maandag, mei 27, 2013

Jeugd in de tuinbouw



Beslissingen nemen als een echte tuinder
‘We laten de sexy kant van de tuinbouw zien’

Zelf sturen, zelf beslissingen nemen en fouten mogen maken. Hoeveel theorie je ook krijgt voorgeschoteld in de schoolbanken, het tuinbouwvak leer je pas echt in de praktijk. Sinds januari 2012 is het Horticultural Experience Centre, onderdeel van GreenQ Improvement Centre in Bleiswijk in bedrijf. Een paradijsje voor studenten die een tuinbouwopleiding volgen.

Het is maandagmorgen. Wesley van der Ende, Reinier van den Berg, Dave van der Ploeg, Alex van der Waal en Martijn de Zeeuw zitten om tafel. Zojuist hebben ze een kijkje genomen bij hun eigen komkommerteelt, die ze dit seizoen hebben opgezet en zullen begeleiden. Het is onderdeel van hun MBO-opleiding die ze aan de Lentiz Onderwijsgroep volgen. Vanmorgen zijn ze om 6.45 uur met een busje uit het Westland vertrokken om vervolgens de hele dag stage te lopen in Bleiswijk.
Drie van de vijf jongens hebben thuis een tuinbouwbedrijf, de andere twee houden niet van stil zitten en werken bij een tuinder. Het is een uniek stel, want zij hebben in tegenstelling tot veel jongeren goed door dat werken in de tuinbouw helemaal niet saai of suf is. Sterker nog: ze doen niets liever.

Vooral doeners
Hun docent Henk van der Sar neemt poolshoogte. Hij stuurt de jongens aan om vooral op tijd aan hun verslag te beginnen en alles wat hen opvalt vast te leggen. Hij kent zijn pappenheimers. Het zijn meestal geen schrijvers, maar vooral doeners. Jongens die het gevoel willen krijgen om zelf te telen. En ze hebben er lol in. Twintig weken lang geven ze leiding aan een project. Ze moeten zelf watergift, bemesting, klimaat, gewasonderhoud en oogsten regelen. Dat gaat 24 uur, zeven dagen per week door.
De groep heeft een iPad, die de studenten beurtelings mee naar huis nemen, zodat ze ook thuis weten hoe het klimaat in hun afdeling is. Via WhatsApp overleggen ze met elkaar wat te doen. Van der Sar: “Ze hebben hier de beschikking over klimaatapparatuur van verschillende leveranciers en belangrijker, ze leren hier omgaan met verantwoordelijkheid.”

Een compliment
In de afdeling tegenover de komkommers staan aubergines. Luc van den Bosch, Dion Sta, Ricardo van Antwerpen, René Bakker, Jacob van den Hoek en Dianto van der Lugt ontdekken de wondere wereld van een teelt die ze geen van allen van dichtbij kennen. Een teeltvoorlichter begeleidt hen wekelijks en zojuist hebben ze een compliment gekregen omdat het gewas er erg goed op staat. Alle gewashandelingen doen ze zelf, evenals het controleren van de biologische bestrijding.

Buddy-systeem
Sjoerd Nieboer, educatie coördinator bij GreenQ, heeft een programma in elkaar gezet voor deze studenten. Na het nalopen van hun eigen teelt gaat iedere leerling volgens een buddy-systeem mee met een medewerker van het centrum. Zo leren ze niet alleen van hun eigen teelt of project, maar steken ze tegelijkertijd ook veel op van de andere gewassen en bijbehorende proeven.
Nieboer probeert de studenten te motiveren door de leerstof naar hun eigen belevingswereld te brengen. Moderne communicatiemethoden via een tablet horen daar gewoon bij. “We laten de sexy kant van de tuinbouw zien, maar bovenal moet een tuinbouwopleiding kwaliteit bieden.”
In totaal lopen nu elf studenten van Lentiz Onderwijsgroep stage bij het centrum. Ook Edudelta Onderwijsgroep, Hogeschool Inholland Delft en Melanchthon Business School maken gebruik van de speciaal ingerichte kassen, die allemaal aparte klimaatregeling en een bemestingsunit hebben. Het initiatief kreeg de steun van het Ministerie van EL&I.

Meer kwaliteit
Dit project is geen overbodige luxe. De noodzaak is groot om het theoretische en praktische tuinbouwonderwijs goed aan te laten sluiten op de vraag van het bedrijfsleven. Docent Van der Sar: “Een goede teeltman is gewoon een topbaan. Daar zijn er veel te weinig van.”
Een feit is dat jonge mensen niet meer kiezen voor een tuinbouwopleiding, omdat ze denken dat het geen interessant vak is. Het tegendeel is waar, maar leg dat maar eens uit. Om het tij te keren is het dus hard nodig de opleiding aantrekkelijk te maken en meer kwaliteit mee te geven, afgestemd op het toekomstige ondernemerschap.

Begeleiding door telers
Het begeleiden van de eigen teelten van de studenten is ook voor de betrokken deskundigen een leerproces. Elk groepje studenten wordt nu begeleid door een teler die de teelt door en door kent. Eens in de week lopen ze samen door het gewas en geeft de teler aanwijzingen om het klimaat bij te sturen.
Dit vrijwilligerswerk werd vorig jaar nog ingevuld door vaders van studenten. Nieboer: “Dat werkte niet. Als meerdere ouders zich met de proef van hun kinderen bemoeien, ontstaat er verschil van mening. Net zoals dat in het echt ook gebeurt. Dat is lastig voor de studenten. Nu we dat hebben losgekoppeld gaat het veel beter.”
Een rondje langs de studenten levert enthousiaste reacties op. Ze vinden het veel interessanter om door eigen onderzoek teelttechnieken onder de knie te krijgen dan uren lang in de schoolbanken te zitten. Dave van der Ploeg is de enige leerling die op het eigen bedrijf komkommers teelt, net als in de proef. De vraag is natuurlijk of hij hier meer leert dan thuis. Met een stevige glimlach geeft hij een bevestigend antwoord. “Thuis is het toch anders. Daar beslist mijn vader. Hier mag ik zelf sturen met de klimaatregeling. Dat is een heel ander verhaal.”