woensdag, december 17, 2014

Akkerbouw


Adrie Vermeulen en Henk Heinhuis: “De kracht van een echte duurzame keten komt van onderuit en iedere schakel moet een meerwaarde geven.”

Stichting Veldleeuwerik werkt aan duurzame landbouw
‘De kracht van deze keten stroomt
 van onder naar boven ’

Soms is een idee dat bij de bron ontstaat zo krachtig dat het een beweging in gang zet. Die beweging zorgt er voor dat machtige mensen in de levensmiddelenindustrie kaplaarzen aantrekken om dit met eigen ogen te aanschouwen. Echte duurzaamheid in de landbouw is een lange weg waarin boeren nog beter leren boeren.

Het allergrootste bezit van de akkerbouwer is zijn grond. Grond moet leven. De samenhang tussen structuur, mineralen en bodemleven bepaalt hoe goed en gezond gewassen kunnen groeien.
Sinds Adrie Vermeulen uit Swifterbant zijn bouwplan fors heeft aangepast, is zijn boerderij voorgoed veranderd. Vroeger werkte hij met een te intensief bouwplan, waarbij hij zijn jonge polderbodem uitputte. Nu bestrijkt zijn plan een periode van vijf jaar, waarbij hij intensieve teelten afwisselt met granen. Zijn werkwijze levert hem een vruchtbare bodem op, waar gewassen veel beter groeien dan voorheen. “Dat geeft me enorm veel rust en voldoening”, legt hij uit.
Vermeulen was al bezig met de biodiversiteit in de polder en legde bloeiende akkerranden aan. De volgende stap was het toelaten van meer granen in zijn teeltplan. “Het zijn gewassen waar eigenlijk altijd geld bij moet”, maar ze brengen voedingsstoffen en structuur terug in de bodem na een intensieve teelt als wortelen of uien”, weet hij. “Het is moeilijk te zien, maar misschien blijft bij mij minder lang water op het land staan na zware regenval of heeft het gewas net iets minder last bij droogte dan dat van mijn buurman.”
Die verandering in denken was de stap naar duurzaam ondernemen, beginnend bij de eerste schakel in de keten.

vrijdag, december 12, 2014

Trotse Tuinders Magazine



Maak je #tuinderselfie voor het
Trotse Tuinders Magazine

Vrijdag 12 december 2015

Het Trotse Tuinders Magazine komt er aan. Na vijf maanden campagne voeren heeft de organisatie via sponsoring en crowdfunding de financiering van dit project rond gekregen. Consumenten kunnen tijdens Kom in de Kas en de Libelle Zomerweken kennis maken met dit magazine vol tuindersverhalen.

Via de social media heeft de organisatie een oproep gedaan om tuinders te nomineren. Het team heeft inmiddels uit de inzendingen zes Trotse Tuinders gekozen die het verhaal over zichzelf, hun bedrijf en hun product mogen vertellen. Zij zijn de ‘groene’ draad van het magazine, dat boordevol informatie staat over gezond en lekker eten en ideeën voor groene styling.
Natuurlijk zijn er veel meer Trotse Tuinders. Daarom daagt de organisatie hen uit om een originele selfie te maken in de kas. Deel je foto via de Facebookpagina van Trotse Tuinders of via Twitter met de hashtag #tuinderselfie. Mailen kan ook via info@trotsetuinders.nl. De allerleukste en meest opvallende selfies komen alsnog in het magazine.
Het magazine heeft een oplage van 25.000 stuks. Het grootste deel daarvan zal begin april beschikbaar zijn in alle Kom in de Kas regio’s. Maar daarmee stopt het niet. Het team zal eind mei aanwezig zijn in het Verspaviljoen tijdens de Libelle Zomerweek. Het magazine is op verzoek ook beschikbaar voor tuinbouwbedrijven die rondleidingen verzorgen of op voor evenementen.
Het magazine is bestemd voor consumenten die interesse hebben in lekkere gezonde voeding en die van bloemen en planten houden. De organisatie van de Trotse Tuinders bestaat uit Pauline van den Enden, Marit Klapwijk, Sanne van Steijn en Pieternel van Velden.
Op de hoogte blijven van dit project? Kijk op www.trotsetuinders.nl of volg ons op Twitter (@trotsetuinders) en Facebook.


donderdag, november 27, 2014

Chrysant

Zonnige chrysanten

Zomaar een mooie zonnige morgen in het najaar. Bij de familie Middelburg in Maasdijk is de oogst in volle gang. Terwijl de bossen chrysanten via de oogstband naar de verpakkingsruimte glijden kringelt de stoom omhoog. Daar waar de bloemen net zijn geoogst is een stommzeil over de grond getrokken. Een paar uur stoom doodt mogelijke ziekteverwekkers die in de grond zijn achtergebleven.









Trachelium




Tracheliumtelers Miriam en Willem Hanemaaijer:
‘Het is een kunst om de takken lang 
en gelijk te krijgen’

Miriam en Willem Hanemaaijer telen trachelium in combinatie met lelies. Soms proberen ze voor de variatie een ander gewas, zoals dit jaar celosia. Het is geen eenvoudig bestaan, want met name de trachelium is een moeilijke teelt. Na jaren van experimenteren hebben ze het aardig in de vingers. Hoewel er altijd weer verrassingen zijn.

Op het snijbloemenbedrijf van Miriam en Willem Hanemaaijer in Vierpolders is de oogst van trachelium in volle gang. De late zomerzon zorgt voor een prettig klimaat in de kas. Miriam laat het bedrijf zien, terwijl haar man oogst.
In de kas staat het gewas in verschillende stadia. Een afdeling verder staat een vak celosia. “Soms wil je wat verandering in je assortiment”, legt zij uit. “Vandaar nu dit gewas. In het verleden hebben we bijvoorbeeld ook lisianthus geteeld.”

Naar de eilanden
De familie Hanemaaijer begon ooit op een huurtuin aan ‘Het Blauwe Hek’ in Maasdijk en verhuisde naar een eigen bedrijf De Lier. Die tuin bleek na verloop van tijd te klein en werd verkocht aan de buurman. Acht jaar geleden streken zij neer in Vierpolders op de Zuid-Hollandse eilanden. Op een perceel van 3 ha bouwden ze een kas van 2 ha.
In het teeltplan wisselen trachelium en lelie (Oriëntals) elkaar af. Na het jaarlijks stomen volgt eerst anderhalf rondje lelies. Pas daarna komt de trachelium. Het gewas is namelijk erg gevoelig voor mangaan, dat vrij komt na het stomen. Bij overmaat aan mangaan ontstaan bruine stippen en vlekken op het blad. Bovendien treedt roodverkleuring op. Dan heeft het product alle sierwaarde verloren.

Kanshebber
In de tachtiger jaren van de vorige eeuw was de snijbloemensector op zoek naar nieuwe gewassen, die het assortiment onder glas konden aanvullen en verbreden. Naast chrysant, gerbera en roos was er dringend behoefte aan vers bloed. Trachelium kwam in die tijd bovendrijven als een mogelijke kanshebber binnen het assortiment. Het is van nature een tweejarig gewas, afkomstig uit Zuid-Europa.
In die tijd deed Miriam haar opleiding aan de toenmalige meisjestuinbouwschool ‘Huis te Lande’ in Rijswijk. “Ik was altijd met plantjes bezig”, vertelt ze. Door haar is destijds eigenlijk het bijzondere assortiment op het bedrijf gekomen. “We hebben in de praktijk moeten leren hoe dit gewas groeit, want er is niet heel veel onderzoek naar gedaan. Je bouwt dus kennis op aan de hand van eigen ondervinding.”

Lastig gewas
Trachelium is een lastige teelt. Het gewas is erg gevoelig voor droge en natte plekken. Twee keer hetzelfde gewas op dezelfde plaats telen kan niet, omdat de wortels mogelijk stoffen achterlaten die de nieuwe teelt als het ware vergiftigen. In het seizoen 2002/03 is daarom bij proeftuin Zwaagdijk onderzocht of trachelium ook op water kon worden geteeld. Of dit nu werd geprobeerd met stilstaand water of eb-vloed, al snel bleek dat de resultaten mager waren. Alleen potgrond en perlite bleken geschikt. Daarna is deze ontwikkeling niet verder opgepakt.
Lastig is tevens het moment dat de plant van vegetatief naar generatief gaat, ofwel de knopvorming. Het lukt om de taklengte te verlengen door in bepaalde tijden van het jaar korte dag toe te passen. Ondanks dat zal het gewas er nooit zo strak op staan als bijvoorbeeld chrysanten.
Miriam toont bijvoorbeeld een kap met gelijke plantdatum en ras, maar met plantmateriaal van verschillende leveranciers. Daarbij blijkt dat de ene partij veel langer wordt en later in bloei komt dan de andere partij. “Soms staan ook wij voor verassingen”, merkt ze op. “Hier blijkt dat het plantmateriaal een eigen geschiedenis heeft. Wat die precies is weten we nog niet.”

Sierwaarde
De teelt duurt acht tot twaalf weken, afhankelijk van de tijd van het jaar. Hanemaaijer start de teelt rond week negen. Komend jaar gaan ze iets vroeger beginnen, namelijk week vijf. Zo zijn ze wat vroeger aan de markt.
In het begin van de teelt krijgen de planten water van bovenaf. Na enige tijd schakelen ze over op het water geven onderdoor. Dat gebeurt gewoon met de slang. “Daarmee moeten we voorzichtig zijn, vooral in het stadium dat de bloemknoppen zijn gevormd”, legt Miriam uit. “Je moet er voor oppassen dat de zijscheuten niet doorschieten en boven de hoofdknop uit komen. Dat is nadelig voor de sierwaarde.”

Met een stok
Op het bedrijf staan alle kleuren, van paars tot blauw en van wit tot rood. Het is lastig om er achter te komen welke kleur het meest gewild is. Daar is geen echt duidelijke lijn in te ontdekken. De telers streven er naar om een taklengte van 70 cm te halen. Dat is uiteindelijk de meest gewilde sortering. Aangezien binnen één vak veel verschillende lengtes staan, is het oogsten en sorteren best een secuur klusje. De dames die oogsten nemen een stok mee in het gewas, als referentie. Zo trekken zij de goede lengte takken uit het bed. De bloemen zijn ook niet allemaal tegelijk rijp, dus moeten ze meerdere keren in hetzelfde vak oogsten.
De bloemen gaan via een oogstband naar het pad, waar de bosmachine staat. Daar worden ze gebost en gebonden, om vervolgens in emmers op water naar de koelcel te gaan. In iedere afdeling staat een bosmachine. Dat is een luxe, vindt Miriam. Hun oudste zoon heeft een passie voor machines. Hij knapt tweedehands machines op en verkoopt ze. Ondertussen is het maar mooi handig dat er altijd iemand in de buurt is die de machines aan de gang houdt. Dat bespaart veel in de kosten.

Luchtig gewas
Trachelium heeft wel als voordeel dat er niet zo heel veel ziekten en plagen in voorkomen. De snijbloem is wat gevoelig voor luis en rupsen, maar een echt probleem levert dat niet op.
De enige schimmelziekte die behoorlijk kan toeslaan is sclerotinia. Dat gebeurt op momenten dat het gewas te hoog of te dicht wordt, dus boven een taklengte van 70 cm. De beste remedie is een luchtig klimaat aanhouden. “Wat dat betreft kijken we wel eens naar nieuwe teeltsystemen waar je luchtbeweging onder in het gewas kunt krijgen. Dat zal de kwaliteit vermoedelijk wel goed doen”, besluit ze.




woensdag, november 26, 2014

Schildklier


Aandacht voor Hypo maar niet Happy in het AD, 2003. Links Pieternel van Velden, rechts initiatiefnemer Bert Bakker.


Aan bestuur, webredactie, forumbeheer, vrijwilligers en directeur van SON:


Beste mensen van SON,

Er is grote onvrede ontstaan rond de plotselinge, onaangekondigde sluiting van het Hypoforum (6 november 2014). Dat moet nu opeens verdwijnen ‘ten gunste van het SONforum’, zoals inmiddels bovenaan het Hypoforum wordt bericht door het forumbeheer van SON.

Niet alleen gaat zo een unieke bron van informatie en patiëntenervaring verloren, het is een klap in het gezicht van forumdeelnemers die zich al meer dan tien jaar vrijwillig en onvermoeibaar inzetten om mensen met schildklierziekte bij te staan. Bovendien worden ontelbaar veel mensen plompverloren beroofd van wat zij zelf geschreven hebben.

SON handelt met de sluiting van het Hypoforum in strijd met de afspraken zoals die gemaakt zijn met de leden van de Vereniging Hypo maar niet Happy: die hebben in de ALV (algemene ledenvergadering) van 29 juni 2013 besloten dat het Hypoforum ook ná de fusie zou blijven bestaan. Een email van de laatste voorzitter van de Vereniging Hypo maar niet Happy bevestigt o.a. dit besluit.

Aan de basis van het Hypoforum ligt de overtuiging dat mensen met schildklierziekte gebaat zijn bij bewustwording en toegankelijke kennis van hun aandoening. Zo kunnen zij gelijkwaardiger met hun behandelaars samenwerken, wat het welslagen van hun behandeling ten goede komt.

Het vraagt weinig inspanning om erachter te komen dat heel veel schildklierpatiënten hun kwaliteit van leven te danken hebben aan het opdoen van kennis over hun ziekte en het contact met geïnformeerde lotgenoten. Het Hypoforum draagt in grote mate bij aan zelfstudie en emancipatie van mensen met  schildklierziekte.

Uit het Hypoforum is CRoSS (Commissie Richtlijnontwikkeling Samenwerkende Schildklierpatiënten) ontstaan om stem te geven aan de tekortkomingen van de bestaande behandelingen en te vechten voor erkenning van het o zo belangrijke patiëntenperspectief in de richtlijnen. Het Hypoforum biedt nog elke dag inspiratie voor onderzoek. Opheffing miskent deze waardevolle functies.

De argumenten die SON op het SONforum aanvoert voor de verdwijning van het Hypoforum en Oude Hypoforum zijn oneigenlijk en onjuist:
·         ‘versnippering van informatie’ is geen issue op internet omdat altijd naar de bron gelinkt kan worden;
·         ‘de kosten’ voor het in de lucht houden van een forum zijn verwaarloosbaar laag en
·         een ‘gebrek aan beheerders’ kan eenvoudig opgelost worden door een beroep te doen op de mensen 
  die nu van het Hypoforum gebruik maken.

SON heeft tot op heden nagelaten om over de sluiting van het Hypoforum rechtstreeks te communiceren met zijn achterban, mensen met schildklierziekte. Dat is spijtig: direct en openbaar overleg had veel irritatie en onbegrip kunnen voorkomen.

Hypoforum en SONforum zitten niet in elkaars vaarwater en concurreren niet met elkaar. Forums zijn onontbeerlijk voor directe informatieverschaffing en het bijhouden van de nieuwste ontwikkelingen op schildkliergebied. Gebruikers en beheerders zijn naar onze mening volledig vrij om naar elkaar of naar andere informatiebronnen te verwijzen. Het gaat er immers uitsluitend om dat schildklierpatiënten optimaal worden geïnformeerd en geholpen!

In de laatste periode voor de sluiting van het Hypoforum zijn door forumbeheerders verschillende onderwerpen/berichtenreeksen verwijderd die betrekking hebben op het functioneren van SON tijdens de fusie. Dit druist in tegen de openheid die het Hypoforum juist kenmerkt: een plaats voor discussie, met respect voor hoor en wederhoor. Met de opkomst van internet en de vrije uitwisseling van kennis en informatie behoort censuur tot het verre verleden. Blootstelling aan kritiek hoort er gewoon bij: het is de enige manier om samen sterk te staan.

Als mede-oprichters van Hypo maar niet Happy en onafhankelijke forumdeelnemers van het eerste uur zijn wij van mening dat het Hypoforum het eigendom is van de mensen die erop geschreven hebben. Dat SON, in de persoon van zijn directeur, als gevolg van de fusie nu plotseling (7 november 2014) ‘eigenaar’ is geworden van het domein hypoforum.com doet daar niets aan af.

Democratische beginselen, behoorlijk bestuur én het respecteren van de bijdragen van een enorme groep mensen met schildklierziekte nopen dus tot erkenning van de afspraken zoals die gemaakt zijn bij de ledenvergaderingen van de vereniging Hypo maar niet Happy: het Hypoforum blijft bestaan.

Wij verzoeken SON dan ook om de opheffing van het Hypoforum en het Oude Hypoforum te voorkomen en de domeinnaam hypoforum.com over te dragen aan de mensen die erop schreven totdat SON dit onmogelijk maakte.

Vriendelijke groeten,

Ondertekend door twee Hypo-maar-niet-Happy-bestuursleden (ik ben daar één van) van het eerste uur en twee zeer actieve deelnemers aan het Hypoforum.

dinsdag, november 04, 2014

Keuringsdiensten



Veranderingen door professionalisering tuinbouw
Keuringsdiensten evolueren naar kwaliteitsdiensten en procesbewakers

Keurmeesters en inspecteurs die de kwaliteitsvoorschriften controleren moeten soms lastige beslissingen nemen. Ondertussen zorgen ze er wel voor dat er vertrouwen is en handelsstromen ongehinderd door kunnen gaan. De sector verandert, dus bewegen de keuringsdiensten mee. Steeds vaker bewaken ze processen, in plaats van het puur uitvoeren van partijkeuringen.

Keurmeesters en inspecteurs dragen een schat aan kennis en ervaring met zich mee. Neem nu Arno van Adrichem die nu al 28 jaar inspecteur is bij het Kwaliteits-Controle-Bureau (KCB). Of Leo van Leeuwen en Wouter van den Ende, die respectievelijk 27 en 6 jaar keuringen verrichten voor Naktuinbouw. Zij kennen het tuinbouwvak door en door en bewaken de kwaliteit van de keten van plantmateriaal tot eindproduct.
Hun taken zijn door de jaren sterk veranderd. Was vroeger het beleid volledig gericht op partijkeuringen, tegenwoordig zijn ze meer bewakers van het proces en houden ze rekening met de wijze waarop bedrijven hun zaken voor elkaar hebben. Bedrijven zijn heel goed in staat om hun kwaliteit te borgen, al was het alleen maar omdat de eindklant dit eist. Bedrijfsprocessen worden steeds transparanter, dus inzichtelijker.

Partijkeuring of bedrijfskeuring
Inspecteur Wouter van den Ende bezoekt een freesiakwekerij in Poeldijk. Meestal doet hij dit onaangekondigd. Hij komt alleen op bedrijven die uitgangsmateriaal telen en bij freesia’s is dat meestal het geval. In de kas beoordeelt hij de gewassen. Zijn ze visueel vrij van ziekten en plagen, zitten er onkruiden tussen of vermenging met andere rassen?
Telers zijn verplicht om ieder voorjaar hun te verhandelen materiaal te melden bij de instantie. Van den Ende: “Wij zien lang niet iedere partij. Eigenlijk is er sprake van een bedrijfskeuring. Hoe gaat het bedrijf om met plantmateriaal?” Zijn collega Leo van Leeuwen vult hem aan: “De verantwoordelijkheid komt steeds meer bij de bedrijven zelf te liggen. Jaarlijks doen we ook een administratieve audit. De teler moet onder andere de herkomst van de partijen kunnen aantonen, gewasbeoordelingen uitvoeren en registeren.”
De meeste bedrijven hebben geen enkele moeite met het bezoek van een keurmeester. Er zijn echter nog steeds bedrijven die de keuring een noodzakelijk kwaad vinden, mede omdat er ook kosten aan zijn verbonden. Van Leeuwen: “Het is eigenlijk heel duidelijk. We zijn er niet voor de individuele bedrijven, maar we zijn er voor de hele sector.”

Europese richtlijnen
In dit geval gaat het om een basiskeuring op te verhandelen uitgangsmateriaal, omschreven in de Europese richtlijnen en Nederlandse wetgeving (Zaaizaad- en plantgoedwet). Dat is altijd een visuele inspectie. De keurmeesters controleren de bedrijven, hun productieproces, het materiaal en de documenten die bij verhandeling nodig zijn. Voldoet het materiaal aan de gestelde eisen dan mag het materiaal in het handelsverkeer worden gebracht.
Als het materiaal niet voldoet aan de minimale eisen dan volgt een afkeuring. Dan mag de teler het plantmateriaal nog wel zelf opzetten, maar niet meer in het handelsverkeer brengen. Van Leeuwen: ‘Soms moet je dus moeilijke beslissingen nemen, die verregaande gevolgen hebben voor een bedrijf.”
Aangezien het om grote belangen kan gaan is het belangrijk dat alle keurmeesters onafhankelijk zijn en dezelfde beslissing nemen. Ze komen daarom drie keer per jaar bij elkaar om hun kennis onderling op elkaar af te stemmen.

vrijdag, oktober 17, 2014

Veredeling



Veredelingsbedrijven werken aan gesloten ketens
‘De juiste balans vinden tussen wensen van telers en consumenten’

Voor de veredelaars van groenten gloort er altijd een nieuw ras aan de horizon. Of het nu gaat om hoge productie, resistenties of juist smaak, om bulk of niche, om Nederland, Europa of verder, verbeteringen blijven nodig. Maar wie bepaalt nu de strategie die ieder bedrijf volgt? Telers, grootwinkelbedrijven, trendzettende koks of consumenten? Iedere veredelaar zingt zijn eigen lied.

Veredeling voor de niche of bulk, dat is de grote vraag. Veredelingsbedrijven proberen beide markten te bedienen, maar ieder heeft zijn eigen accenten. Eminent bijvoorbeeld, opgericht door paprikatelers Jan en Ted van Heijningen, specialiseerde zich als productiebedrijf in bijzondere gewassen die zich onderscheiden in vorm, kleur en smaak. Een echte nichespeler dus. Selectie en veredeling had eerst tot doel om eigen producten te ontwikkelen, maar er is eveneens vraag naar zaden ontstaan.
Account manager Joke Kras legt uit hoe Eminent vers product levert aan Engeland, Duitsland, Scandinavië tot ver in Rusland. Het assortiment is breed, van tomaat, paprika, peper, aubergine tot wortel- en knolgewassen. Eminent Seeds beperkt zich voorlopig tot specialties van paprika, peper en tomaat.
Naast snackpaprika’s is het gelukt om een Habanero te ontwikkelen die 20 kg/m2 produceert. Zo’n uitzonderlijk hete paprika is geschikt voor Ethiopië, Uganda of Mexico. Dat er hete exemplaren bij zitten is wel duidelijk. In de verwerkingshal van het bedrijf lopen de tranen je spontaan in de ogen.
Kras: “Nederland is voor ons niet zo hele grote markt. We kijken veel verder.”

Klein, maar snel
Helemaal nieuw op de veredelingsmarkt is Axia Vegetable Seeds. Het bedrijf werd in 2010 opgericht door Sandor en Alois van Vliet, die eerder de scepter voerden bij het door Monsanto overgenomen Western Seeds. Dit jaar brengen zij hun eerste rassen op de markt. Hun specialisatie is de veredeling van tomaten. Dat is geen verrassing als de aandeelhouders van dit bedrijf allen tomatentelers (en een plantenkwekerij) zijn.
Alois van Vliet legt uit hoe het bedrijf in zo’n korte tijd al aan de markt kan zijn. “Onze aandeelhouders zijn natuurlijk onze adviseurs. Dat is een groot voordeel. Daarnaast belichten wij net zoals in de praktijk gebeurt, waardoor wij in de winter doorgaan en dus meerdere keren per jaar van teelt wisselen. We zijn weliswaar klein, maar snel, flexibel en innovatief.”
Mainstream of specialties, alle tomatenrassen zijn voor Axia belangrijk. Kesgro in Middenmeer heeft inmiddels op 9 ha de middelgrote trostomaat ‘Axiradius’ gezet. Intussen is er een nieuwe cherrytomaat ‘Axiani’, die rijp is voor de praktijk.

woensdag, september 24, 2014

Satelietnavigatie



Ton van der Voort van der Kley, Kverneland Group:
‘De boer is een manager die processen aanstuurt’

Dat een robuuste tractor met zaaimachine in staat is om een zaadje op vijf millimeter nauwkeurig te positioneren is bijzonder. Nog indrukwekkender is de techniek, die daarachter schuil gaat. In de toekomst zullen ook alle data met elkaar gekoppeld zijn. De weg tussen uitgangsmateriaal en de maaltijd die op je bord ligt wordt volledig transparant.

“In principe is het straks mogelijk om als consument te achterhalen welke boer jouw wortelen heeft geteeld. Zelfs van welk perceel en op welke plaats. We hebben er de techniek voor”, vertelt Ton van der Voort van der Kley, managing director bij Kverneland Group Mechatronics bv, bevlogen.
Eenendertig jaar geleden startte de techneut zijn eigen afdeling, waar hij zich toelegde op automatisering. Een mijlpaal was het jaar 1999, toen de eerste kunstmeststrooier met satelietnavigatie op de markt kwam. Dat was aanvankelijk een ‘ver van mijn bed-show’ voor akkerbouwers, maar dat duurde niet lang. “Wij noemen dat wel het ‘TomTom-effect’”, legt hij uit. “Op het moment dat navigatie doorbrak in de auto-industrie werd deze techniek algemeen aanvaard. Tegenwoordig heeft iedere high-end tractor standaard een navigatiesysteem. Het is vanzelfsprekend geworden.”

Satelliet
Door navigatiesystemen te koppelen aan bedrijfsvoering systemen gaat er een wereld open voor de moderne akkerbouwer. Zo kunnen percelen nauwkeurig worden bemest aan de hand van data; een plattegrond van de opbrengsten, grondsoorten, vochthuishouding en andere factoren. Zo komen meststoffen uitsluitend op die plaatsen waar ze nodig zijn. Het behoeft weinig uitleg dat dit een forse besparing kan opleveren. Dit resulteert in kostenreductie en komt de duurzaamheid van de sector ten goede. Bovendien is door registratie meteen bekend waar, wat en hoeveel meststoffen zijn gebruikt.
Er is een centrale databank in oprichting, die niet alleen de gegevens van de meststrooier vastlegt, maar ook alle werktuig- en tractorspecifieke gegevens. Koppel de data aan die van de transportsector en van ieder product is de herkomst bekend. Als op consumentenniveau een probleem ontstaat kan de weg naar de bron worden herleid. “Het hele proces is uiterst transparant geworden, zodra ook de sector zover is”, weet Van der Voort van der Kley. “Dat is waar het in de toekomst naartoe gaat. De boer is dan geen boer meer, maar een manager die processen aanstuurt.”

'In onze industrie is geen enkele competitie als het gaat om de overdraagbaarheid van gegevens'

Standaardisatie
Het klinkt logisch en eenvoudig, maar aan deze innovatie ging een lange weg vooraf. Volgens de directeur was het een chaos in de wereld van landbouwwerktuigautomatisering. Werkte een akkerbouwer met meerdere soorten machines, dan was zijn tractor uitgerust met even zoveel besturingskasten, voorzien van uiteenlopende soorten kabels en pluggen. Ieder merk had zijn eigen systeem, zonder enige synergie.
“Wij zijn gestart met de ontwikkeling van één uniform softwareprotocol en standaard connector, waardoor het mogelijk werd om alle werktuigen te bedienen en zodoende gegevens uit te wisselen. Dat deden we eerst voor onze eigen producten, maar  samen met concurrenten en collega’s is die standaard verder uitgebouwd en geïmplementeerd.”
Hij maakte zich hard voor de formatie van werkgroepen om wereldwijde standaardisatie tot stand te brengen. Na een lang traject van intensief overleg lukte dat. Tegenwoordig coördineert  AEF (Agricultural  Electronic Industry Foundation) deze werkgroepen wereldwijd,  waarbij inmiddels 145 bedrijven zijn aangesloten. “In onze industrie is geen enkele competitie als het gaat om uitwisseling van gegevens. Iedereen ziet daarin kansen om met nieuwe toepassingen de omzet te verhogen.”

Slim spuiten
De innovatie gaat in rap tempo door. Ook het gebruik van chemische bestrijdingsmiddelen kan omlaag, door middel van sensoren die het menselijk oog vervangen. Autonome robots detecteren ziekten en sturen de landbouwspuit aan op basis van waargenomen gegevens. Daarmee zal het totale middelenverbruik omlaag gaan.
Zoveel nieuwe mogelijkheden die de landbouw vooruit helpen zorgen er voor dat Kverneland Group Megatronics als bedrijf voortdurend in de lift zit. Ondanks de crisis groeide het ieder jaar gestaag met 15% en die trend zet door. In 2001 werkte Van der Voort van der Kley met 15 mensen. Nu zijn er 68 medewerkers in dienst met een gemiddelde leeftijd van 26 jaar. Softwareontwikkeling en automatisering trekt veel jonge techneuten aan.

Full liner
Kverneland Group ontwikkelt en produceert werktuigen voor de akkerbouw en veehouderij. Sinds twee jaar is het bedrijf onderdeel van Kubota. Daarom bevat het programma nu full liners, dus zowel tractors als het werktuig daarachter. De producten vinden hun weg naar de klant via een wereldwijd dealernetwerk. Mechatronics is de divisie die zich bezig houdt met automatisering.
Meer over Kverneland Group Mechatronics BV weten? Zie website