zondag, november 29, 2009

Tuinbouw, banken en crisis










Banken doen alles om waardevermindering bedrijven tegen te gaan
Geen massale gedwongen verkoop glastuinbouwbedrijven
Banken kunnen zich niet permitteren de komende maanden veel tuinbouwbedrijven failliet te laten gaan. Zij wikken en wegen om de schade door de crisis tot een minimum te beperken. Financieel adviseur Ton van Marrewijk geeft zijn visie op de huidige crisis.

Hij noemt zichzelf geen accountant, maar met een glimlach ‘financieel architect’. Ton van Marrewijk werkte jarenlang voor de Rabobank, totdat hij ruim zes jaar geleden besloot voor zichzelf te beginnen. Hij zag dat ondernemers zich slecht lieten begeleiden bij investeringskeuzes en het verkrijgen van een financiering daarvoor. Hij adviseert ze bij hun keuze. Hij weet als geen ander hoe banken in deze tijd om gaan met hun klanten.
Niet terug kijken
Van Marrewijk heeft veel ondernemers begeleid die nog zeer recent een nieuw bedrijf hebben opgezet. Een deel van die bedrijven heeft nu liquiditeitsproblemen. Nu kun je de vraag stellen of die ondernemers, hun adviseurs en accountants de plannen hebben overschat. “Nee”, vindt hij. “De banken hebben deze bedrijven getoetst en hun plannen goedgekeurd.”
Hij vervolgt: “Je moet niet terug kijken met de kennis die je nu hebt, maar wat je wist toen je als ondernemer de keuze maakte, als adviseur het advies gaf en als bank de plannen wilde financieren. Op dat moment klopten de economische plaatjes en vooruitzichten. Niemand had dit voorzien en achteraf praten met de wetenschap die je nu hebt is niet eerlijk. Je kunt nu wel concluderen dat we met z’n allen op zeer dun ijs hebben gelopen.”
Bedrijven die wat langer geleden vernieuwd zijn, of een pas op de plaats hebben gemaakt, hebben een gunstiger uitgangspositie in deze crisis, vanwege een betere solvabiliteit. Dat kan het gevolg zijn van de capaciteit van de ondernemer, maar ook een samenloop van omstandigheden. Duidelijk is dat je niet met de vinger kunt wijzen. Iedereen zit in hetzelfde schuitje. Dat maakt dat ondernemers er nu opener over zijn.
Pas op de plaats
Het was altijd een gouden regel dat een glastuinbouwbedrijf minimaal 25% eigen vermogen moest hebben. Die norm is de laatste tien jaar los gelaten en gedaald naar 15%. Op de meest kapitaalintensieve tuinbouwbedrijven wordt zelfs die 15% soms niet gehaald.
De huidige economische omstandigheden zorgen voor een flinke ontnuchtering en een extra kwetsbare positie van veel bedrijven. Het eigen vermogen zal omhoog moeten om deze ondernemingen gezond te maken.
Op dit moment zijn de banken uitermate terughoudend in het financieren van nieuwbouwplannen. Zij steken hun energie vooral in het voortbestaan van hun bestaande klantenkring. De adviseur merkt op dat het eigenlijk niet uit maakt voor welke bankier je hebt gekozen. Rabobank, ABN AMRO Bank en ING houden zich allen aan dezelfde gedragscode.
Die terughoudendheid heeft misschien nog meer te maken met de eigen vermogenspositie van de banken zelf. Vanuit de Nederlandsche bank (DNB) en volgens EU-richtlijnen moeten de banken hun vermogenspositie weer omhoog krikken. Dat kan alleen door minder leningen uit te zetten en via hogere rente weer middelen binnen te krijgen. Vandaar de renteverhoging waar veel ondernemers mee worden geconfronteerd.
‘Passende’ rente
“Banken moeten nu ook de verliezen van hun klanten financieren”, weet de adviseur. “Een mooi moment voor banken om de totale financiering van bedrijven opnieuw te beoordelen en een daarbij ‘passende’ rente vast te stellen. Aanpassen van eerder gemaakte rente-afspraken vind ik persoonlijk misbruik maken van de situatie en maakt de overlevingskans van bedrijven nog moeilijker.”
