dinsdag, december 18, 2007

Vaste planten
















Vaste planten teler Peter van Duin:
“Ik sta voor de kwaliteit van mijn assortiment”


Zaaien, wieden, rooien, zaaien, wieden, rooien. Dat is het levensritme van vaste plantenteler Peter van Duin en zijn vrouw Trudy. Samen hebben zij ervaring opgedaan met de teelt van vaste planten uit zaad. Een teelt die veel inspanning vraagt, maar wel resulteert in kwaliteitsproducten.
Het is zo’n loodgrijze druilerige dag, waarbij het wolkendek zo laag hangt dat de aarde er onder gebukt gaat. Zo’n dag die de uitgestrektheid van Noord-Holland nog eens benadrukt. Op het erf van Trudy en Peter van Duin is het glibberig. Achter de schuur zijn volop bouwactiviteiten. “Kijk”, zegt Peter, blauwe overall, groene kaplaarzen, “daar komt een nieuwe loods van vijfhonderd vierkante meter. Je ziet, we komen hier ruimte tekort met al die pallets vol handel.”
In de schuur werkt een groepje medewerkers gestaag aan de weegteller, waar ze iedere wortelstok in een bakje leggen om ze in vier maten op gewicht en aantal te sorteren. “Dat was in het verleden wel anders”, gaat Peter door. “Ik heb hier wat met het handje staan tellen.”

Niet spuiten
Peter van Duin teelt vaste planten uit zaad. Hij heeft zo’n vijftig tot zestig soorten staan, met als belangrijkste gewassen Akelei, Lupine, Stokroos en Echinaceae’s. Soms probeert hij wat nieuwe dingen, zoals bijvoorbeeld Verbascum of Malva, maar dat zijn slechts proefjes. Zijn zaad betrekt hij van Nederlandse zaadhuizen, maar ook steeds vaker uit het buitenland, zoals Duitsland. Trudy zoekt dat allemaal uit.
Zaad is in principe goedkoper uitgangsmateriaal dan stek. Bovendien rooit Van Duin door deze werkwijze meer planten van een vierkante meter. Toch zijn er niet veel telers die zijn voorbeeld volgen. “Je hoort ze wel eens zeggen; dat is verdraaid eenvoudig. Je zaait een beetje in het voorjaar en in het najaar oogst je mooie planten. Nu, zo is het niet. ’s Zomers zijn we altijd aan het wieden. Soms met z’n vijven, maar ook wel eens met twintig mensen tegelijk. Je begint soms met een perceel en als je dan om kijkt groeit het onkruid achter je weer even hoog.”
Als van Duin na half mei heeft gezaaid bestaat de rest van de zomer uit wieden. Onkruid spuiten is uit den boze met het kiemende zaad, dus schoffelt hij tussen de rijen met een schoffelmachine die hij heeft aangepast voor het schoffelen tussen de fijne plantjes. In de rij zelf moet het personeel onkruid uit trekken. En dat elf hectare lang. Het vraagt geduld om iedereen uit te leggen wat nu goede planten zijn en welke het onkruid. Vervolgens duurt het een week of vier tot zes voordat de planten zo groot zijn dat het onkruid minder kans krijgt, afhankelijk van het soort vaste plant. En hoewel een stokroos een behoorlijke bladpruik vormt duurt het toch verraderlijk lang voordat het zover is.

Op afroep
Vanaf september begint de oogst van de eerste vaste planten. Sommige soorten zijn dan al oogstbaar, maar anderen groeien nog door tot november. Peter oogst op afroep. Hij heeft ondervonden dat het de kwaliteit ten goede komt om een plant in de grond te laten zitten, in plaats van bewaring in een cel.
Van Duin levert veel aan exporteurs, inpakbedrijven en postorderbedrijven. Zijn planten gaan de hele wereld over, van het Oostblok tot Amerika en Japan. Hij spoelt niet. Dit gebeurt bij de afnemers. Het klantenbestand is zeer stabiel. Peter heeft dit door de jaren opgebouwd. “Mijn klanten willen een kwaliteitsplant. Die kwaliteit bereik ik door mijn manier van telen en door goed te sorteren. Zij zijn tevreden over de maatvoering. Ik krijg ook eigenlijk nooit iets terug”, aldus Van Duin. Over de prijsvorming is hij duidelijk: “Ik heb mijn eigen prijslijst en daar is doorgaans weinig discussie over.”
Zodra er een order binnen komt gaat hij het land op om te rooien. Dit gaat door tot in april, waarbij de laatste planten net van het land zijn verdwenen voordat er weer moet worden gezaaid. In de praktijk is de vaste plantenteler dus jaarrond druk aan het werk. Van lange regenperioden heeft hij niet veel last, omdat de zandgrond goed doorlatend is. “Het betekent alleen dat er iets meer zand in de kuubskisten zit, als ik in de schuur kom”, zegt hij lachend.
Vorst is wel een probleem. Dan vraagt hij zijn afnemers wat zij in die periode denken nodig te hebben, zodat hij voor de vorst een grote rooiactie kan inplannen. Dit om de klanten in de vorstperiode ook van dienst te zijn. “In mei gaan we altijd een weekje weg”, zegt Trudy, “maar dan moeten we onze klanten daarvan wel op de hoogte stellen.”
“Eigenlijk is zaaien, wieden, rooien en snel leveren alles wat ik doe. Maar dat doe ik wel heel graag”, zegt Peter voldaan.

Vanaf de grond opgebouwd
Peter en Trudy van Duin hebben een vaste plantenkwekerij in Schagerbrug. Zij hebben een perceel van één hectare in eigendom en huren er tien hectare bij. Peter teelt twee tot drie jaar op een gehuurd perceel, waarna een ander het weer huurt voor bijvoorbeeld tulpen. De zandgrond leent zich uitstekend voor de teelt van vaste planten.
Voordat Peter ondernemer werd was hij in dienst van de gemeente. Dertien jaar geleden besloot hij voor zichzelf te beginnen en bouwde zijn bedrijf vanaf de grond op.

(Vakwerk, november 2007)

Geen opmerkingen: