donderdag, april 14, 2011

Kleine gewassen

Jos van der Hoorn over zijn ranonkelteelt:
‘Ik blijf zo lang mogelijk dit mooie gewas telen’



Op het bedrijf van Jos van der Hoorn luiden de eerste bloeiende ranonkels de nieuwe lente in. Sinds jaar en dag teelt hij deze voorjaarsbloemen. Kopers weten hem feilloos te vinden, omdat hij een goede kwaliteit teelt, waarbij hij vast houdt aan tamelijk rijp oogsten. Dat komt de kwaliteit ten goede, vindt hij.

 De eerste officiële lentedag komt dit jaar overeen met de start van het ranonkelseizoen. Jos Van der Hoorn van kwekerij ‘Effe Werk’ in Ter Aar treft de eerste voorbereidingen voor de oogst. “Ze komen dit jaar laat in bloei”, vertelt hij. “Veertien dagen later dan gewoonlijk.” Dat wijt hij aan de flinke vorstperiode in december. Die zorgde er voor dat dit licht gestookte gewas wat meer kou heeft gekregen dan doorgaans het geval is.

vrijdag, april 08, 2011

Miami



Robert is here

Langs de weg van Miami naar de Keys en de Everglades staat een bordje met een pijl ‘Robert is here’. Als je dat bordje volgt kom je bij de meest wonderbaarlijke groente- en fruitwinkel van heel Florida. Stapels mango’s paprika’s en tomaten glimmen je tegemoet. Terwijl heel veel mensen hun mandjes vol stapelen kijkt Robert glimlachend toe.

Het verhaal is eenvoudig. Toen Robert zes jaar oud was zette zijn vader hem dagelijks op deze hoek langs de weg om na schooltijd komkommers te verkopen. Aangezien het ventje nog klein was en niemand stopte hing zijn vader een bord boven zijn hoofd met de tekst ‘Robert is here’. Vanaf die dag ging de verkoop soepeltjes. Robert is inmiddels de zestig gepasseerd en heeft een grote farm waar hij de producten voor zijn winkel teelt. Een regionaal product uit het zuiden van Florida. Mensen uit Miami rijden met liefde de stad uit om bij Robert in te slaan. Naast verse producten vinden ze daar ook jams, chutney’s, dressings en aanverwante producten, uiteraard onder eigen label.



Ik moest er even aan denken toen ik afgelopen week las over de opening van Landmarkt

zaterdag, april 02, 2011

Tulpen

Cees Klaver over de eerste ervaring met merknaam PolderPride
‘Gezamenlijk onze passie voor een kwaliteitsproduct uitstralen’



Als het broeiseizoen los barst, komen er dagelijks massa’s tulpen voor de veilingklok. Hoe is het dan nog mogelijk om als middelgrote tulpenbroeier op te vallen met je producten? Zes Noord-Hollandse collega’s zochten samenwerking en lanceerden de merknaam PolderPride. Samen sterk en samen trots.

In de koelcel van Cees Klaver staan de karren volgestapeld klaar voor de veiling. Bossen vol met de rode ‘Ille de France’, gerold in het opvallende blauwe papier van PolderPride. Deze tulpen gaan naar Rijnsburg, waar ze morgenochtend in een rij (cluster) achter elkaar worden geveild, samen met tulpen van de andere samenwerkende broeiers.

Bollen van de klei
Klaver vertelt over het ontstaan van de merknaam. Hij en zijn collega-bedrijven Blom-Pronk, Van der Gulik Tulpen, Smal Bloembollen, Poel Bloembollen en Jac. Uittenbogaard staan gezamenlijk achter dit merk. Een zevende deelnemer is in aantocht. Het gaat om bedrijven die een bepaalde kwaliteit vertegenwoordigen, maar zich door hun redelijke kleinschaligheid moeilijk afzonderlijk kunnen profileren. Ze broeien ieder tussen de 2,5 en 12 miljoen tulpen op jaarbasis. Samen trekken ze 37 miljoen stelen en voeren een assortiment van 65 rassen.