“Ik heb er minder moeite mee dat de banken nu hoge rentes vragen voor nieuwe financieringen. Het is de afgelopen jaren ook andersom geweest. Banken vochten voor hun marktaandeel en ondernemers profiteerden daarvan. Door banken tegen elkaar uit te spelen bedongen zij extreem lage rentes. Nu is het andersom, dat is nu eenmaal marktwerking.”
Voor gezonde bedrijven ziet de adviseur dus nog steeds financieringsmogelijkheden. “De grondprijs daalt en de kosten van bouwen liggen laag. Wie dus de financiering rond krijgt, kan daar nu de vruchten van plukken.”
Gedwongen stoppen
Veel ondernemers worstelen met de vraag of zij door kunnen gaan of gedwongen moeten stoppen. Voor een aantal zal dat inderdaad spelen, maar voor de meerderheid (nog) niet. Zolang er kans is dat de markt voor tuinbouwproducten herstelt, zullen de banken uiterst voorzichtig opereren. Hoe dat over een jaar uit zal pakken valt nu nog niet te voorspellen.
Zeker is dat een faillissement van een groot aantal tuinbouwbedrijven grote gevolgen heeft voor de eigen vermogenspositie van banken. Dat is geen aantrekkelijke optie.
Lagere kostprijs
Nog minder aantrekkelijk is gedwongen verkoop van bedrijven, die in betere tijden een bestaansrecht hebben, maar op een zeer ongelukkig moment zijn getroffen door de crisis. Deze, veelal moderne bedrijven, voorzien van goede installaties en een WKK, zouden voor een fractie van de waarde in handen komen van nieuwe eigenaren. Die ondernemers kunnen tegen een lagere kostprijs produceren dan de bedrijven die ondanks de crisis nu nog redelijk gezond zijn. Dat is oneerlijke concurrentie.
De tuinbouw heeft al jaren gewerkt aan kostprijsverlaging, maar als deze door de huidige crisis lager komt te liggen dan via de natuurlijke weg, ontstaat een nog groter probleem. Het gevolg is dat de waarde van alle glastuinbouwbedrijven zal dalen. Dat is niet goed voor de banken, maar helemaal niet voor de toekomst van de sector.
Vraaguitval of overproductie
Een voortdurend punt van discussie is de tijdsspanne van deze crisis. In haar brief van 22 september 2009 aan de Tweede Kamer spreekt Minister Verburg over een tijdelijke vraaguitval die haar noodzaakt een garantieregeling voor de land- en tuinbouwsector in te stellen. Als er inderdaad sprake is van vraaguitval zal de markt binnen afzienbare tijd weer aantrekken.
Maar stel dat er toch sprake is van overproductie, door de areaaluitbreiding en intensivering van teelten, zoals die de laatste jaren heeft plaatsgevonden? Van Marrewijk is er helemaal niet gerust op. “Telers hebben te veel ingezet op productie in plaats van afzet. En dat is een zorgelijke situatie.”
Oogstkrediet
Ondernemers werden dit jaar al vroeg geconfronteerd met het oogstkrediet voor de aanschaf van zaad, planten en steenwol. Banken vroegen hun klanten al in augustus hun aanvraag in te dienen. Zo kregen zij vrij snel overzicht in de omvang van de aanvragen.
Vervolgens bleef het ijzig lang stil, in afwachting van mogelijke overheidsmaatregelen. Van Marrewijk: “Helaas is er geen vroegtijdige oplossing gekomen en wordt er nog steeds druk onderhandeld tussen banken en telers. Bedrijven krijgen de oogstfinanciering niet rond voor het zaaien. Kiezen ze er voor om toch te laten zaaien, dan levert dat een risico op voor de plantenkweker en het zaadbedrijf. Zo ontstaan situaties die gevaarlijk zijn voor de sector.”
De financieel adviseur verwacht geen toeloop op de Garantieregeling op werkkapitaal van de overheid. Banken stappen niet in, omdat ze twee jaar uitstel moeten geven op aflossing. Ondanks dat de garantieregeling duur is, willen ondernemers er wel gebruik van maken, maar krijgen hier de bank nauwelijks in mee.
Meer inzicht
Brengt de huidige crisis alleen kommer en kwel in de tuinbouw? Van Marrewijk hoopt van niet. “Ondernemers worden door de economische situatie gedwongen hun financiële positie onder ogen te zien en hun gegevens iedere maand uit te draaien. En dat is echt terecht. Zij leren nieuwe vaardigheden en krijgen meer inzicht in hun bedrijfsvoering. ”
Onder glas, november 2009

