zondag, december 21, 2008

Orchidee
















Marcel van Os vindt vergelijk met collega’s moeilijk
“Alleen exacte meetgegevens bieden nog enig houvast”

De grootste opgave voor Marcel van Os was een juiste temperatuurverdeling in zijn nieuwe Optimakas te krijgen. Het zoeken van de juiste temperatuurtrajecten met zijn koel- en verwarmingssysteem heeft hij vooral zelf moeten uitvinden. Iedere vergelijking met andere bedrijven loopt stuk op individuele verschillen tussen installaties. Alleen exacte registratie van meetgegevens geeft houvast bij het vergelijken met collega’s.
“In het begin heb ik heel wat tijd onder mijn tafels doorgebracht”, vertelt Marcel van Os. “Steeds weer meten en vergelijken van luchtstroming en temperatuur. Lucht zoekt de weg van de minste weerstand en er ontstaan makkelijk horizontale temperatuurverschillen. Die wil ik zo veel mogelijk voorkomen, natuurlijk. We hebben de manier van lucht in blazen wel een aantal keren moeten aanpassen.”
Van Os maakte een grote stap. Zoals zijn achternaam al doet vermoeden liggen zijn roots in de rozenteelt en ook nu teelt hij nog op 1,5 hectare grootbloemige rozen. Twee jaar geleden besloot hij om - zoals velen - in de Phalaenopsisteelt te investeren. Aan de Vlietweg in Naaldwijk bouwde hij een kas van 2,5 hectare, waar hij nu grandiflora’s heeft staan. Het gaat hier om een zogenaamde Optimakas, ingericht met luchtbehandelingskasten bovenin en onder de tafels, beiden in staat om zowel te verwarmen als te koelen. Een semi-gesloten systeem, want Van Os wilde wel luchtramen om via het kasdek te kunnen ventileren.



Ander gewas
Op dit moment is de teler tevreden over zijn teeltresultaten en de kwaliteit van zijn planten. Zijn eerste schreden in de wereld van de Phalaenopsis zijn hem goed bevallen. Met zijn teeltachtergrond in de rozen vindt hij deze potplant een totaal ander gewas dat niet of nauwelijks verdampt. Ook een gewas dat je op een hele andere manier water geeft. Niet een aantal druppelbeurten per dag, maar één ‘hoosbui’ per vijf tot zes dagen, waarna je zo snel mogelijk het vocht moet afvoeren. En vooral dat laatste vergt een aantal vakkundige ingrepen.
Van Os koos voor de Optimakas, omdat hij vanwege de teelt toch al naar een kas met koelsysteem zocht. Een semi gesloten kas lag dus in zijn denkrichting. De te verwachten energiebesparing en kwaliteitsverbetering speelden uiteraard ook mee.

Luchtverdeling
In de voorbereidende fase heeft de Phalanopsisteler veel tijd genomen om zijn wensen met verschillende installateurs door te spreken. Daar kwamen de ideeën uit naar voren om de lucht in de kas te verdelen en bij de planten te brengen.
Van Os: “Voor mij stond steeds vast dat ik niet voor vrije uitblaas zou kiezen. Ik vroeg me af hoe ik een gelijke hoeveelheid lucht langs iedere plant moest krijgen.”
In de kas laat hij de luchtslangen onder de tafels zien, met een door de installateur berekend gatenpatroon. Sommige slangen hebben alleen gaten, anderen zijn voorzien van kleine buisjes. Dit is een idee van Van Os om de luchtverdeling verder te optimaliseren. “Het is een samenspel tussen mij en de installateur”, gaat hij verder. Mijn praktijkkennis, aangevuld met de theoretische kennis van de installateur die de berekeningen heeft gemaakt (Technokas/Bode). We hebben eerst bedacht hoe de luchtverdeling plaats moest vinden, samen met de koelmachine. De luchtbehandelingskasten maakten het mogelijk om laagwaardige warmte uit de WKK optimaal te gebruiken. Pas daarna hebben we ons verdiept in de eigenlijke klimaatregeling.”

Metingen
“Eigenlijk hebben we eerst de kas en de technische ruimte uitgewerkt. Pas daarna hebben we het plan voorgelegd aan de leverancier van de klimaatcomputer (Priva)”, legt Van Os uit. “Ik ben van mening dat je niet moet bezuinigingen op meetapparatuur en daarom heb ik samen met de leverancier een goed en compleet meetplan opgesteld. Ik moet zeggen dat ze daarbij heel zorgvuldig te werk zijn gegaan. We meten nu ook temperatuur van het gewas en wortels. Het is ook belangrijk om deze te volgen, want het kan het verschil uitmaken van één of twee stelen per plant. En dat bepaalt uiteindelijk de kwaliteit.”
Vervolgens was het de taak van de teler en zijn team om voor het eerst met laagwaardige warmte te gaan telen. “Het was zoeken naar het juiste temperatuurregime”, gaat hij verder. “Je moet leren werken met het verwarmend oppervlakte van het blok in de luchtbehandelingskasten. Exacte metingen zijn daarbij een voorwaarde. Je merkt dat je met het hele regime moet toewerken naar de volgende gietbeurt.” Van Os merkte dat de teelt in de nieuwe kas goed verliep en dat ook energietechnisch de doelstellingen werden behaald.

Nek uitsteken
De bouw van de kas en overschakeling naar een nieuw gewas is een hele grote stap geweest. Van Os: “Je merkt op zo’n moment dat je als ondernemers gigantische risico’s neemt als je je nek uitsteekt. Het blijkt gelukkig dat het nu goed gaat.” Nu de prijsvorming van het product ook iets minder goed verloopt valt dat nog eens extra op.
De teler bespaart met de Optimakas nu 10% op energie ten opzichte van de traditionele teelt. De extra investeringen die daar tegenover staan bedragen 20 euro per m2. Een bedrag dat hij in 3,5 jaar wil terug verdienen. Van Os: “Toch ben ik van mening dat telers die hun nek uitsteken meer ondersteund moeten worden met subsidies. Juist de projecten die in de praktijk lopen leveren veel informatie op, terwijl de ondernemers grote risico’s lopen.”


Luchtverdeling en Optimakas
Over de juiste verdeling van lucht is nog veel discussie. In de nieuwste kassen met luchtbehandelingskasten en slangen wordt wel in rap tempo ervaring opgedaan, maar de diversiteit aan gewassen maakt de toepassingen erg specifiek. Een vruchtgroentegewas, dat gedurende de teelt een groot volume in neemt, is totaal anders dat een potplantenteelt op roltafels. Vooral op de Phalaenopsis bedrijven zet de gesloten of semi gesloten kas door, deels vanwege de noodzaak tot koelen, deels vanwege de reeds behaalde resultaten met luchtverdeling en klimaat.
Onder Optimakas verstaat Priva alle kasconcepten die gericht zijn op het optimaliseren van het klimaat, anders dan de traditionele kas. Deze optimalisatie begint al vanaf maatregelen als ventilatoren in combinatie met luchtslangen onder het gewas. Dit om via de luchtbeweging een beter klimaat te bewerkstelligen. Een logisch vervolg daarop is een semi gesloten tot gesloten teeltsysteem, waar enigszins tot helemaal niet meer wordt geventileerd via het kasdek. De gesloten kas is uiteindelijk doelstelling, maar momenteel is de semi gesloten kas een realistischer streven.
Voor alle kassen die onder het hoofdstuk Optimakas vallen geldt dat de manier van klimaatregeling anders is dan in de traditionele kas. Dat geldt ook voor de software die hier speciaal voor ontwikkeld is en die gecombineerd kan worden met bestaande software. Telers en adviseurs moeten dusdanig anders leren om gaan met klimaat dat optimalisatie met hele kleine stappen tegelijk gaat. Het is een samenspel tussen de technische kennis van de leverancier en de teeltkennis van de ondernemer.

Onder Glas, december 2008

dinsdag, december 16, 2008

zondag, december 14, 2008

Archeon































Redding door twee vrouwen en twee vampiers

Mijn mobiel....

"Pieternel? Ja met mij. Ik zit vast met m'n auto. Vast in het gras. Bij het Archeon in Alphen. Nee, ik kom er niet uit. Niemand heeft hier een kabel."

"O, maar het is toch hartstikke druk daar? Wil niemand helpen?"

"Nee, het is ongelofelijk. Ze laten me hier zo staan. En ik moet nog naar een voetbalwedstrijd in Woubrugge...en spreeuwen fotograferen. Ik ga dat allemaal niet redden. Wil je alsjeblieft komen?"

"Tuurlijk, ik probeer er zo snel mogelijk te zijn, maar ik ga geen bonnen rijden hoor!"

