René Koning teelt uniek bolgewas onder glas
Gewilde poederkwast laat zich moeilijk sturen
René Koning valt altijd op met zijn grote oranje Scadoxus bloemen. Op de veiling, waar de eerste bloemen voor goede prijzen weg gaan, of tijdens een open dag, waarbij het dringen is op het middenpad. Poederkwasten gooien hoge ogen als het om sierwaarde gaat. Dat het een bijzonder moeilijk te telen gewas is, moet hij op de koop toenemen.
Slechts de helft van de kas van René Koning is beplant met Scadoxus. Het liefst zou hij de kas vol zetten met deze poederkwasten en Zantedeschia aethiopica, de grote witte aronskelk. Problemen met onder andere bollenmijt dwingen hem de hoofdteelten af te wisselen met leeuwenbekken, violieren en hortensia. De teler houdt namelijk van bijzondere en uitdagende gewassen en die zijn toevallig ook gevoelig voor mijten. Zo heeft hij veel geëxperimenteerd met Zantedeschia en daar destijds de freesia’s van zijn vader mee vervangen.
Selecteren
Zeven jaar geleden stuitte hij op een grote partij Scadoxus bij een teler die ermee stopte. Het was een partij die bestond uit driehonderd selecties. Sindsdien is hij aan het experimenteren met het spreiden van de bloei en het selecteren en veredelen van de beste exemplaren.
Het sierteeltbedrijf in Hoogwoud is in totaal 3,5 ha groot. Daarvan is 1,5 ha kas en de rest buitenteelt. Koning huurt nog 2,5 ha bij. Hij is vooral groot in de teelt van Zantedeschia, planten die voornamelijk buiten staan. Een deel van het jaar teelt hij ze ook onder glas, om daarmee de grote witte bloemen wat langer door te telen dan buiten mogelijk is.
Uitdaging
“Zantedeschia is een wortelstok. Die is niet te sturen”, vertelt hij. “Het leuke van Scadoxus is dat ik de bloei van dat gewas wel kan sturen. Daar zit dus voor mij nog heel wat uitdaging in.”
Deze amaryllisachtige komt uit Zuid-Afrika en komt er voor in vele vormen. Lange stelen die geschikt zijn voor de snijbloementeelt, maar ook korte varianten die het goed zouden kunnen doen als potplant.
Koning heeft nu zoveel bloeispreiding dat hij vanaf februari tot en met augustus/september kan aanvoeren op de veiling. Die bloeispreiding lukt door genetische eigenschappen van verschillende selecties en door een aangepast temperatuurregime. Dit is vooral een kwestie van uitproberen en ervaring opbouwen. Het is namelijk erg moeilijk de vinger op de exacte aanleg van de bloem te leggen. Die is nog steeds onbekend en dat zal zo blijven totdat uitgebreid onderzoek die kennis boven tafel haalt. Aangezien het om een heel klein gewas gaat, zal dat hoogstwaarschijnlijk niet gebeuren.
De teler zet in de bloeiperiode iedere dag een kar op de veiling. De eerste bloemen in februari brengen 3,50 tot 6,00 euro per stuk op. Als het nieuwtje er vanaf is daalt de prijs. Gemiddeld haalt de teler 1,50 euro per steel. De kopers zijn gecharmeerd van de bloem, die eigenlijk niet met een ander snijbloemengewas vergelijkbaar is.
Drie jaar vast
Scadoxus is een gewas dat betrekkelijk weinig energie vraagt, maar niet zonder grondverwarming kan. Na het planten blijven de bollen drie jaar vast staan in de grond. Dat is nodig om voldoende zware en lange stelen te oogsten. Per jaar geven ze 0,6 stelen per bol. Na drie jaar is het echt tijd om te rooien. De bollen hebben dan inmiddels klisters gemaakt, waardoor het gewas te vol wordt. Ook groeit het gewas steeds hoger, waardoor de bloemen er niet meer tussendoor kunnen komen. Om die reden moet hij regelmatig blad snijden, zodat de bloemen de weg naar boven kunnen vinden.
Meer gelijkheid
Als de bollen zijn geoogst, worden ze gedroogd en geprepareerd voor het volgende teeltseizoen. De klisters worden verwijderd en zorgvuldig bewaard. Tot op heden is dat nog de meest succesvolle vermeerderingsmethode, maar dat zint de teler niet. Alles doet hij er aan om meer gelijkheid in zijn partij te krijgen. Weefselkweek lukte heel lang niet. Het laboratorium dat uiteindelijk succes boekte, werkt niet meer voor derden. Bovendien is het een kostbare methode om grote partijen te maken.
Behalve via klisters is Scadoxus ook goed te vermeerderen door zaad; een methode die Koning ook hanteert. Zaaien is interessant om nieuwe variëteiten te vinden, maar leidt niet tot uniformiteit. Een goed alternatief is parteren (ofwel dubbelschubben), zoals dat ook bij Hippeastrum gebeurt. Ook dat is sneller gezegd dan gedaan. De teler probeerde verschillende mediums uit, omdat de gesneden stukjes niet vanzelf aansloegen. Nu heeft hij een medium gevonden waarmee hij wel succesvol is. Desondanks gaat het vermeerderen niet snel.
Spelbreker
Bollenmijt is een ware spelbreker, merkte de teler een paar jaar geleden. De mijten zien kans om in de bloemknoppen te komen en het hart van de bloem aan te tasten. Dergelijke bloemen zijn onverkoopbaar. Stomen heeft effect, maar ook de bollen moeten een behandeling ondergaan. Om die reden heeft de teler afgelopen jaar een kookketel gekocht en geeft hij zijn bollen na het rooien een warmwaterbehandeling. Dat werkt afdoende en het heeft geen nadelig effect op de daarop volgende bloeiperiode.
Gecontroleerd
Als het aan de teler ligt wil hij zijn bollenkraam Scadoxus uitbreiden. Aangezien er weinig andere telers zijn die deze bol voor de snijbloem telen, ziet hij wel kansen in de markt, mits uitbreiding gecontroleerd plaats vindt. “Het liefst zou ik met dit gewas verder selecteren, maar eerst moet ik de vermeerdering beter onder de knie krijgen. Er valt nog wel wat te verbeteren.”
Geen opmerkingen:
Een reactie posten