zaterdag, juli 16, 2011

Crisis


Iedereen is de weg kwijt

Hoeveel tuinders zouden morgen de handdoek in de ring gooien als zij schuldenvrij hun bedrijf af zouden mogen lopen? Ik vermoed dat het percentage wel eens ongekend hoog is. Warme sanering kan de sector een duw in de goede richting geven, maar waar zijn de mensen die daartoe het initiatief durven nemen?

Wanneer is het dieptepunt van de tuinbouwcrisis bereikt? Al lange tijd schrijf ik over de penibele situatie in de glastuinbouw, waarbij eigenlijk alle aspecten al eens aan bod zijn geweest. Het is niet zo moeilijk om de oorzaken aan te wijzen. De mensen die ik spreek schudden ze zo uit de mouw. Nu de EHEC-crisis daar nog eens overheen komt zou je denken dat de bodem van de put is bereikt en dat ingrijpen onvermijdelijk is. Vreemd genoeg gebeurt dat (nog) niet. In plaats daarvan is er complete chaos ontstaan en is iedereen de weg kwijt. Althans, zo komt het op mij over.

Warme sanering
De sector is niet in staat om een nieuwe weg in te slaan, want zelfs in deze diepe crisis ontstaan geen nieuwe verbanden met sterke leiders. Ook de financiers van al dat glas hebben een morele verplichting om hun klanten aan de gang te houden. Daarbij hebben ze te lang geaarzeld om hun verantwoordelijkheid te nemen. Zachte heelmeesters, stinkende wonden. Wie moet dan het initiatief nemen? Wellicht kan de overheid een duwtje in de goede richting geven. Een middel daarvoor is warme sanering, waarbij tuinders de gelegenheid krijgen de sleutel van hun bedrijf in te leveren in ruil voor kwijtschelding van schulden. Leeg liggend glas zou dan ook rigoureus moeten worden gesloopt.

Sterke punten
Warme sanering is al vaker gesuggereerd, maar tot op heden niet in concrete voorstellen omgezet. Al snel nemen de bezwaren tegen zo’n maatregel de overhand en maken een objectieve discussie bij voorbaat onmogelijk. Zo menen velen dat de glastuinbouw zich naar buitenlandse teeltgebieden zal verplaatsen. Bovendien komt voor iedere gesloopte hectare weer nieuw glas terug. Maar is dat echt zo? En wordt de Nederlandse voedingstuinbouw daar nu slechter van? Zou het niet veel beter zijn om juist de sterke punten van de tuinbouw te verbeteren? Je hoeft toch niet de meeste tomaten te telen, maar wel de beste, de lekkerste en de schoonste?

Bekaaid
Graag breek ik een lans voor ondernemers die hun leven lang hard hebben gewerkt en waarvan het pensioen bestaat uit de opbrengst van de verkoop van hun bedrijf. Zij hebben de afgelopen jaren hun vermogen als sneeuw voor de zon zien verdwijnen. Het is niet meer dan fatsoenlijk dat zij een kans krijgen om zich uit een moeilijke positie te bevrijden. De tuinbouw babyboomers komen er zeer bekaaid af ten opzichte van hun leeftijdgenoten die ik altijd terug zie een spotje van een bekende verzekeraar. 
Of dat allemaal met overheidsgeld moet worden bekostigd? Dat is maar de vraag. Er zijn tenslotte ook partijen die goed hebben verdiend aan de booming sale-en-lease-back constructies. Wellicht voelen zij zich geroepen om mede de kar te trekken.

maandag, juli 04, 2011

Knolbegonia



Frans Kolken over afzet:
‘Gun een ander ook een goed belegde boterham’

Dat knolbegionabedrijf Kolken stevig geaard is en weinig hinder ondervindt van de crisis in de land- en tuinbouw is geen toeval. Zorgvuldig aftasten van de markt en produceren wat de klant wenst is een jarenlange strategie. Heel veel knollen telen is geen kunst. Verkopen wel. 

Handelen zit hem in het bloed. Telen wat minder, maar daar is de rest van de familie beter in geeft hij toe. Frans Kolken heeft net als zijn vader gevoel voor de markt en stopt al zijn energie in onderhouden van contacten, peilen van vraag en het uitstippelen van een goede verkoopstrategie. Produceren vindt hij namelijk minder moeilijk dan verkopen.
Terwijl snijbloemen- en bollentelers gebukt gaan onder de gevolgen van de kredietcrisis gaat het de familie Kolken naar verhouding goed. Frans heeft inmiddels zoveel vertrouwen bij handelspartijen en ingangen bij kopers dat hij geen zorgen heeft. Daar zit een filosofie achter.