dinsdag, december 07, 2010

Honingtomaten


Honingtomaten zijn vooral ....erg lekker

“Wauw!” riep Jos Looije toen hij op een dag de kleine Piccolo proefde. Die tomaten wil ik telen. Aldus geschiedde.

Zware sneeuwval onderweg, maar in de kassen van Looije tomaten is het voorjaar. Daar hangen nu rijpe tomaten onder assimilatiebelichting. Een groter contrast is haast niet mogelijk. Komen de lekkerste tomaten uit Zuid-Europa, zoals vaak wordt beweerd? Dat is bijna een gênante vraag in een week dat Honingtomaten de publieksprijs won in de Smaak van Nederland. Zomaar, midden in de winter. En dan nog de lekkerste tomaten telen. Hoe kan dat eigenlijk?


Rond, vlees, cherry
Het verhaal begint bij Jos Looije. Westlander van afkomst. Van jongs af aan tomatenteler, maar wel eentje die wat meer wilde. Zo sloeg hij al snel de weg van de vleestomaten in, terwijl anderen nog gewone ronde tomaten teelden. In de tachtiger jaren besloot hij over te stappen op cherrytomaten. Toen nog een heel nieuw, maar veelbelovend product. Looije was een teler die zijn producten traditioneel via de groenteveiling afzette, totdat de veilingen verdwenen en hij lid werd van telersvereniging FresQ. Inmiddels is de ervaring met verkoop binnen zijn bedrijf dusdanig toegenomen dat hij deze per 1 januari zelf ter hand neemt. Althans, zijn verkoopteam.
Acht jaar geleden was voor hem een keerpunt, vertelt hij. “Toen ben ik me echt op de supermarkten gaan richten, heb de benodigde certificaten verworven, maar ben ook zelf gaan verkopen binnen de afzetvereniging.” Zij tomaten gaan overwegend naar grote retailers in Duitsland, Frankrijk en Engeland. “Supermarkten, en dan met name de Engelse, hebben ons tuinders veel geleerd. Zij werken met strenge hygiëneprotocollen en wij hebben onze bedrijven daar op aangepast. Daar zijn we erg op vooruit gegaan.”

Kleine groep
Toen brak de dag aan dat Jos zijn hart verloor aan Piccolo. “Ik weet het nog goed. Het was een supermarkt aan de zuidkant van Londen. Ik kocht er in het voorbij gaan een doosje tomaten met de merknaam ‘Piccolo’. Ik proefde zo’n tomaatje en dacht: wauw, die wil ik telen.” In zijn speurtocht kwam hij terecht bij het Zuid Franse familiebedrijf Gautier, die het tomaatje veredelde en het zaad op de markt bracht. Een kleine groep telers, verdeeld over heel Europa, bleek dit ras te produceren. Op eigen initiatief bracht Jos deze mensen bij elkaar om strategieën te bespreken over teelt en afzet. En dat werkte. Inmiddels komen ze regelmatig bij elkaar, in Frankrijk, Nederland of Italië. Zoveel verschillende culturen maakt het extra interessant. “Het is een hele inspirerende club, die elkaar hard nodig heeft vanwege de moeilijkheden die het ras in zich heeft”, legt Looije uit.

Dwarskop
Dat is nog niet het hele verhaal. Piccolo mag dan een lekker tomaatje zijn, het is dus heel moeilijk te telen. Het heeft een hele tijd geduurd voordat Looije, die het gemak kende van regelmatig groeiende veredelingsproducten, deze dwarskop onder de knie kreeg. De planten gaan zo hun eigen gang en produceren bij voorkeur niet al te veel vruchten.
Bovendien heeft het veel voeten in aarde om tomaten hun goede smaak mee te geven, want dat is de missie van Jos. Daarin gaat het bedrijf veel verder in dan andere telers. Naast water, CO2 en licht heeft een plant voeding nodig. Jos: “We werken in bepaalde fasen van de teelt met veel hogere zoutgehalten. Nee, die komen na afloop niet in het milieu terecht, want het voedingswater met meststoffen wordt steeds gerecirculeerd. Daarnaast besteden we erg veel aandacht aan de verhouding van verschillende vormen van bodemleven in de wortelomgeving. We weten zeker dat beide maatregelen de smaak verbeteren.”

Kapot
Toch bleef het knagen bij Jos. Hoewel Piccolo in het Engelse supermarktkanaal onder private label wordt afgezet en inmiddels een begrip is, blijkt je positie nooit zeker. Twee jaar geleden bijvoorbeeld, ging een grote retailer een ander, iets goedkoper en minder smakend ras in dezelfde verpakking verkopen. “Dat vond ik niet bepaald leuk”, vertelt Jos. “Dan maken de supermarkten iets kapot wat juist met veel moeite is opgebouwd.”
Bovendien waren ook niet alle Piccolo’s even goed van kwaliteit en smaak. Het maakt namelijk veel uit onder welke omstandigheden je deze tomaat teelt. Als deze op bepaalde momenten van het jaar uit Spanje of Italië komt, geteeld onder primitievere omstandigheden, dan is het een heel ander product. Dat is geen kritiek op de telers daar, maar een feit. Looije heeft namelijk zelf in Spanje een bedrijf met plastic kassen en vindt zijn aldaar geteelde tomaten ook niet op elk moment van het jaar even goed.

Topsegment
Dat bracht hem op de gedachte om het topsegment binnen zijn bedrijf te verkopen als Honingtomaten. Tegelijkertijd besloot hij dat hij met de consumenten wil communiceren. Honingtomaten is dus de merknaam voor de allerbeste Piccolo’s, ongeveer 20% van de totale productie van het 18 ha grote bedrijf. In het begin van de teelt smaken de eerste trossen nog niet zo goed, maar zodra de smaak een bepaald niveau bereikt breekt het Honingtomatenseizoen aan.
Drie tot vier mensen proeven wekelijks of de tomaten lekker genoeg zijn om weg te gaan als Honingtomaten. Tomaten, die bijvoorbeeld niet bespoten zijn met pesticiden. Op het hele bedrijf worden ziekten en plagen bestreden met biologische vijanden, maar zo af en toe is het nodig een kleine plek chemisch te bestrijden om daarmee het biologisch evenwicht weer te herstellen. Op dat moment worden deze struiken afgekeurd voor Honingtomaten.
Trossen die wel goedgekeurd zijn krijgen nog een grondige inspectie in de verpakkingshal. Alleen de mooiste trosjes mogen door.
Jos: “Ik wil nog eens benaderukken dat we gezondheid van ons gewas ook als één samenhangend systeem zien. Soms moet je een maatregel nemen als een plaag te veel uit de hand loopt, maar dat heeft altijd invloed op het totale evenwicht. Chemisch of biologisch is dan van ondergeschikt belang. Sommige middelen die in de biologische teelt zijn toegestaan hebben een meer vernietigende invloed dan chemische middelen.” Overigens gebeurt het omgekeerde ook.

Hard werken
Honingtomaten zijn door die speciale behandeling bij verkoop veel duurder dan gewone Piccolo’s. Looije stuurt ze niet naar de supermarkt. Hij belevert alleen de AGF-detaillisten en horeca. Verder staat het bedrijf steeds vaker op consumentenbeurzen, zoals de Libelle Zomerdagen en stuurt ook producten in voor smaakcompetities. Het is hard werken om dit duurdere tomaatje aan de man te brengen.
En is er op een bepaald moment onvoldoende vraag naar dit exclusieve product, dan gaan die mooie trosjes gewoon tussen de Piccolo naar de consument. Dan liggen ze in de supermarkt en kun je als consument het geluk hebben om per ongeluk een Honingtomaatje in handen te krijgen. Misschien roep je dan ook wel ‘wauw’, net als Jos.

Wie de Honingtomaten eens life wil meemaken kan meelopen met een excursie. Volg ze bijvoorbeeld op twitter (@honingtomaten), want daar komt regelmatig een uitnodiging voorbij. Of kijk eens op de site 

Ook te lezen op Foodlog

Geen opmerkingen: