort virus. Een virus dat er voor zorgt dat ik ook in mijn vrije tijd nog steeds bezig ben met mijn vak, maar dan net op een iets andere manier.
Het begrip ‘toegevoegde waarde’ is de afgelopen tien jaar het tuindersvak binnengeslopen om zich voorgoed te nestelen in de hersenen van ondernemers die zich willen onderscheiden van anderen. Soms leidt dat tot onverwachte projecten.
En zo stond ik plotseling jam te koken, na een reeks inspirerende gesprekken met aardbeienfilosoof Jan Robben. Jan gaat voor lekker, lekkerder, lekkerst. Dat is me inmiddels wel duidelijk na een rondje proeven van Lambada, Honeoye, Mara des Bois, Korona en ga zo maar even door. Die verwennerij moet toch uit te drukken zijn in overheerlijke jams?
De liefde voor het vak veroorzaakte een soort kruisbestuiving die Jan naar het westen van Nederland deed rijden om mij te overstelpen met aardbeien, alwaar ik klaar stond met potten en pannen om te experimenteren met jamrecepten. In september organiseerde Jan zelfs een dagje jam koken bij hem thuis in Oirschot, samen met culinair journaliste Nadia Zerouali, die haar Marokkaanse achtergrond in de strijd gooide om met verrassende ingrediënten te toveren.
Het resultaat was niet mis. Op het evenement KunsthalKOOKT in Rotterdam liet Jan zijn jams proeven aan liefhebbers van de fijne keuken. En met succes. Ik vrees dat veel bezoekers zijn aangestoken door het zeer besmettelijke jamvirus. De eerste potten met Jan’s aardbeienlekkers vinden inmiddels hun weg naar de consument.
Als dat geen toegevoegde waarde is op een prachtige zomer. Vraag het mijn kinderen. Ze hebben nog nooit zo veel en zulke lekkere aardbeien gegeten, nee, verzwolgen.

woensdag, november 26, 2008

Kunsthal

Telers zoeken steeds vaker dialoog met consument
“Het is een fijn gevoel om trots te zijn op je producten”

Alleen, of samen met een paar enthousiaste collega’s. Telers zoeken steeds vaker de consument op om aandacht te vragen voor hun producten. Hun kracht ligt vooral in hun vakkennis en het enthousiasme dat zijn uitdragen. Een kritische consument wil weten wat hij eet. Die wil het echte verhaal en geen promotiepraatje.

Het is hip om zaterdag op de fiets langs de Amsterdamse grachten je weg naar de biologische markt te zoeken om aldaar je mandje vol te laden met regionale producten. Lekker er op uit met de kinderen om aardbeien of asperges te halen op één van de vele verkooppunten langs de weg, waar je wordt beloond met versheid en kwaliteit. Het zijn de voorlopers, die het zat zijn om in de supermarkt uitsluitend anonieme bulkproducten in hun karretje te proppen. Mensen, die houden van smaak en gezonde, pure ingrediënten zoeken om hun culinaire fantasieën op los te laten.
Telers van groenten en fruit hebben de afgelopen jaren steeds vaker te horen gekregen dat zij marktgericht moeten produceren. Een deel ervan heeft gekozen voor het goed en efficiënt produceren van bulkproducten tegen een lage kostprijs. Een andere groep gooit het over een andere boeg. Zij kiezen voor specialisatie in assortiment. Producten waarvan de kostprijs juist iets minder ter discussie staat, maar die moeten uitblinken in kwaliteit en smaak. Deze laatste groep zoekt bewust contact met de consument. Het zijn de ambassadeurs van de tuinbouw, die naast promotie van hun eigen producten en passant ook nog voorlichting geven over de bedrijfstak.
Twee weken geleden vond voor de derde maal het evenement KunsthalKOOKT plaats. Een evenement dat op culinair gebied heel hoog scoort en veel uiterst kritische consumenten en koks trekt. Naast kookdemonstraties en workshops was er ook een uitgebreide markt, waar tussen de chocolade, champagne en wijn ook een aantal telers van groenten en fruit een strategische positie had ingenomen. Laaiend enthousiast waren ze na afloop. Of ze er nu al eerder waren geweest, of voor het eerst kwamen: dit evenement proeft naar meer.



Vers en verwerkt
Henny van Bergeijk is inmiddels een bekend gezicht op speciale evenementen. Samen met haar man Carlo Peters heeft zijn een biologische frambozenkwekerij in Meijel. RaspberryMaxx, met een duidelijke knalroze huisstijl, timmert flink aan de weg. Naast verse frambozen begon Henny enkele jaren geleden ook met frambozenjam van eigen vruchten. Inmiddels zijn daar verwerkte producten als saus, dressing, sap, nectar, chutney, mosterd, snoepjes en thee bijgekomen. De afzet loopt via de eigen winkel en op markten zoals de biologische markt in Amsterdam, op boerenmarkten, beurzen en fairs. Het hele bedrijfsconcept is enorm aangeslagen.
Van Bergeijk: “Ja, het is zeker een succes, maar deze rol moet je liggen. Bovendien is de teelt van biologische frambozen zeker geen gemakkelijke en moeten we nog steeds heel veel leren. Framboos is een kwetsbaar product en we zijn erg afhankelijk van de weersomstandigheden. Soms zijn er weinig verse vruchten en die zijn wel noodzakelijk in het assortiment. Er zijn best andere telers die ze willen leveren onder onze naam, maar dat zijn meestal geen vruchten van de biologische teelt. Dat is wel onze voorwaarde.
We hebben eigenlijk altijd rechtstreeks contact met consumenten. Ik denk dat het noodzakelijk is voor de manier waarop we werken. We doen eigenlijk permanent aan consumentenonderzoek, alhoewel we daar zelf niet zo tegen aan kijken. Je moet dit werk leuk vinden.”



Samen of individueel
Leuk is het zeker als je Karsten en Stijn Baan bezig ziet. Als er één voorbeeld is van een bedrijf dat de laatste jaren flink aan de weg heeft getimmerd, dan is het wel Koppert Cress uit Monster. Iedere zichzelf respecterende kok in Nederland kent de cressen inmiddels. Karsten brengt zijn act met gevoel voor theater. Hij prikt met een grote pincet tussen de kiemplantjes en plukt er wat blaadjes uit. “Bedenk dat u door een herfstbos loopt en proef deze blaadjes eens. Proeft u nu ook de nootjes die net zijn gevallen?” De omstanders knikken instemmend. Het verhaal slaat aan. De familie Baan heeft er veel succes mee. Hun niche-producten gaan inmiddels de hele wereld over. Het gevolg van een ijzersterk concept, maar zeker ook de verdienste van een slim marketingplan om koks en consumenten direct te benaderen.
Voor de mannen van Ispecial moet dit avontuur nog beginnen. Ispecial is een initiatief van zes telers van specialties die ieder hun eigen afzet hebben, maar wel gezamenlijk promotie doen. Het gaat hier om bijzondere pepers, paprika’s, aubergines, courgettes en snackgroenten. Samen kunnen deze telers het aantal activiteiten verdelen en juist weer krachtig naar buiten treden door een heel breed en compleet assortiment aan producten te laten zien.
Johan Zwinkels, courgetteteler uit ’s-Gravenzande, krijgt veel aandacht voor zijn courgette fleur. Deze bijzondere bloem is inmiddels wel bekend bij iedereen die van koken houdt. “Ik krijg vrijwel de hele dag vragen over de verkrijgbaarheid, want dat is de bottleneck. Ik stimuleer de mensen vooral om aan te dringen bij hun groentespeciaalzaak om de bloemen in te kopen. Verder probeer ik de lijn door te trekken naar de groothandel.” Zwinkels praat niet alleen over zijn producten, maar ook over de manier waarop hij ze teelt. Vooral de duurzame teelt, met inzet van biologische bestrijding en bijen en hommels voor bestuiving, geeft hij veel aandacht.
Collega Peet Janssen, die aubergines teelt in Poeldijk, doet hetzelfde. “Het is enorm leuk om met consumenten te praten. Je bent gewoon erg trots op je product en dat wil je graag uitdragen. Ik denk dat het zeker voor de specialties geldt dat we deze aandacht moeten zoeken. Uiteindelijk willen we graag dat onze producten beter verkrijgbaar zijn. Daar gaat het allemaal om.”



Verbeteren bedrijfvoering
Blauwe bessenteler Theo Douven uit Horst vertegenwoordigt The Duch Blueberry Collectieve, een groep van 26 bessentelers in Noord-Limburg. Hoewel de blauwe bes vroeger overbekend was om zijn heilzame werking, is die kennis eigenlijk bijna verdwenen. “Het sterke punt van blauwe bessen is dat ze enorm gezond zijn, maar ook dat ze lekker smaken. Ik ben er van overtuigd dat we aan de vooravond staan om die smaak te herontdekken.”
The Dutch Blueberry Collective presenteert zich steeds vaker op evenementen, hoewel de deelname aan KunsthalKOOKT nieuw is. Voor deze groep telers is het ook belangrijk om deel te nemen aan symposiums over gezonde voeding.
Douven: “Voor veel bezoekers is het een eye-opener wat je allemaal met blauwe bessen kunt doen, omdat ze zo gezond en veelzijdig zijn. Dat moet je uitleggen.” De bessenteler heeft ook producten als jam en sap en denkt zelfs over online verkoop van verse bessen, als het om iets grotere volumes gaat. En dat is het al snel als mensen er zelf sap van willen maken.
“We raken met verse producten te snel in de neerwaartse spiraal van productiegericht telen”, meent Douven. “Die leidt onherroepelijk tot veel te lage prijzen voor de teler. Wij moeten juist produceren wat de markt vraagt. Door het contact met consumenten laat je zien wat je kan bieden. Omgekeerd kan je ervaringen uitwisselen. Eigenlijk verzamel je zo de ingrediënten voor de verbetering van je bedrijfsvoering, voor innovaties en dus je toekomstige business. De informatie die je zo verzamelt heb je weer nodig om de communicatie met handel en retailers beter te laten verlopen.”

Goed kiezen
Eigenlijk komt er geen negatief woord over de lippen van telers die de sprong wagen om de confrontatie met de consument aan te gaan. De één richt zich puur op promotie en voorlichting, de ander doet goed zaken met directe verkoop. Uiteraard kiezen deze ondernemers wel met zorg uit op welke plaatsen zij hun waar aanprijzen. Het meeste succes hebben zij daar waar het publiek leergierig is. De aandacht voor gezond en lekker eten neemt toe, dus ook de lijst van evenementen wordt langer.

Nieuwe Oogst, oktober 2008

Gerbera
















Germini telers tevreden over samenwerking binnen Colours of Nature
Van der Lans: ‘Een ondernemer moet bij ons een teamspeler zijn’

Colours of Nature is een begrip binnen de gerberateelt. Het samenwerkingsverband is in veertien jaar tijd uitgegroeid naar een professionele organisatie. “Het lukt ons steeds beter om marktgericht te produceren”, vindt woordvoerder Robert van der Lans.

“We waren alleen problemen aan het oplossen en de verkoop bleef hangen. Daardoor waren we niet in staat om vooruit te denken, met de klant mee te denken.” Zo omschrijft Robert van der Lans de situatie waarin telersvereniging Colours of Nature na negen jaar samenwerking terecht was gekomen.
De stap om meer marktgericht te produceren was nodig om het samenwerkingsverband meerwaarde te geven. Zo werd de vereniging op 1 januari 2005 omgezet naar een coöperatie. Nu, bijna vier jaar later, vertelt Van der Lans wat deze verandering heeft opgeleverd.

Germini-pool
De samenwerking tussen de telers ontstond op initiatief van veiling Flora Holland. In de jaren tachtig waren er al telers van grootbloemige gerbera’s, die met een boekettenlijn werkten. De vader en oom van Robert, bijvoorbeeld. Toen in de jaren negentig de teelt van mini-gerbera’s opkwam riep de veiling een aantal telers bij elkaar met het plan om de retailers te gaan beleveren met boeketbloemen.
De mini’s waren minder kwetsbaar dan de grootbloemige gerbera’s en daarvoor beter geschikt. Het doel was retailers met export naar Duitsland en Engeland van gemengde boeketten te voorzien en daardoor tegelijkertijd de totale gerberamarkt te ontlasten. Uit deze germini-pool ontstond in 1995 de vereniging Living Colours, later omgezet naar Colours of Nature.

Van vereniging naar coöperatie
De leden bundelden het totale aanbod, maar kregen individueel door de veiling uitbetaald. Een situatie, die lang naar tevredenheid van beide partijen functioneerde. Toch gaf deze constructie te weinig mogelijkheden om op de markt in te spelen. Ieder lid van de vereniging handhaafde nog het gebruikelijke assortiment van zo’n tien rassen per bedrijf en onderlinge afstemming van de aanvoer was moeilijk. Ieder individueel lid liet zich te veel leiden door klokprijzen, die nu eenmaal op maandag hoger liggen dan later in de week. Het gevolg was toch een ongelijke aanvoer.
Deze situatie was voor de leden uiteindelijk onbevredigend. Zij waren van mening dat het niet uit moest maken op welke dag je bloemen levert. Bovendien was een herverdeling van het assortiment over de bedrijven nodig om meer efficiënt te gaan produceren. Dit leidde uiteindelijk tot het initiatief om een coöperatie op te richten. In de bloementeelt nog een vrij uitzonderlijke situatie.

Hoe het werkt
Het grote verschil tussen de vereniging en de coöperatie is dat de totale productie van de individuele telers nu één geheel vormt. De coöperatie ontvangt de inkomsten, waarna een eerlijke verdeling plaats vindt over de bedrijven.
De verkoop van de bloemen verloopt nog steeds via Flora Holland. Of het product voor de klok komt, wordt bemiddeld via een verkoper van de veiling, of zelf direct wordt verkocht, de geldstroom verloopt via de veiling.
Van der Lans, die zich binnen de coöperatie steeds meer toelegde op afzet en marketing, bedacht een matrix voor het volledige assortiment. Hij zette de productie van ieder ras uit tegen het gemak van verwerken. Zo ontstonden er verschillende prijsgroepen. Ieder lid krijgt nu van de coöperatie een prijs per steel uitbetaald, vastgelegd in die prijsgroepen. Overstijgen de inkomsten de afgesproken prijzen, dan volgt een verdeling over de bedrijven. De coöperatie heeft namelijk geen winstoogmerk.
Door het loslaten van individualiteit heeft ook een herverdeling van het assortiment plaats kunnen vinden. Van der Lans: “Het aantal rassen per bedrijf is teruggebracht tot vier. Dat is natuurlijk veel efficiënter. De onderlinge verschillen per bedrijf bestaan nog steeds, want de één kiest voor een gemakkelijk te telen assortiment, terwijl de ander er juist voor kiest om moeilijke rassen te telen. Het verschil komt vanzelf tot uitdrukking in de uitbetaalprijs.”

Eerder voetballer dan tennisser
De coöperatie heeft een vaste samenstelling van zeven bedrijven. Zes daarvan zijn individuele ondernemers. Het zevende bedrijf is van alle ondernemers samen. Van der Lans, die geen eigen bedrijf meer heeft en inmiddels directeur is, heeft ook een aandeel in het zevende bedrijf. De telers kozen gezamenlijk voor deze constructie, omdat er ruimte was voor uitbreiding van areaal.
Het is niet uitgesloten dat er in de toekomst nog een ondernemer in stapt, maar dan moet deze in het bestaande stramien passen. Hij of zij moet namelijk goed kunnen samen werken, omdat de bedrijven erg op elkaar zijn ingespeeld. De directeur: “Als ondernemer moet je bij ons een teamspeler zijn. Eerder voetballer, dan tennisser.”
Het grote voordeel van deze samenwerkingsvorm is dat de verschillende bedrijven zich volledig kunnen toeleggen op teeltechniek en kwaliteit. Het feit dat ze minder verschillende rassen telen is daarbij een tweede voordeel. Zij kunnen het klimaat veel meer toe spitsen op het kleine assortiment. Het prijsrisico hebben ze gedeeld, maar ieder bedrijf blijft zelf verantwoordelijk voor de productie. Er blijft een stimulans om zo goed mogelijk te presteren.

Vraag gestuurd leveren
Colours of Nature houdt een teeltduur aan van drie jaar. Eén keer per jaar nemen de ondernemers het assortiment door en bepalen welke rassen afvallen en er nieuw bij komen. Dit gebeurt op basis van overleg met veredelaars en eigen proeven op het zevende bedrijf. Steeds houden ze daarbij hun eigen USP (Unique Selling Point) in het achterhoofd, namelijk vraag gestuurd leveren van een goed product voor een marktconforme prijs.
Ieder jaar stelt de coöperatie haar ondernemingsplan bij. Daarbij hoort ook een SWOT-analyse, waarbij de sterke en zwakke punten van het samenwerkingsverband worden afgezet tegen de kansen en bedreigingen. Bij die kansen hoort ook vernieuwing van het assortiment.
Nieuw zijn bijvoorbeeld gerbera’s met blad aan de stelen. Met deze gerbera’s hopen de telers de sierwaarde te verhogen, zodat gerbera een betere presentatie krijgt als monobos.
Colours of Nature is niet de enige samenwerkingsvorm in coöperatief verband gebleven. Inmiddels heeft een groep santinitelers een vergelijkbare structuur opgezet onder de naam Flowers4all.


De deelnemers
De coöperatie Colours of Nature, met een gezamenlijk areaal van bijna 25 ha, bestaat uit:
Fa. J. Groenewegen & Zn, De Lier
Fa. Batist Oranjepolder, Maasdijk
Fa. Gebr. H & P. Koop, Den Hoorn
Van der Lans Gerbera’s VOF, Honselersdijk
Fa. F.P. Breugem, Made
Fa. Gebr. A. & R. van Veen, Rijswijk
Colours of Nature BV, Kwintsheul

Onder Glas, december 2008