donderdag, oktober 15, 2015

Veredeling


Jan Post geeft visie op potorchidee van de toekomst


‘Houden we wel echt rekening met consumenten wensen?’





In dertig jaar tijd is phalaenopsis van alle orchideeënsoorten uitgegroeid tot één van de meest populaire bloeiende potplanten. Jan Post van Floricultura maakte deze ontwikkeling van dichtbij mee. Hij voorspelt dat er plaats is voor vernieuwing binnen het assortiment. Mensen gaan planten meer waarderen, vooral die met een natuurlijke uitstraling.

Een phalaenopsis die vandaag de dag huiskamers siert, lijkt in niets op zijn voorouders die in de natuur voorkomt. De kleine, stervormige bloemen zijn getransformeerd tot grote, ronde vormen. In de zoektocht naar een houdbare kamerplant is de geur nagenoeg verdwenen. Of consumenten daar een idee van hebben? Jan Post, veredelaar en voormalig eigenaar van Floricultura, vraagt het zich af. “Niemand houdt echt rekening met consumentenwensen, omdat we niet precies weten wat zij willen.”
Jaren geleden lieten de orchideeëntelers gezamenlijk een groot consumentenonderzoek doen. Daar kwam uit dat mannen graag grote bloemen zien met felle kleuren, terwijl vrouwen juist vallen op klein, exotisch elegant en sierlijk. Dat de phalaenopsis zich toch heeft getransformeerd tot de huidige vorm, komt misschien doordat mannen een cadeau kiezen voor vrouwen, maar bovenal omdat veredeling, productie en handel een door mannen gedomineerde wereld is. Veredelen is in de sierteelt altijd meer gericht op productie dan op consumenten.

Groen en exotisch
“Het is moeilijk de juiste vragen te stellen aan consumenten, omdat zij zelf ook niet precies weten wat zij zoeken”, weet Post. “Neem nu het stokje dat de stengel ondersteunt. Mensen durven het soms niet weg te nemen, omdat ze denken dat het bij de plant hoort. Op dat niveau praten we.”
Hij zit op de praatstoel, de man die meer dan 45 jaar lang bijna iedere plaats op aarde bezocht op zoek naar nieuwe variëteiten, om zaken te doen en nieuwe kennis te verzamelen. Van Taiwan tot Amerika en van Hawaii tot Nieuw-Zeeland. Hij zag verschillende stromingen in veredelen en kreeg een neus voor modes en trends. “Eigenlijk zie je bepaalde trends ongeveer overal ter wereld tegelijk ontstaan. Dat is bijzonder”, legt hij uit. Op dit moment bespeurt hij dat mensen weer aandacht hebben voor groen en exotisch. Planten hoeven niet meer perfect te zijn. Een draai, een kronkel van een stengel wordt weer gewaardeerd. Een groot voorbeeld voor hem zijn Japanners, die van oudsher echte liefhebbers zijn van de schoonheid van de natuur.

Andere plantvormen
Als de veredelaar op dergelijke stromingen in wil spelen heeft hij zeker zes tot acht jaar nodig om goede rassen te ontwikkelen. Die tijd krijgt hij ook, want trends volgen langzame golfbewegingen. Je kunt ze zien aankomen en ze zijn niet zomaar voorbij. “We zoeken naar nieuwe kleuren, zoals appelgroen, hemelsblauw, brandweerrood en natuurlijke, heldere tinten en naar exotische bloemvormen met kleurencombinaties in de lip. We zoeken eveneens naar andere plantvormen, bijvoorbeeld planten die minder lange stengels hebben met een lage bloemaanzet. Ik denk dat er belangstelling is voor een ‘wolk’ van bloemen. Een plant die een bos bloemen op tafel kan vervangen.”


Kostprijs gedreven
De aandacht van telers is echter op hele andere eigenschappen gericht. Telers zoeken een plant die makkelijk en snel groeit, veel takken en bloemen vormt en past binnen een bepaald assortiment. Voor een teeltbedrijf is het aantal planten dat per vierkante meter per jaar wordt geproduceerd belangrijk. De prijs moet in verhouding zijn met de kwaliteit. De veredelaar ziet dat de ‘policy’ van bedrijven vaak kostprijs gedreven is.
Ook bespeurt hij een tendens dat bedrijven meer proberen in te spelen op seizoenen. “Het accent ligt op productie in het eerste halfjaar. Dan vallen de grootste pieken van Kerstmis tot en met Moederdag en is de prijsvorming goed”, legt hij uit. Dat vergt nogal wat van de organisatie, want als de productie wordt verschoven, heeft dat gevolgen voor de bezettingsgraad van het teeltbedrijf.
Voor de vermeerderaar, die jaarrond planten beschikbaar heeft, zijn de gevolgen zo mogelijk nog groter. Was het gebruikelijk dat planten op bestelling werden vermeerderd, steeds vaker willen klanten jong plantmateriaal dat direct op afroep beschikbaar is.

