maandag, november 11, 2013

Help, mijn moeder is klusser























De trap

De een heeft zijn moeder nodig, de ander haar beste vriendin. Weer een ander een therapeut. Ik heb de trap. De trap die zich verzet, maar zich uiteindelijk laat bedwingen.

Vijfendertig jaar ligt hij verborgen onder wollen gemêleerd tapijt, vastgehecht met stevige lijm en honderden krammetjes. Voetstappen, naar boven en weer terug, van vlugge voeten die door de jaren strammer, stijver werden. Op een dag maakte de leuning plaats voor een geleidingsrail voor de traplift. Verbleekt, stoffig en versleten verloor de trap zijn verbindingsfunctie als spil van het huis.

Op de eerste dag dat wij dit nieuwe leven binnen stapten kreeg de trap heel wat te verwerken. Mijn kinderen trokken genadeloos het tapijt van de treden. Zo’n woeste aanval nam de trap ons niet in dank af. De wol liet los, maar de lijmresten niet. Schuurpapier, cola, lijmverwijderaar en föhn konden het verzet niet breken. Respect eiste de trap, het hart van ons nieuwe huis.

In de daarop volgende weken deed ik verschillende pogingen om de trap in oude glorie te herstellen met weken, stomen en krabben. Tot mijn vingers er van open lagen. Tree voor tree kwam de oude, donkerbruine ondergrond naar boven. Het koste tijd. Heel veel tijd. Dat kwam mooi uit, want zo kon ik uitgebreid nadenken over de afgelopen jaren.

Dertien treden, dertien stappen voorwaarts en omhoog. Langzaam geeft de trap zich bloot. Schuren, schilderen, snijden, plakken, schroeven en boren. Donker verandert in licht. De trap krijgt nieuwe, lichtvoetige vrienden. De een rent, de ander springt. En weer een ander loopt een nieuw leven tegemoet.