vrijdag, december 20, 2013

Kids Marketing




Consumptie van groenten en fruit stimuleren bij kinderen
Maak de beleving vooral leuk, 
spannend en lekker’

Hoe haal je kinderen over gezonder te eten? Het ene onderzoek spreekt het andere tegen. Gezonde voeding moet vooral lekker smaken en ouders kunnen hun kinderen het beste van jongs af aan leren gevarieerd te eten, is de gemene deler. Tomatenteler Roel de Bakker fietst met kinderen van kas naar kas. Als vader van zo’n stel weet hij dat je zo’n beleving gewoon leuk moet maken.

“Je treft het”, zegt Roel de Bakker. “Mijn vader heeft vanmorgen een badeend tussen de tomaten gevonden.” Hij steekt een enorme vleestomaat naar voren, die verdacht veel op een eendje lijkt. “Kijk, zo moet je dat aan kinderen vertellen”, legt hij uit. “Interesse wekken, spannend maken.”
Roel heeft samen met zijn broer Bart 6 ha trostomaten in Kwintsheul. Vader Frans, die al jaren met pensioen is, biedt nog steeds hand- en spandiensten op het bedrijf. Boven de bedrijfsruimte staan zo’n dertig spinningfietsen voor B2B-activiteiten en beneden een hal vol fietsen met een ‘bakkie’. Hoe kan het anders? Als je ene opa fietsenmaker was en de ander tuinder, dan krijg je vanzelf een tomatenteler met een hardnekkige fietsverslaving.

 ‘Bakkie Fietsen’
Sinds een aantal jaren is De Bakker bekend van ‘Bakkie Fietsen’. Groepen kunnen bij hem fietsen huren met een bakkie voorop. Daarmee fietsen ze, met of zonder gids, langs tuinbouwbedrijven waar ze verse groenten en bloemen kunnen verzamelen. In combinatie met andere activiteiten kunnen zij dit uitbreiden tot een compleet familie- of bedrijfsuitje.
Het idee ontstond spontaan na de nieuwbouw in 2006, toen de teler tien transportfietsen voor het bedrijf aanschafte en daarmee met wat vrienden en familie buiten het bedrijf op stap ging. Inmiddels is ‘Bakkie Fietsen’ goed aangeslagen en opgenomen in allerlei activiteitenprogramma’s en ontvangt De Bakker veel groepen op zijn bedrijf.

Ook voor jeugd
Zoiets zou ook leuk en nuttig zijn voor kinderen, vond hij. Dus startte hij met ‘Jeugd Bakkie Fietsen’, voor kinderen vanaf tien, elf jaar. Een leeftijd waarop je ze ook goed iets kunt uitleggen over de tuinbouw en wat er in die kassen gebeurt. Samen met een teler stappen leerlingen op de fiets en brengen ze een bezoek aan verschillende bedrijven in het Westland. De Bakker: “De helft van de kinderen die hier komt is nog nooit in een kas geweest en sommigen reageren echt verbaasd over wat er achter de gevel gebeurt.”
Samen met zijn collega’s van Prominent, de afdeling Natuur- en Milieueducatie (NME) van de gemeente Den Haag, GGD Den Haag, De Braadslee en plantenkwekerij Vreugdenhil heeft de teler het educatieprogramma FETfit ontwikkeld. FETfit (fietsen, eten en tuinbouw) is een educatieprogramma om kinderen al jong en op speelse wijze kennis te laten maken met gezonde voeding en ze stimuleren meer te bewegen. De officiële aftrap was op 2 oktober 2013 door de Haagse en Westlandse wethouders van Onderwijs Ingrid van Engelshoven en Marga de Goeij.

FETfit
Het programma bestaat uit meerdere bouwstenen voor basisscholen. ‘Jeugd Bakkie Fietsen’ is een belangrijk onderdeel daarvan. Daarnaast kunnen scholen een groentekist of een komkommerplant voor de klas bestellen en een kookworkshop doen. Tot slot is er door Prominent lesmateriaal over de tuinbouw gemaakt voor het digitale schoolbord en zijn er tuinbouwlessen beschikbaar via NME.
De Bakker ontvangt nu schoolklassen op zijn bedrijf en vertelt over tomaten en de tuinbouw. “Ik wil de kinderen graag bewust maken waar hun eten vandaan komt en ze interesseren voor dit mooie vak. Misschien komen ze zelfs op het idee dat ze later in de tuinbouw willen werken.” Inmiddels zijn al heel wat Haagse schoolklassen op bezoek geweest in Kwintsheul en het programma begint echt aan te slaan. “Ik hoop het idee nu verder uit te rollen en het FETfit-programma ook in het Westland zelf verder aan te laten slaan.”
Ondertussen denkt hij ook na om zijn bedrijf meer geschikt te maken voor bezoekers, waarbij de nadruk ligt op bedrijfshygiëne. Dus mensen volop laten genieten, zonder dat zij per ongeluk met het gewas in aanraking komen.

Overgewicht
In 2010/2012 had 15% van alle kinderen en jongeren tussen 2 en 25 jaar overgewicht. Bij 3% was er zelfs sprake van ernstig overgewicht. Naarmate het inkomen in het huishouden lager is, neemt het percentage overgewicht toe (Bron: CBS). Het Convenant Overgewicht, tegenwoordig het Convenant Gezond Gewicht genoemd, heeft het bewustzijn voor dit groeiende probleem vergroot. De NNGB (Nederlandse Norm Gezond Bewegen) is aan het stijgen en ook de fitnorm bij pubers neemt toe. Scholen hebben tegenwoordig een groter aanbod van activiteiten en met name het voortgezet onderwijs legt de nadruk op een gezond assortiment in de schoolkantine.