Kwetsbare transportfase
Een derde partij die enorm veel invloed heeft op het assortiment is de handel. De grote kracht van phalaenopsis is de goede houdbaarheid, maar in de transportfase is de plant kwetsbaar. Temperatuurverschillen, droogte en ethyleen veroorzaken knopval. De veredelaar is dus permanent op zoek naar die variëteiten die daar het minst last van hebben.
Hoe mooi de consumentenwensen ook zijn geformuleerd, ze worden soms teniet gedaan door andere prioriteiten, zoals uniformiteit, potmaat, lengte en aantal takken. Dat bepaalt de uiteindelijke prijs die wordt betaald. “We proberen daar op in te spelen”, legt Post uit. “Handelaren bepalen wat ze afnemen. Wij proberen iets te ontwikkelen waar inkopers niet omheen kunnen.”
Een voorbeeld is het gemarmerde en gestippelde blad dat oorspronkelijk bij phalaenopsis hoort. Het is eigenlijk zo goed als verdwenen uit het assortiment. Wanneer dergelijke planten worden aangeboden, denkt de handel al gauw dat ze ziek zijn.

Bijzondere vorm of kleur
Niet zelden spreekt hij een bloemist die teleurgesteld is over het aanbod. Bloemisten kunnen lyrisch worden van een gebogen tak, een bijzondere bloemkleur, kortom een bloem waar ze hun creativiteit op kunnen loslaten. Post merkt het aan de bloemisten in zijn eigen regio, die als bijen rond de veredelingskas zoemen. Het liefst zouden ze de – soms afgekeurde – variëteiten in hun winkel willen verkopen.
Hoe anders zou het zijn als al die wensen bij elkaar zouden komen. Dan zou het orchideeënassortiment er waarschijnlijk veel gevarieerder uit zien dan nu het geval is en zouden telers het kostprijsprincipe meer los kunnen laten. De neerwaartse prijsspiraal zou plaats kunnen maken voor betere prijzen voor prima planten.

Varkenscyclus
In hun assortimentskeuze laten de telers zich nogal eens leiden door de waan van de dag. Wanneer roze veel opbrengt, dan stijgt de vraag naar jong, roze plantmateriaal. Doet wit het goed, dan gebeurt het omgekeerde. De periode van vermeerdering, opkweek en teeltduur is echter zo lang dat de markt allang weer is veranderd. “Het is soms net een varkenscyclus”, meent de veredelaar. “Telers moeten een neus ontwikkelen voor trends en het durven om soms af te wijken van de massa. Wie dat kan springt er bovenuit.”
Post ziet eveneens enorme verschillen tussen telers onderling. Binnen het brede assortiment kan de één bijvoorbeeld totaal niet uit de voeten met bepaalde variëteiten, terwijl ze uitstekend geschikt zijn voor de ander. Daarom blijven sommige variëteiten, die moeilijk zijn te telen, toch beschikbaar.
Bovendien heeft Floricultura klanten in heel veel landen, waardoor het verschil in kennis groot is. “In sommige landen loopt de ontwikkeling van de teelt een generatie achter. Je mag het eigenlijk niet zeggen, maar een deel van het assortiment moet ‘hufterproof’ zijn. Op de locatie in Californië worden bijvoorbeeld planten gekweekt die pas in de afkweekfase naar de klant gaan, omdat Amerikaanse telers vaak bedrijven hebben die minder goed zijn uitgerust.”

Mode of trend
Hoewel phalaenopsis als potplant de afgelopen dertig jaar een enorme ontwikkeling heeft doorgemaakt, van zaailing naar een breed assortiment in weefselkweek, lijkt het erop dat de ontwikkelingen voorlopig nog niet ten einde zijn. Naast de productie van uniforme grote, middelgrote en kleine planten die strak in het gelid staan, is er ruimte voor nieuwe ontwikkelingen.

Post, die eigenlijk op zijn lauweren kan rusten, is er nog steeds druk mee. “Ik probeer een relatie te leggen tussen het assortiment van de Bijenkorf en de Kijkshop. Wat is mode en wat is een echte trend? Nieuwe producten vinden we vaak eerst niet mooi. Het duurt een tijdje voor we er aan wennen. Zo is dat soms ook met veredelingsproducten.”


Geen opmerkingen: