woensdag, maart 28, 2012

Food Revolution



Het kersverse logo van 'Building The Food Revolution. Eigen ontwerp. Best wel trots.

vrijdag, maart 23, 2012

Food Revolution



UITNODIGING

Building the Foodrevolution!

Zaterdag 31 maart, 14.00 uur

De verdeling van voedsel in de wereld wordt er niet beter op. Eén miljard mensen eet te veel en verkeerd, een ander miljard heeft bijna niets te eten. Dat onrecht wordt alleen maar groter.  Ondertussen hebben de dieren en de natuur het nakijken.
Het goede nieuws is dat consumenten samen mét producenten hier iets aan kunnen doen. Consumenten betalen immers alle rekeningen en hebben daarom veel stille macht. Krijgen ze eenmaal door hoe ze die kunnen bundelen, dan ontstaan nieuwe markten die bedrijven graag zullen volgen.

Urgenda en Foodlog vinden het hoog tijd voor een ‘eetrevolutie’: een grondige herziening van de manier waarop we ons eten consumeren en produceren. Als we ons baseren op een stel slimme principes, dan zijn we met zijn allen in staat om de balans te herstellen. Deze principes worden enthousiast ondersteund door wetenschappers, maatschappelijke organisaties, jongeren, journalisten, boeren, tuinders en andere ondernemers. Zij organiseren binnen de principes van de revolutie, elk hun eigen activiteiten.
Graag nodigen we u uit om samen de revolutie af te trappen en het daaraan gekoppelde actie-seizoen te openen!

De TuindersRaad, samengesteld uit bezorgde tuinbouwvertegenwoordigers, omarmt het initiatief van Urgenda en Foodlog en biedt aan deze revolutie de starten in een glastuinbouwomgeving. Nederland is immers wereldwijd koploper in innovatie, maar door gigantische investeringen en scheefgegroeide machtsverhoudingen komen de tuinbouwondernemers niet meer uit een vicieuze cirkel van produceren tegen de laagste kostprijs. De verbinding tussen teler en consument is daarbij verloren gegaan en verdient volledig herstel. Laat het zaad voor nieuwe verbindingen ontkiemen.

Programma zaterdag 31 maart
13.30 uur:            Ontvangst in GreenQ, Violierenweg 3, 2665 MV Bleiswijk
14.00 uur:            De eetrevolutie! Aftrap door Dick Veerman en Sandra van Kampen
14.15 uur:            Rob Baan (Koppert Cress): tuinbouwrevolutie!   
14.30 uur:            Joris Lohman (Youth Food Movement):  jonge mensen in actie voor beter eten
14.45 uur:            Prof. Jaap Seidell (VU):  obesitasrevolutie!
15.00 uur:            Het eten van de toekomst: proeven van NIeuwVerse producten.
15.30 uur:            Einde

Voor meer informatie kijk op www.nieuwvers.nu. U kunt zich opgeven bij Marja.cottaar@urgenda.nl

vrijdag, maart 16, 2012

Eucharis


Astrid Valstar pleit voor meer aandacht kleine gewassen
‘Eucharis heeft meer fans bij bloemisten dan bij handelaren’

Bijna geen bloem kan tippen aan de schoonheid van eucharis. Er is een hechte band tussen de familie Valstar en dit fraaie bolgewas. Toch valt het Astrid Valstar moeilijk om een successtory te brengen nu de middenprijs al lange tijd onder de kostprijs is gedaald. Nog even en de kleine gewassen gaan het onderspit delven, vreest zij. Een gezamenlijke aanpak kan misschien het tij keren.

Geen royal wedding zonder eucharis. Kroonprinses Victoria van Zweden huwde vorig jaar haar personal trainer Daniel, vergezeld van een groot bruidsboeket met eucharis. Fragiel, elegant, sierlijk, is de omschrijving die deze bloem mee krijgt. Onmisbaar voor de liefhebbers, onbekend bij het grote publiek.
Toen Astrid Valstar haar man John leerde kennen kwam de bloem ook in haar leven. De passie van haar schoonvader groeide uit tot kwekerij JovaPlant in Naaldwijk, gespecialiseerd in zowel potplanten als snijbloemen van dit bijzondere gewas. In Nederland zijn twee kwekerijen met eucharis als hoofdgewas.
De productie van de snijbloemen gaat jaarrond door. Een deel van de bollen wordt in september op pot gezet, voor bloei rond Moederdag. De hoeveelheid bol op pot is bescheiden, want de markt is snel overvoerd.

 Potplant of snijbloem
Valstar heeft zorgen over het voortbestaan van de eucharis als snijbloemgewas. De kleine gewassen staan onder druk, merkt zij. Dat is niet tijdelijk door de huidige omstandigheden, maar een feit dat ze al veel langer constateert. Voortdurend heeft zij contact met de handel en bloemisten om haar snijbloemen onder de aandacht te brengen. Een aantal afnemers pakt dit heel goed op, maar de meesten reageren lauwtjes. Het tegenovergestelde gebeurt bij de potplanten. Op de FloraHolland Trade Fair merkt ze juist enthousiasme van de handel voor de potplanten. “Als je daar iets nieuws laat zien, zijn de reacties juist heel positief. Er is een groot verschil tussen de verkoop van potplanten en snijbloemen”, legt zij uit.

Bijzonder assortiment
“Het valt me zo ontzettend tegen dat iedereen in het vak juist een oproep doet om je te onderscheiden, maar vervolgens niet de daad bij het woord voegt”, legt ze uit. Dit geluid hoort ze vaak bij de handel. Bedrijven willen graag een bijzonder assortiment voeren, maar de kleine eucharis lijkt een beetje te ontsnappen aan hun aandacht.
Hoewel de aanvoer van de snijbloem jaarrond vrij constant is zitten er nauwelijks pieken in de prijsvorming. Soms komt het ineens voor dat de bloemen duur zijn, maar er is doorgaans geen peil op te trekken waarom dat gebeurt. Zelfs als de aanvoer stokt, blijft de telersprijs op hetzelfde niveau hangen. “Maar als er in het algemeen weinig bloemen verkrijgbaar zijn, dan mist de handel het product en bellen ze op”, legt Valstar uit.
Ze verdeelt de aanvoer over alle veilpunten om zoveel mogelijk spreiding te krijgen. Zelden staat er meer dan één kar voor de klok, dus van een echte overproductie is geen sprake.

Last of meerwaarde
Ondanks deze status quo zit ze niet bij de pakken neer. Ze steekt veel energie in het bezoeken van handelaren om haar product onder de aandacht te brengen. Bij enkele handelaren resulteert dat in een vaste afname, maar het merendeel lijkt de eucharis meer als een last te ervaren dan een meerwaarde voor het assortiment.
Vorig jaar bezocht ze veel bloemisten. Daar blijkt het tegengestelde het geval. Die spreken veel waardering uit voor de bloem en gebruiken deze regelmatig in hun bloemwerk. Voor mengen in een boeket vinden ze dit product echter te duur. “Maar dat is geen wonder”, constateert zij. Terwijl Valstar voor de klok gemiddeld 40 cent per steel ontvangt betaalt de bloemist 100 cent inkoop. “Dat is een schrikbarend groot verschil”, vindt ze. “Bij grote producten als bijvoorbeeld rozen is die marge veel kleiner. Als die situatie in stand blijft, is het bijna onmogelijk dat eucharis – of welk klein product dan ook – extra kans maakt op groei.”

Veel geduld
De kostprijs van eucharis ligt een flink stuk hoger dan de gemiddelde prijs die de teler ontvangt. De bol is moeilijk te telen en de verwerking vraagt veel geduld. Iedere steel krijgt een flesje water mee. De bloemen liggen met twintig stelen in een doos, netjes verpakt met schuimrubber laagjes om beschadiging te voorkomen. Van elke bloem worden de schudblaadjes handmatig verwijderd. In elke doos ligt een folder met informatie over behandeling en houdbaarheid. Alles om de bloemen in goede conditie bij de eindklant te krijgen.
Inmiddels heeft het bedrijf een eigen website, facebookpagina en twitteraccount. Valstar: “Ik merk de laatste tijd dat het bezoek aan de website omhoog gaat. Dat is ook een gevolg van mijn deelname aan social media. Of dat echt iets op gaat leveren is nog afwachten.”

Onzekere toekomst
Intussen zoekt de teler naar producten die mee kunnen lopen in het teeltschema op het bedrijf. Alleen inzetten op de eucharis betekent een onzekere toekomst. “Wij hebben gewoon zorgen”, legt ze uit. “Als het zo doorgaat moeten we echt gaan minderen, hoe graag we ook deze bloemen telen. Toch bereiken ons genoeg signalen dat we er mee door moeten gaan. Ik weet zeker dat er kansen liggen als er exporteurs bereid zijn samen met ons de schouders er onder te zetten. Dan lukt het zeker.”

donderdag, maart 08, 2012

Gewasbescherming

Twee jaar geleden bezocht ik het bedrijf Pireco. Een kleine onderneming, opgezet door een man met idealen. In het kader van de discussie rond de RUB-regeling is dit verhaal ineens weer actueel.



Wim van Garderen en Ronald Kiel:
‘Wij zijn zakenmensen met een portie idealisme’

Er zijn twee benaderingen om planten gezond te houden: symptomen van plagen en ziektes bestrijden of planten sterk en weerbaar maken. Pireco is de naam van een bedrijf, maar ook van een productlijn van natuurlijke middelen om planten en gewassen juist vitaler en dus sterker te maken.

Een industrieterrein in Lelystad is de thuisbasis van een met knoflookgeur omgeven bedrijf dat pionierswerk verricht op basis van eeuwenoude wijsheden uit oost en west. Oud-boomkweker Wim van Garderen en zakenman Ronald Kiel bedenken hier methoden om planten gezond te houden. In de productieruimte van het bedrijf staan grote vaten met kruidenmengsels. Gefermenteerde en geconcentreerde extracten – in totaal elf - van bijvoorbeeld knoflook of plantenblad zijn ingrediënten voor Pireco. Het bedrijf maakt een productlijn voor kruidachtige planten en houtige gewassen, vloeibare middelen, korrels, granulaat en capsules.

 Weerbaar maken
Van Garderen liep in zijn tijd als boomkweker tegen moeilijk te bestrijden ziektes aan, zoals schurft in sierappels. Hij bedacht dat het veel logischer was de planten weerbaar te maken, dan dat hij maar steeds curatief aan de slag moest. Hij filosofeerde over de kringloop van het plantenleven. “Eenzijdige bemesting met nitraten maakt de plant zwak”, redeneerde hij. “Bovendien gaan wij anders met onze cultuurgewassen om dan de natuur zou doen. Wij halen in de herfst het blad weg, waarvan de essentiële stoffen niet meer terug komen in de boden en beschikbaar zijn voor de wortels.”
Daarnaast speelt het probleem van plaagdieren. Van oudsher is bekend dat plagen bepaalde planten mijden. Dus als je extracten van die planten op laat nemen door plantenwortels van cultuurgewassen dan zijn ze daardoor onaantrekkelijk geworden.
Op basis van die theorie begon hij met het verzamelen van natuurlijke stoffen en kruiden en startte met experimenteren. En met succes.

Geduld hebben
“Pireco is niet de enige oplossing voor problemen”, gaat hij door. “In de professionele land- en tuinbouw is men gewend direct resultaat te zien van beschikbare middelen. Hier moet je geduld hebben.” De oud-boomkweker legt uit dat het een tijdje duurt voordat een teler resultaat ziet van de toepassing. De wortels moeten de gelegenheid krijgen om het middel op te nemen. Bovendien moet hij werken aan meer factoren om planten en gewassen in een betere conditie te krijgen. Dat moet hij dus eerst leren. Het is dus logisch dat Van Garderen ook veel vragen krijgt vanuit de sector en daarmee graag samenwerkt. “Je moet van Pireco geen wonderen verwachten”, geeft hij aan, “maar door intensieve samenwerking kunnen goede resultaten worden behaald.”

Beginnende industrie
Het zoeken naar nieuwe methoden en gebruik van effectieve ingrediënten gaat onverminderd door. Binnen de duurzame land- en tuinbouw past de aanpak volgens het principe van dit bedrijf prima. Ronald Kiel: “Dit is echt een beginnende industrie, waar we nog veel over moeten leren. In december hebben we het SKAL certificaat behaald. Dat is een goed stap. Het geeft ons nu de mogelijkheid om ook de biologische landbouw te ondersteunen.”
Niet voor niets heeft het bedrijf zich midden in de polders gevestigd. Zo zitten ze in het hart van de akkerbouw, waar zij hun missie het eerst in de praktijk willen brengen. Ook zetten zij proeven uit bij officiële instanties en in de praktijk, om de werking aan te tonen en te verbeteren.

Minder aantrekkelijk
Hoe zit het nu met die knoflook? Van Garderen glimlacht. “Planten die stoffen uit knoflook opnemen zijn minder aantrekkelijk voor plagen. Neem nu gras op sportvelden. Engerlingen kunnen daar flink in huishouden. Aangezien de engerlingen verder naar beneden kruipen als gevolg van het injecteren of spuiten, vreten ze niet meer aan de graswortels. En als een rozenstruik de stoffen opneemt, dan vinden luizen ze niet aantrekkelijk meer. Nee, planten gaan hierdoor niet naar knoflook smaken.”
Vaak gaat de telefoon als er een ziekte of plaag optreedt die moeilijk is te bestrijden met gangbare middelen. Zoals in het geval van eikenprocessierups. Op dat moment worden er proeven gedaan om een probleem te tackelen. Maar zeker bij een houtig gewas is dat een gecompliceerd verhaal, waarbij de groeiomstandigheden en de samenstelling van de grond ook een belangrijke rol spelen.

Verder ontwikkelen
Van Garderen en Kiel geloven in hun product, maar dat maakt hen geen fantasten. Sinds enige tijd heeft het bedrijf een eigen onderzoeker in dienst, die tot taak heeft het gedachtegoed verder te ontwikkelen. “Noem ons maar zakenmensen met een portie idealisme en realisme”, vindt Kiel. “Onze producten moet je dus niet zien als wondermiddel”, vult Van Garderen aan. “Ze zijn er niet om ziektes te bestrijden, maar om ze te voorkomen.”