Waar haal ik zo snel een kabel vandaan? Die is een keer verdwenen, waarschijnlijk bij het inruilen van een auto. Helemaal uit het oog verloren. Een stuk touw? Waar vind ik een stuk stevig touw? O ja, de buurman. Die heeft vast wel iets.

"Zeg Wim, heb jij een kabel?"

"Een kabel? Eh...., ik kwam hem afgelopen zomer nog tegen in de schuur. Ja, die dingen gebruik je tegenwoordig niet vaak meer. Ik wilde hem al weggooien. Hier, alsjeblieft. Komt goed uit hè?"

"Zeg jongens, ik moet even weg. Pappa redden. Wil er nog iemand mee?"

Cathelijne spitst haar oren. "Yes, ik wil mee. Zal ik de kabel bij me nemen?" Spanning en sensatie doen haar ogen glimmen.

Wij naar Alphen. Dat is toch nog een half uur rijden. Geen nood, even wat gas erbij. Oei, de flitspaal over het hoofd gezien. 120 kilometer, 20 te hard. Geen flits gezien, gelukkig. Bij het Archeon staat Henk al te zwaaien. In eerste instantie zie ik hem over het hoofd. Het is druk, want er is een midwinterfair. Er lopen van die verklede heksen en geverfde mannen over het parkeerterrein. Ze kijken me wat schaapachtig aan, zover ik hun ogen kan onderscheiden onder een dikke laag zwarte oogschaduw.

Cathelijne reikt Henk de kabel aan. Ik zet mijn auto voor de Audi, die wel heel ernstig is verzakt in de berm. Ik geef gas. Het gevaarte geeft geen krimp. Nog een keer. Ik ruik een nare lucht, afkomstig van mijn koppeling. Dat lukt dus van geen kanten. Ik stap maar uit. Deze auto is gewoon niet sterk genoeg voor dit soort klussen.

"Henk, je zult iemand moeten zoeken met een 4wheeldrive. Het is niet anders."

Gelukkig staat er een oude jeep, klaar voor vertrek. Een moeder met twee jonge heksjes op de voorbank. Het bloed druipt uit hun mondhoeken. Jakkes, vampiers. De moeder is vlot. Ze gooit haar jeep, die toch al onder de modder zit, met een zwaai voor de Audi. Kabel aan de trekhaak en sjorren maar. En zo wordt de Audi oneervol aan zijn achterste uit de modder gezogen. De kluiten klei tikken in de wielkasten.

Hulde aan vrouwen en vampiers. Zij houden mannen en hun Audi’s op het rechte pad.

Naschrift: De gemeten snelheid bedroeg 113 km/h, volgens de Politie Hollands Midden. Na de verplichte correctie bleef daarvan 109 km/h over. Nog altijd goed voor een opgelegde sanctie van € 38,00.

dinsdag, december 02, 2008

Pelikaan














Sneeuw en zon,

het regent en sneeuwt in Nederland, maar in Napels, Florida, schijnt de zon. En daar geniet iedereen op zijn eigen manier van.

Alpaca































Alpaca verovert de harten van Europeanen

De kleine alpaca uit de Andes verhuisde naar Europa om zich daar te ontpoppen als een vriendelijk gezelschapsdier. Margriet Moed viel als een blok voor de wollige alpaca’s en zet zich in voor de fokkerij van goede, gezonde dieren, die hun weg naar de liefhebber met groot gemak vinden.

“Lief, nieuwsgierig, vriendelijk, makkelijk en gevoelig.” Zo omschrijft Margriet Moed haar alpaca’s. “Het zijn dieren, die ik nog het meest vergelijk met herten. Ze reageren erg instinctief. Je moet er zelf heel kalm mee om gaan, want het blijft een vluchtdier. Dat merk je aan alles.”
Achter de boerderij van de familie Moed drommen de alpaca’s samen rond de met hooi gevulde voederbak. De dieren maken kleine geluiden naar elkaar als ze door mensen worden benaderd. Met grote bruinfluwelen ogen slaan ze het publiek gade. Hun dikke wintervacht verraadt hun afkomst, de hoogvlakten van Zuid-Amerika.
“Een alpacavrouwtje kan haar dracht ophouden tot het moment dat het gunstig is om te baren”, gaat Margriet verder. “De zwangerschap duurt 11,5 tot 13 maanden. De natuur werkt heel logisch. Alpaca’s worden meestal ’s morgens geboren. Als dat niet gebeurt kan het jong niet opdrogen door de zon en vriest het ’s nachts dood.”
Dieren die aan dergelijke ruige omstandigheden gewend zijn hebben weinig moeite met het Nederlandse klimaat. Alleen vocht is slecht voor ze. Aangezien ze op de hoogvlakten genoegen nemen met droog steppegras zijn ze als huisdier tevreden met voornamelijk hooi en een klein beetje alpaca krachtvoer als aanvulling..

Reportage
Margriet Moed, echtgenote van een Groningse akkerbouwer en boomteler, wilde ‘iets voor haarzelf’ doen. Ze was al een tijdje op zoek naar een geschikte invulling toen ze op een avond een reportage over een alpacafokkerij op CNN zag. Het weekend daarna reed ze al naar België en kocht haar eerste drie hobbydieren. Dat was zes jaar geleden. Inmiddels telt haar farm in totaal 130 dieren en heeft de hobby zeer serieuze vormen aangenomen. Ze heeft inmiddels zowel de Huacaya als de meer zeldzame en exclusieve Suri alpaca’s. De Huacaya’s zijn de bekende alpaca’s met dik krulhaar, de Suri’s hebben lange dreadlocks.
Sinds de komst van haar eerste dieren heeft Margriet al haar energie gestoken in het vergaren van kennis over dit Zuid-Amerikaanse dier. Sinds 1984 wordt er buiten Amerika eigenlijk weer serieus gefokt met alpaca’s. De kennis over deze dieren is dus nog betrekkelijk jong. Dat geldt ook voor de veterinaire zorg die min of meer in de kinderschoenen staat. Tot nu toe blijken de dieren echter niet erg gevoelig voor ziekten.

Kwaliteit
De alpaca fokster heeft zich tot doel gesteld om zich vooral op kwaliteit te richten. In het fokprogramma zoekt ze bijvoorbeeld naar dieren met een zeer fijne wolstructuur en een goede bouw. Als zij op zoek is naar nieuwe fokdieren in het buitenland, maakt ze zelf een eerste screening op het gezicht, maar laat de wolkwaliteit onderzoeken in een laboratorium en roept de hulp in van vakmensen om de dieren te controleren op hun bouw en gezondheid. Dit is natuurlijk een kostbare aangelegenheid, maar meer dan de moeite waard. Een goede alpaca kan namelijk bij verkoop 10.000 euro opleveren. Margriet is altijd op zoek naar een goede dekhengst, want van kunstmatige inseminatie moeten de alpaca-dames niets weten.

Exclusief
De wol van alpaca’s is zeer gewild, vanwege de fijne structuur. De kwaliteit ligt hoger dan van kasmir en mohair. Verwerken van de wol is in Europa erg kostbaar en kan niet concurreren met het goedkopere verwerkingsproces in Zuid-Amerika. Het fokken voor de wol is dus voor Margriet eigenlijk wel een doelstelling, maar veel belangrijker is de toepassing als exclusief huisdier. In Engeland en Duitsland is de alpaca bezig aan een opmars. Nederland moet daarin nog volgen.
Neemt niet weg dat de vacht van Europese dieren dusdanige kwaliteit heeft dat er voor de Europese wol in de toekomst ook een afzetmarkt is. Behalve dat de wol heel mooi is heeft deze een hoge isolatiewaarde en is antiallergeen. Margriet heeft inmiddels van haar eigen wol de eerste kledingstukken laten breien en weven. Deze wil ze in het exclusieve segment gaan afzetten onder de naam Johannes Hilbertus.

Aaibaar
De allergrootste troef van de alpaca’s is de hoge aaibaarheidsfactor. Margriet denkt dat ze een belangrijke therapeutische functie kunnen gaan vervullen op bijvoorbeeld zorgboerderijen. Hun lieve karakter maakt ze ook erg geschikt voor kinderboerderijen.
Samen met een collega fokker is ze van plan om de Nederlandse Alpaca Society op te richten. Binnen afzienbare tijd zal ook de eerste Noord Nederlandse Alpaca Show gaan plaats vinden, met een keuring om de allerbeste eigenschappen van dit aantrekkelijke dier naar boven te halen.

Alpaca Europe
Alpaca Europe is de alpaca farm van Margriet Moed in het Groningse Westerlee. Haar hobby is in zes jaar tijd uitgegroeid tot een serieuze fokkerij die op dit moment 130 dieren telt.


Agrarische kalender ABN AMRO Bank, december 2008