Tuinbouw, banken en crisis











Bernd Feenstra ziet een streepje licht aan het einde van de donkere tunnel
Marktherstel afhankelijk van economisch herstel
De economen van ABN AMRO hebben gegronde redenen om aan te nemen dat de crisis op zijn retour is. Het herstel begint in Azië en bereikt via de Verenigde Staten de Eurozone. De meer conjunctuurgevoelige bloemenmarkt gaat zich sneller herstellen dan de markt voor groente, is de verwachting.
“Dat de economie zich gaat herstellen staat vast. De vraag is alleen hoe dat gebeurt en hoe snel.” Bernd Feenstra, sectormanager tuinbouw van ABN AMRO geeft alvast een voorproefje op het binnenkort te verschijnen rapport van zijn bank met de werktitel ‘Hoe gaat de markt zich herstellen?’. In het rapport geeft ABN AMRO haar visie op de ontwikkelingen in de glastuinbouw tijdens en na de kredietcrisis.
Eerst Azië
Feenstra spreekt voor de bank die nummer 2 is in de financiering van agrarische bedrijven, maar als handelsbank veel kennis in huis heeft van de economische ontwikkelingen over de hele wereld.
Wereldwijd is het economisch herstel na de kredietcrisis op gang gekomen, is de eerste conclusie. Dat gaat in een heel verschillend tempo. “Azië is minder getroffen door de kredietcrisis. Wij zien daar al de eerste tekenen van herstel. Op het dieptepunt van de crisis was het zeer moeilijk om exportkredieten te financieren. Naar de mening van de economen is dat probleem van tijdelijke aard en wordt de financiering van exportkredieten weer eenvoudiger als het economisch herstel doorzet.
Dan de VS
De Verenigde Staten hebben een diepe knieval gemaakt. Na de problemen met subprime hypotheken, stijging van olieprijzen en het faillissement van Lehman Brothers ontstond daar in het vierde kwartaal van 2008 en het eerste kwartaal van 2009 de diepste recessie sinds de jaren dertig, die zich vervolgens over de hele wereld verspreidde.
Die recessie was dieper dan in de Eurozone. Op het moment dat het vertrouwen in de financiële sector tot een nulpunt was gedaald, raakten bedrijven in liquiditeitsproblemen. Daarop antwoordden zij wereldwijd met het terugschroeven en interen op voorraden, met een kettingreactie tot gevolg.
De bank ziet nu dat bedrijven wel erg hard op de rem hebben getrapt om erger te voorkomen en bemerkt dat zij hun voorraden nu weer aan gaan vullen. De economen zijn gematigd optimistisch, omdat er een kans is dat de economie in 2010 toch weer terugvalt, maar is de kans ook reëel dat het herstel snel gaat.
Vervolgens Europa
Het herstel van de economie gaat als en soort golfbeweging over de wereld. In de VS zijn de eerste signalen van herstel merkbaar. Meer verwacht Feenstra van marktherstel in voor de tuinbouw belangrijke afzetlanden als Engeland en Rusland. De negatieve invloed van valutakoersen op de export naar deze landen is erg groot geweest. “Toch durf ik op basis van gunstige wisselkoersverwachtingen de stelling aan dat de export naar die landen gaat herstellen, ook al is natuurlijk niet bekend wanneer.”
Piekende olieprijs
De sectormanager kijkt met een andere blik naar de ontwikkeling van olieprijs. “De ontwikkeling van de olieprijs is zeer conjunctuurgevoelig. Nu is de olieprijs genormaliseerd, maar je kunt op je vingers uittellen dat die gaat stijgen als de economie weer gaat groeien. Op de langere termijn moeten we er rekening mee houden dat de prijs met golfbewegingen stijgt.”
Opmerkelijk is zijn visie op de prijsontwikkeling in 2008. “Vorig jaar ontstond paniek door de enorme piekprijzen. Telers moeten daar minder bang voor zijn, is mijn mening. In 2008 is de sterke prijsstijging met name veroorzaakt door speculatie. Olie is een product waarmee gespeculeerd wordt. Als de prijs in korte tijd enorm stijgt dan komt onvermijdelijk weer een prijsval als speculanten hun winst pakken. Zo’n piek door speculatie is altijd kort en hevig.”
Sierteelt eerst
Waneer het marktherstel voor de Nederlandse glastuinbouw komt, is de vraag die iedereen bezig houdt. Macro-economische ontwikkelingen hebben volgens de bank veel invloed op het herstel van de markt.
Feenstra ziet het eerste herstel voor de sierteeltsector. “De sierteelt is conjunctuurgevoelig. Door economisch herstel, betere wisselkoersen en het wegvallen van de beperkingen voor exportkredieten gaan mensen weer meer Nederlandse bloemen kopen.”
Het herstel voor de groentemarkt is naast bovengenoemde economische factoren meer afhankelijk van de afzetstructuur. “Ondanks een recessie blijven mensen groenten eten. Een grote toename van consumptie na de recessie zit er niet in.” De sectormanager voorziet dus echt problemen als het de groentesector niet lukt om het aanbod te gaan bundelen.
Omgooien
Vraaggericht produceren is een term die velen in de mond nemen. Daar liggen kansen voor de tuinbouw, is de mening van de ABN AMRO. Feenstra: “Probleem is dat je een model dat jarenlang succesvol was, niet zo maar om kunt gooien. Toch verwacht ik veel van de veerkracht van onze sector. Ondanks dat velen het water tot aan de lippen staat, is de Nederlandse tuinbouw altijd bij machte geweest om nieuwe doelstellingen te formuleren.”
Maar als dat deze keer nu eens niet lukt? Als een deel van de tuinbouwsector door de huidige verdeeldheid niet die vertaalslag kan maken? “Dat is een moeilijke zaak”, meent hij. “Als de vraag niet herstelt, dan kun je alleen aan de aanbodskant iets veranderen. Dan betekent dat helaas een sanering.”
De sectormanager is op zich niet tegen sanering, maar vreest dat het zonder overleg tussen overheid en sterke belangenbehartigers ongecontroleerd zal gaan gebeuren. Als de markt niet op tijd herstelt, zullen niet alleen bedrijven zonder bedrijfsopvolger stoppen maar juist ook de moderne, middelgrote bedrijven. En dat is nu net de groep waarvan de ABN AMRO vindt dat ze de toekomst zijn van de glastuinbouwsector.
Onder Glas, november 2009


Tuinbouw, banken en crisis











Survival in moeilijke tijden
Garantstelling overheid helpt niet alle bedrijven
Sinds begin oktober is de ‘Garantstelling werkkapitaal’ van kracht, die bedrijven door een moeilijke tijd moet loodsen. Nog niet veel ondernemers hebben een aanvraag ingediend, deels omdat de praktische invulling pas vanaf half oktober concreet is geworden. Daarnaast zijn de voorwaarden niet voor alle ondernemers aantrekkelijk. Ook is de aan LNV af te dragen provisie zeer hoog. In toenemende mate maken ondernemers ook gebruik van de Bbz-regeling.
Dit jaar heeft de helft van alle glastuinbouwbedrijven, die het oogstkrediet wil aanspreken, moeite om deze via de gangbare wegen te financieren. Dat is een zeer zorgelijke situatie, die zowel ondernemers als banken hoofdbrekens kost.
Een rondje langs diverse kredietverstrekkers, adviseurs en ondernemers leert dat iedereen wel met optimisme naar de toekomst wil kijken, maar dat de problemen over één, twee jaar nog groter zullen zijn als er geen prijsherstel optreedt.
Voor het moment kunnen de meeste bedrijven het nieuwe teeltseizoen in, maar dat gaat niet vanzelf. Steeds vaker moeten ze daarvoor speciale regelingen aanspreken, zoals via hun bank de Garantstelling werkkapitaal van de overheid of via de gemeente het Besluit Bijstandverlening Zelfstandigen (Bbz).
Oogstkrediet
Ondernemers hebben dit jaar van hun bank te horen gekregen dat ze hun aanvraag voor een oogstkrediet, voorzien van een liquiditeitsbegroting, in september moesten inleveren. Dat was voor velen aan de vroege kant, maar het doel heiligt de middelen. Dat vervolgens hun financier niet vlot over de brug kwam maakte velen gespannen. En terecht, de substraatleverancier, het zaadbedrijf en de plantenkweker beperkten in een aantal situaties hun risico door een betalingsgarantie of (deels) contante betaling van hun klanten te eisen. Dat wringt in die gevallen waar vroeg wordt gezaaid, zoals bijvoorbeeld bij paprikatelers.
Hulp overheid
Toen minister Verburg de tijdelijke garantstelling van de overheid bekend maakte ging aanvankelijk de vlag uit, maar de regeling blijkt geen wondermiddel. De regeling geeft bedrijven met liquiditeitsproblemen adempauze, maar heeft ook onaangename kanten. Dit zou je ook kunnen afleiden uit het feit dat nog maar weinig banken en bedrijven een aanvraag hebben ingediend.
Eind oktober, zo meldt het ministerie LNV, maken slechts zestien landbouwbedrijven bedrijven (vooral glastuinbouw) gebruik van de garantieregeling, voor een bedrag van 8,5 miljoen euro.
Overigens speelt hier ook een belangrijke rol dat de financiering volledig moet zijn uitgewerkt vóór indiening. De regeling is kort open en banken werken hard aan de uitwerking. Zij verwachten de komende tijd een flinke toename van de aanvragen.
Regeling valt tegen
Heet hangijzer is de uitgestelde aflossing van twee jaar op alle leningen. Banken moeten daarvoor een verklaring afgeven. Afgezien van het feit dat de banken niet happig zijn op die constructie kan deze voorwaarde ook voor de ondernemer ongunstig uitwerken. Dit geldt met name voor bedrijven met relatief hoge aflossingsverplichtingen.
Hiervoor is een constructie bedacht. Als een bedrijf toch eerder moet stoppen dan die twee jaar, dan dient de bank een declaratie in bij de overheid. Wordt de financiering dus binnen 24 maanden beëindigd, dan is uitstel van aflossing tot die periode vereist.
De periode van uitstel aflossing hoeft niet aaneengesloten te zijn. Een eventueel uitstel aflossing vanaf 1 juli 2008 telt mee. Nadeel voor ondernemers die gebruik maken van deze constructie is dat de waarde van de onderneming daalt door afschrijvingen.
De lening, die voortvloeit uit de garantstelling, hoeft niet noodzakelijkerwijs een lineaire aflossing te zijn. Rabobank gaat bijvoorbeeld uit van een aflossingsvrije lening met een looptijd van drie jaar. Aan het einde van de looptijd wordt bekeken of aflossing mogelijk is. Echter, veelal zal deze lening dan worden geherfinancierd.
Zowel ondernemers als banken beamen dat deze ondersteuning van de overheid niet heeft gebracht wat er tevoren van werd gehoopt. Het is een hulpmiddel, maar het zal niet voor alle bedrijven een uitkomst zijn.
Bijstand
Voor velen is de Bbz-regeling een laatste financieringsbron, waar men niet zo maar vrijwillig gebruik van maakt. Toch is die regeling in individuele gevallen aantrekkelijker dan de garantstelling van de overheid.
Het leninggedeelte van deze regeling is natuurlijk wel een stuk kleiner dan van de garantstelling en kan daardoor helaas alleen de minder kapitaalsintensieve bedrijven helpen. Het is echter niet meer dan een vangnet. Net als de bijstand wordt eerst het eigen vermogen ingebracht, evenals het inkomen van de partner. Dat is het grootste nadeel van een Bbz-lening.
Totale risicoanalyse onderneming
Volgens de banken is de juiste volgorde van kapitaalverstrekking om allereerst alle gangbare manieren van financiering door te rekenen. Is er dan onvoldoende zekerheid voor de bank, dan komt de garantstelling in beeld. Pas als laatste financieringsbron geldt Bbz.
Het hardnekkige gerucht dat banken op dit moment rentepercentages van totale financieringen naar boven bijstellen wordt noch bevestigd, noch ontkend. Eerdere afspraken blijven staan. De dagelijkse praktijk is dat er een totale risicoanalyse van de onderneming plaats vindt. Voor kapitaal met een verhoogd risico geldt een hogere rente.
Voorzichtig
Worden er in deze tijd nog nieuwe financieringsaanvragen gehonoreerd? Inderdaad, dat gebeurt nog steeds. Volgens de banken is het aantal aanvragen substantieel minder, maar innovatie moet volgens hen wel doorgaan. Banken worden wel kritischer. Ze stellen wel hogere eisen aan ondernemers met een sprong- of innovatieve investering.