Geldstroom droogt op
Het GroentenFruit Bureau heeft de afgelopen jaren veel energie gestoken om jonge mensen meer groenten en fruit te laten eten ter bevordering van een gezonde leefstijl, maar helaas komen veel campagnes stil te liggen door opdrogende geldstromen.
Marja Slagmoolen legt bijvoorbeeld de nadruk op de inmiddels gestopte 2x2 campagne (2 ons groenten en 2 keer fruit, elke dag). “Kinderen zijn in het gezin belangrijke beslissers wat er ’s avonds op tafel komt. Als zij steeds meer belangstelling krijgen voor een gezonde leefstijl, dan trekken ze het hele gezin mee. Andersom vervullen de ouders een belangrijk voorbeeldfunctie.” Alleen het woord ‘gezond’ is voor kinderen geen overtuigend begrip. Belangrijk is dat de maaltijd lekker is en gezellig.
Dit geldt bijvoorbeeld ook voor de schoolkantines, weet zij. Uit onderzoek onder schoolkantines van twintig scholen in Eindhoven (Voedingscentrum) blijkt dat leerlingen eigenlijk niet vanwege het assortiment buiten school gaan eten. Ook niet als dit gezonder is gemaakt. Ze hebben de neiging om buiten de school te gaan snacken als de schoolkantine ongezellig is. Dus als scholen veel aandacht besteden aan de sfeer in de kantine kan dit meehelpen een gezond eetpatroon te ontwikkelen. Het is een opvallend gegeven dat extra aandacht vraagt. Kinderen laten zich niet voor de gek houden. Ze willen gewoon een gezellige omgeving waar het eten lekker smaakt.

Voorlichtingsmateriaal
Het is een onzekere tijd voor de promotie van groenten en fruit. Zo maakte het GroentenFruit Bureau een speciaal doe-boekje voor ouders met jonge kinderen, verspreid via onder andere consultatiebureaus en GGD’s. Inmiddels zijn er 600.000 exemplaren verspreid en er blijkt veel vraag te zijn naar goed voorlichtingsmateriaal voor jonge moeders. Helaas ontbreekt het geld om ermee door te gaan. “Veel van onze activiteiten verdwijnen vooralsnog in de la. Dat is jammer”, legt Slagmoolen uit.

Nationaal voedingsdebat
Begin november is voor het eerst het Nationaal Voedingsdebat gehouden in Poeldijk. De INVD (Initiatiefgroep Nationaal Voedingsdebat) bestaat uit Rob Baan (Koppert Cress), Mart Valstar (Best Fresh Group), Arne Weverling (Gemeente Westland), Maurice Wubben (Str3tch) en Janke van der Zaag (Phoenix Interactive Partners). De eerste dag was vooral bedoeld om het belang van gezonder eten te onderstrepen. Geen passieve bijeenkomst, want de aanwezigen mochten de lezingen aanhoren, terwijl ze op de spinningfietsen van Roel de Bakker rondjes draaiden.
De tweede dag was voor de jeugd. Op de groentemarkt mochten zij vooral proeven en praten met tuinders. Voor de kinderen was er een kookwedstrijd onder leiding van televisiekok Julius Jaspers. De YFM (Youth Food Movement) ging in discussie over voedselverspilling in de vorm van een ketenspel.
Alles aan deze twee dagen ademde een verlangen naar gezond oud worden zonder chronische ziekten, mede door het eten van groenten en fruit. Voor de kleintjes gebeurde dit op speelse wijze en voor de volwassenen door pittige lezingen.

Opmaat discussie
Het voedingsdebat is een mooie opmaat voor een discussie die de tuinbouw kan gaan voeren met allerlei geledingen, zoals artsen, diëtisten, politici en zorgverzekeraars, zo riep Rob Baan van Koppert Cress op. Jammer genoeg waren andere sectoren, zoals vlees, vis en zuivel nog niet vertegenwoordigd, hoewel ze wel waren uitgenodigd. Het moet groeien, is de conclusie van de organisatoren. En wellicht is het handiger om een volgende editie niet midden in het Westland plaats te laten vinden, maar in één van de grote steden. Dat zou wat meer publiek kunnen trekken.

Nadrukkelijk sector promoten
Wat levert zo’n debat nu op voor groente- en fruittelers in Nederland? Wellicht zet het tuinbouwondernemers aan het denken. Zoals Roel de Bakker bijvoorbeeld, die naast het telen van tomaten nadrukkelijk bezig is om zijn grote hobby als sporter met overtuiging over te brengen op (jonge) consumenten. Hij maakt de tuinbouw meer toegankelijk voor buitenstaanders en promoot en passant zijn tomaten.
Het contact met zijn bezoekers levert hem veel nieuwe informatie op. Vraag het zijn achterbuurman, aubergineteler Ted van Luijk en je krijgt een even enthousiast verhaal te horen. Van Luijk levert namelijk de aubergines voor ‘Bakkie Fietsen’, maar gaat met De Braadslee door het land om zijn vruchten te promoten. Dat geeft hem nieuw inzicht, laat hij weten.
Misschien gaat het nadrukkelijk promoten van de sector wel een vast onderdeel worden van de bedrijfsvoering van het toekomstige tuinbouwbedrijf. Juist het persoonlijk contact tussen teler en consument en het vertellen van een eerlijk verhaal heeft hoge prioriteit. Dat kan de consumptie van groenten en fruit verhogen.






Geen opmerkingen: