donderdag, maart 08, 2012

Gewasbescherming

Twee jaar geleden bezocht ik het bedrijf Pireco. Een kleine onderneming, opgezet door een man met idealen. In het kader van de discussie rond de RUB-regeling is dit verhaal ineens weer actueel.



Wim van Garderen en Ronald Kiel:
‘Wij zijn zakenmensen met een portie idealisme’

Er zijn twee benaderingen om planten gezond te houden: symptomen van plagen en ziektes bestrijden of planten sterk en weerbaar maken. Pireco is de naam van een bedrijf, maar ook van een productlijn van natuurlijke middelen om planten en gewassen juist vitaler en dus sterker te maken.

Een industrieterrein in Lelystad is de thuisbasis van een met knoflookgeur omgeven bedrijf dat pionierswerk verricht op basis van eeuwenoude wijsheden uit oost en west. Oud-boomkweker Wim van Garderen en zakenman Ronald Kiel bedenken hier methoden om planten gezond te houden. In de productieruimte van het bedrijf staan grote vaten met kruidenmengsels. Gefermenteerde en geconcentreerde extracten – in totaal elf - van bijvoorbeeld knoflook of plantenblad zijn ingrediënten voor Pireco. Het bedrijf maakt een productlijn voor kruidachtige planten en houtige gewassen, vloeibare middelen, korrels, granulaat en capsules.

 Weerbaar maken
Van Garderen liep in zijn tijd als boomkweker tegen moeilijk te bestrijden ziektes aan, zoals schurft in sierappels. Hij bedacht dat het veel logischer was de planten weerbaar te maken, dan dat hij maar steeds curatief aan de slag moest. Hij filosofeerde over de kringloop van het plantenleven. “Eenzijdige bemesting met nitraten maakt de plant zwak”, redeneerde hij. “Bovendien gaan wij anders met onze cultuurgewassen om dan de natuur zou doen. Wij halen in de herfst het blad weg, waarvan de essentiële stoffen niet meer terug komen in de boden en beschikbaar zijn voor de wortels.”
Daarnaast speelt het probleem van plaagdieren. Van oudsher is bekend dat plagen bepaalde planten mijden. Dus als je extracten van die planten op laat nemen door plantenwortels van cultuurgewassen dan zijn ze daardoor onaantrekkelijk geworden.
Op basis van die theorie begon hij met het verzamelen van natuurlijke stoffen en kruiden en startte met experimenteren. En met succes.

Geduld hebben
“Pireco is niet de enige oplossing voor problemen”, gaat hij door. “In de professionele land- en tuinbouw is men gewend direct resultaat te zien van beschikbare middelen. Hier moet je geduld hebben.” De oud-boomkweker legt uit dat het een tijdje duurt voordat een teler resultaat ziet van de toepassing. De wortels moeten de gelegenheid krijgen om het middel op te nemen. Bovendien moet hij werken aan meer factoren om planten en gewassen in een betere conditie te krijgen. Dat moet hij dus eerst leren. Het is dus logisch dat Van Garderen ook veel vragen krijgt vanuit de sector en daarmee graag samenwerkt. “Je moet van Pireco geen wonderen verwachten”, geeft hij aan, “maar door intensieve samenwerking kunnen goede resultaten worden behaald.”

Beginnende industrie
Het zoeken naar nieuwe methoden en gebruik van effectieve ingrediënten gaat onverminderd door. Binnen de duurzame land- en tuinbouw past de aanpak volgens het principe van dit bedrijf prima. Ronald Kiel: “Dit is echt een beginnende industrie, waar we nog veel over moeten leren. In december hebben we het SKAL certificaat behaald. Dat is een goed stap. Het geeft ons nu de mogelijkheid om ook de biologische landbouw te ondersteunen.”
Niet voor niets heeft het bedrijf zich midden in de polders gevestigd. Zo zitten ze in het hart van de akkerbouw, waar zij hun missie het eerst in de praktijk willen brengen. Ook zetten zij proeven uit bij officiële instanties en in de praktijk, om de werking aan te tonen en te verbeteren.

Minder aantrekkelijk
Hoe zit het nu met die knoflook? Van Garderen glimlacht. “Planten die stoffen uit knoflook opnemen zijn minder aantrekkelijk voor plagen. Neem nu gras op sportvelden. Engerlingen kunnen daar flink in huishouden. Aangezien de engerlingen verder naar beneden kruipen als gevolg van het injecteren of spuiten, vreten ze niet meer aan de graswortels. En als een rozenstruik de stoffen opneemt, dan vinden luizen ze niet aantrekkelijk meer. Nee, planten gaan hierdoor niet naar knoflook smaken.”
Vaak gaat de telefoon als er een ziekte of plaag optreedt die moeilijk is te bestrijden met gangbare middelen. Zoals in het geval van eikenprocessierups. Op dat moment worden er proeven gedaan om een probleem te tackelen. Maar zeker bij een houtig gewas is dat een gecompliceerd verhaal, waarbij de groeiomstandigheden en de samenstelling van de grond ook een belangrijke rol spelen.

Verder ontwikkelen
Van Garderen en Kiel geloven in hun product, maar dat maakt hen geen fantasten. Sinds enige tijd heeft het bedrijf een eigen onderzoeker in dienst, die tot taak heeft het gedachtegoed verder te ontwikkelen. “Noem ons maar zakenmensen met een portie idealisme en realisme”, vindt Kiel. “Onze producten moet je dus niet zien als wondermiddel”, vult Van Garderen aan. “Ze zijn er niet om ziektes te bestrijden, maar om ze te voorkomen.”

1 opmerking:

Anoniem zei

Van Garderen, die heeft al heel wat slachtoffers gemaakt in zijn 'zakenleven'. Maar ja, als je over lijken gaat.........