Onder Glas, november 2009

maandag, november 09, 2009

Komkommer














Komkommer en kwel
In zijn weblog op de site van Groenten en Fruit uit Robert Bergenhenegouwen zijn ongerustheid over de toekomst van de glastuinbouwsector. Speciaal voor verontruste tuinders heeft hij een site gemaakt, waarin hij vier stellingen poneert. Hij vraagt telers een enquête in de vullen en reacties achter te laten.
Inmiddels heeft de denktank achter deze site twee virtuele vergaderingen gehouden. In deze vergaderingen proberen zij een beeld te schetsen van de pijnpunten. Ook zoeken zij naar nieuwe manieren om de impasse te doorbreken. Dat is hard nodig, vinden zij. Gebeurt er niets, dan gaat er volgend jaar een faillissementsgolf door de glastuinbouw. Het gevaar bestaat dat investeerders goedkoop bedrijven opkopen, waardoor nu nog gezonde bedrijven de concurrentie moeten aan gaan met nog goedkopere productiemethoden.

Tuinbouw, banken en crisis









Opkopen en saneren
Mijn vorige stukje hier was voor tuinbouwjournalist Pieternel Bouwman - van Velden aanleiding om me te corrigeren op het omzetverlies wat ik daarin noemde voor tuinders.
We raakten erover in gesprek. De tuinbouwcrisis gaat haar aan het hart omdat ze omdat ze privé en zakelijk met de tuinbouw verweven is.

Ze loopt erover na te denken en komt met een voorstel: laat de banken en kapitaalkrachtige koepels productie-overcapaciteit opkopen en elimineren. Het is een oplossing die in alle agri-sectoren die door overcapaciteit worden getroffen kan worden toegepast. Hoe denken AGD-lezers over Pieternel’s voorstel?

Opkopen en saneren
Op een mooie avond in juli dronk ik met een goede vriend en paprikateler een biertje. Op dat moment had hij ongeveer de helft verdiend van het jaar ervoor, dat in zijn geval een erg goed jaar was geweest. We telden op welke areaaluitbreiding er dit seizoen aan komt. Na een jarenlang stabiel areaal kwamen we op bijna 100 hectare extra paprika’s. Dat maakt de totale hoeveelheid 1.300 hectare (>8 procent). Een buitengewoon nare samenloop van omstandigheden in een jaar waarin de prijs volledig onderuit ging. Voor hem was dat niet bepaald een vrolijk vooruitzicht. Temeer omdat niet alleen wij dat rekensommetje maakten, maar ook de inkopers van de retail. 

Inmiddels een paar maanden verder blijkt dat de paprikatelers flink hebben ingeleverd. Van alle glasgroentetelers staan zij er het slechtst voor, met een opbrengst die 10,- tot 12,- euro per m2 lager ligt dan in een gemiddeld jaar. Het heeft hen gelukkig meegezeten met de kiloproductie, maar de extra energiekosten zijn er niet eens bij opgeteld. Ik hoor dat veel paprikatuinders dit jaar daarom als verloren beschouwen en hun gewas vervroegd ruimen, om in ieder geval een goede start te maken in het nieuwe seizoen. De spanning is om te snijden, maar ze moeten natuurlijk door. Ze kunnen en willen niet anders.

Je vraagt je af waar de afgelopen jaren de drang vandaan is gekomen om nog grotere kassen te bouwen. Is het geloof in een goede afzet zo onwrikbaar? Is het gewoon een uitdaging, die je niet mag laten liggen? Is het angst om de boot te missen of is het in een enkel geval pure snoeverij? Hoe dan ook, de plannen zijn geschreven en de bank ging er in mee. Een andere vriend en tuinder verwoordde het als volgt: "De bedrijfsplannen waren te rooskleurig. Investeringen zijn hoger uitgevallen dan begroot, opbrengsten zijn te hoog ingeschat en kosten voor exploitatie zijn te gunstig berekend." En dat allemaal om in een trend naar nog groter mee te gaan.

Wie mag je daar de schuld van geven? De ondernemer? De bank? De adviseur? De landbouworganisaties? De onderzoeksinstellingen? Iedereen heeft geholpen het grote vliegwiel van productieverhoging en kostprijsverlaging in beweging te brengen en te houden. Het is dus veel te eenvoudig om de huidige problemen in de glastuinbouw zomaar een samenloop van omstandigheden te noemen. Wie niet mee ging in die ratrace werd niet serieus genomen en dreigde de boot te missen.
Pijn eerlijk verdelen
Inmiddels is wel duidelijk dat de overgrote meerderheid van de glastuinbouwbedrijven het komende seizoen door zullen gaan, al dan niet geholpen door de bank, de garantstelling door LNV of de BBZ regeling. Het is een tijdelijke geruststelling want iedereen weet: als het volgend jaar weer zo slecht loopt met de prijzen, dan gaat de halve glastuinbouw failliet. Komend teeltseizoen zullen de tuinbouworganisaties dus hun gloeiende best moeten doen het tij te keren en onvermijdelijk onpopulaire maatregelen te nemen. Het zal me dus erg benieuwen wie het voortouw gaat nemen om uit die impasse te komen. 

Stel nu eens dat de overheid in samenspraak met financiers de handschoen oppakt en in de land- en tuinbouw een deel van het areaal zou opkopen om het glas direct af te breken. Niet meer in de markt brengen, die bedrijven. Dat levert uiteraard een grote kostenpost op, maar brengt gezonde bedrijven in een betere uitgangspositie voor de toekomst. Ligt daar misschien een mooie taak voor het Productschap Tuinbouw? Het schap heeft tenslotte ook nog een leuk bedrag in kas, hebben we afgelopen week weer eens mogen vernemen. In ieder geval haal je zo vrij snel kou uit de lucht. Dan stel ik meteen voor om nu eens niet alleen afgeschreven of verspreid liggend glas te nemen, maar ook enkele minder presterende mega-jongens. Je moet de pijn nu eenmaal eerlijk verdelen.

Onderwijl werpen de beleidsmakers en onderzoeksinstellingen in de tuinbouw zich op een nieuwe visie, waarin voor de verandering areaalvergroting en kostprijsreductie alweer prioriteit krijgen. 

Pieternel van Velden
Agrarisch Dagblad, 28 oktober 2009

Pompoen


Wat te doen met een pompoen?
Cathelijne wilde nu eens echt Halloween vieren. Dus wij naar het tuincentrum om een pompoen te halen. Geen probleem natuurlijk, in deze tijd van het jaar. Op zaterdagmiddag moest die pompoen er aan geloven. Dat was nog een hele klus. Ooit een pompoen doorgesneden? Wel, je hebt een erg scherp en heel lang mes nodig. Pompoenen geven zich namelijk niet snel gewonnen. Het meest geweldige moment is om met twee handen in die pompoen te duiken en al doende het zaad en de inhoud te verwijderen. Een kortstondig genot bij het betasten van de ingewanden. Je kan soms met weinig zoet zijn, denk ik dan.

Het Nieuwe Telen










Arie de Gelder en Marc Grootscholten:
‘Veertig procent energiebesparing bij tomaat en komkommer kan echt’
Het praktijkonderzoek ‘energie onder de knie’ bij tomaten en komkommers heeft de tongen losgemaakt. Ondanks het beperkte gebruik van energie stonden de gewassen er heel regelmatig op. Fouten zijn er ook gemaakt, maar daar kan je van leren.
Dat je met scherminstallaties warmte in de kas kan houden is een bekend gegeven. Dat dezelfde installatie ook warmte buiten kan houden is bekend, maar nog nauwelijks toegepast. Klimaatregelingsprogramma’s zijn er nog niet op ingesteld, maar dat zal ongetwijfeld niet lang duren, denken Arie de Gelder(WUR) en Marc Grootscholten(Improvement Centre). In het onderzoek ‘Energie onder de knie’ hebben zij dit seizoen de eerste ervaringen opgedaan bij tomaten en komkommers. De doelstellingen lagen hoog, maar de resultaten zijn een echte opsteker.
Anders kijken
Twee groepen komkommer- en tomatentelers begeleiden de proef, die bij aanvang al uit ging van een energiebesparing van 40% op de praktijk. Dat is zeer ambitieus, om het voorzichtig uit te drukken. Volgens De Gelder is het keerpunt in het denken ontstaan op het moment dat de teeltplanning op tafel kwam. “Als je dan nauwgezet het plan doorneemt ga je anders tegen de doelstelling aan kijken. Dan blijkt er meer mogelijk dan je op het eerste gezicht denkt. De tomatentelers bleken hun eigen praktijkstrategie makkelijker los te laten dan de komkommergroep. Dat maakte het hele proces wel boeiend.
Koelen onder scherm
De dubbele schermen zijn in deze proef maximaal ingezet. Het hoog isolerende scherm is tot juni gebruikt om de koude nachten op te vangen. Hetzelfde scherm is ook ingezet om op hete dagen de zon weg te schermen. Zo blijkt dat energieschermen een dubbele functie kunnen hebben. Aangezien de afdelingen zijn uitgerust met kleine luchtslurven, die drogere buitenlucht aanzuigen, werd het ook mogelijk de luchtvochtigheid onder het scherm te regelen. De onderzoekers hebben geen minimum buis ingezet. Die was er alleen als vangnet.
In augustus was het schermgebruik groot. Dan gingen ’s nachts het luchtwerk en het scherm dicht, om vervolgens bij tomaat de koeling in te zetten.
De Gelder: “Het koelen onder het schermdoek heeft ook nieuwe vragen opgeroepen. Kan je bijvoorbeeld ook instellen dat het scherm bij hoge temperaturen dicht gaat? Dit is uiteraard en vraag aan de leveranciers van klimaatcomputers.”
Problemen tweede teelt
Toen het komkommergewas in het voorjaar ging neigen naar broeikoppen hebben de proefbegeleiders besloten het ac-folie weg te halen. Hoewel de telers aanvankelijk hun twijfels hadden bij de proefopzet bleek dat het komkommergewas goed tot ontwikkeling kwam met de beperkte hoeveelheid energie. In de eerste teelt liep het energieverbruik iets op. Daarom werd besloten om het energieverbruik iets te beperken.
Grootscholten: “De productie van de eerste teelt was erg goed. In aantalen stuks liep deze iets achter op de praktijk, maar we hebben zwaardere vruchten geoogst.” In de tweede teelt is het gewas uit balans geraakt, waardoor er veel vruchtabortie op trad. De productie kwam daardoor acht komkommers achter te liggen op de praktijk. “We hebben waarschijnlijk iets te weinig energie gebruikt”, meent Grootscholten. “De keuze van een iets minder bekend ras heeft daar misschien ook in meegespeeld. Gelukkig gebruiken we in de derde teelt weer een standaard ras en loopt de productie goed met de praktijk mee. We kunnen dus concluderen dat we de energiedoelstelling goed halen, maar dat een combinatie van factoren in de tweede teelt verstoring heeft gegeven.”
Botrytis spelbreker
Ook bij tomaat is de teelt niet vanzelf gegaan. In het voorjaar zijn er periodes geweest dat het te vochtig is geworden onder het scherm. Daardoor heeft botrytis een kans gekregen. Grootscholten: “Dat is natuurlijk jammer. Voor de rest van de teelt heb je dan een extra kwetsbaar gewas staan, dat meer risico’s op ziekten in zich heeft.” Op het moment dat de begeleiders hebben besloten om meer te monitoren is het veel beter gegaan. Op dit moment staat het er zelfs erg goed bij en is het probleem helemaal onder controle.
In deze proef is de energiedoelstelling gehaald. Half september ligt het verbruik 1 m3 onder de prognose. Daarentegen ligt de productie boven de prognose. Hoewel de teelt iets later is gestart dan in de praktijk gebruikelijk is, ligt de productie in week 37 op 49,5 kg/m2 (bruto). De prognose van 60 kg trostomaten per m2 zal dus zeker gehaald worden. De houdbaarheid en smaak van de tomaten zijn goed. Anderhalve tros heeft botrytisstip opgelopen door de inschattingsfout met het ontvochtigen.
Enthousiast
Hoewel de praktijk uiterst sceptisch was over de doelstellingen van de proef zijn de telers gaandeweg het seizoen enthousiast geworden. In het onderzoek is bijvoorbeeld veel scherper geteeld met een veel kleiner vochtdeficit dan gangbaar is in de praktijk. De Gelder: “Ze geven toe dat ze theorieën overnemen en bewuster met hun eigen stookregie omgaan.” De wisselwerking tussen onderzoek en praktijk is ook goed uitgepakt.
Over het schermen in beide teelten wordt druk gediscussieerd. Moet je bijvoorbeeld gaan schermen ten koste van licht? De proef heeft dus veel vragen doen ontstaan, die in een tweede teeltseizoen beantwoord zouden kunnen worden. Eigenlijk is het verhaal nog niet af en zal de praktijk moeite hebben om dit experiment over te nemen. Om die reden ligt er al een voorstel voor vervolgonderzoek bij tomaten en als nieuw gewas paprika.
“Of de praktijk dit verhaal over gaat nemen is nu de vraag”, concludeert Grootscholten. “We hebben dit jaar ontzettend veel geleerd over energiezuinig telen. Telers met een WKK installatie zullen niet zo maar instappen, maar wie een berekening maakt voor een nieuwe installatie kan er rekening mee houden. Het zal alleen nog even duren voordat telers weer kunnen gaan investeren.”
Telen met 25 kuub gas
‘Energie onder de knie’ is een onderzoeksprogramma in het kader van ‘Het nieuwe telen’, gefinancierd door het Productschap Tuinbouw en het ministerie LNV. De proef vindt plaats op het Improvement Centre in Bleiswijk, in twee afdelingen van ieder 1.000 m2. De doelstelling van het onderzoek is energiezuinig telen (maximaal 25 m3 gas per m2, een besparing van 40% op de praktijk) met behoud van productie en kwaliteit. Proefgewassen zijn komkommer en tomaat.
Beide afdelingen hebben kleine luchtslurven, waar voorverwarmde lucht wordt ingeblazen. De afdeling met tomaten heeft een lichte koelinstallatie boven het gewas. De warmte-oogst van deze koeling wordt weer opgeslagen voor andere momenten. Beide afdelingen hebben een hoge druk vernevelingsinstallatie om te koelen.
In de kas is een dubbel scherm geïnstalleerd. Boven ligt XLS 18 Revolux; een hoog isolerend scherm dat tot 71% energie bespaart. Beneden ligt XLS 10 Ultra Revolux, met een maximale besparing van 42%. De komkommerkas kreeg in de koudste maanden een extra ac-foliescherm, dat begin maart is verwijderd.
In de tomatenproef staat het ras Capricia, geënt op Maxifort, in een V-systeem. De proef startte op 1 januari met grote planten. Bij komkommer werd voor het meeldauwtolerantie ras Sacha gekozen. Deze proef startte op 7 januari, toen de planten 32 dagen oud waren. De tweede teelt met de meeldauwresistente Burgatta werd in week 17 tussen geplant en in de derde teelt Sheila.

Lijnen


Mokkend en morrend
Als niets helpt, dan maar Sonja. Onder dit motto ging deze razende reporter dit jaar mokkend en morrend overstag. Het was gewoon nodig. En nu, vijf maanden later, kan de vlag uit. Tien kilo vet is in het niets opgelost, gesmolten of verbrand.
Sonja is niet lang mijn vriendin geweest. Ik griezel van Optimel yoghurt, Hero fruitontbijt, Opkikkker, Lu time out, Breaker Light, Kellog’s Special K, Evergreen, Conimex woksaus, Knorr Vie en Noord-Hollandse bloemkool. Gelukkig bestaan er ook gewone yoghurt, echte bouillon, muesli met noten, karnemelk, komkommers, tomaten en sla.
Nu de volgende tien kilo. Niet met Sonja, maar met gewoon gezond verstand.