vrijdag, februari 10, 2012

Crisis



Fred van Heyningen over voortschrijdende crisis:
‘Drastische waardedaling vastgoed helpt de sector om zeep’

Van alle glastuinbouwondernemers schreef afgelopen jaar 90% rode cijfers. In 2012 zullen er meer tuinbouwbedrijven te koop komen dan in voorgaande jaren. Rabobank  denkt na over een goed beleid om de consequenties van deze transitie en de daaruit voortvloeiende betalingsproblemen bij hun klanten te managen. “Ik kan geen concurrentievervalsing tussen telers onderling toelaten”, vindt Fred van Heyningen die deze dreiging wil voorkomen.

De kredietportefeuille glastuinbouw van de Rabobank heeft even op zeven miljard euro gebalanceerd, maar is momenteel aan het dalen. Tot 2004 steeg deze gestaag, maar na die datum verdubbelde dit bedrag in razend tempo als gevolg van schaalvergroting. De Westlandse bank heeft vier miljard euro uit staan.
De sector is inmiddels gebutst en gehavend door de slepende kredietcrisis en de glasgroentesector kreeg daar afgelopen jaar nog een EHEC-crisis overheen. Inmiddels verkeert eenderde van de ondernemers in zwaar weer. De sierteelt kreeg eveneens te maken met slechte marktomstandigheden. Door de opeenstapeling van tegenslag moeten veel telers al dan niet gedwongen hun bedrijf beëindigen.
Ondanks deze dramatische tegenslagen boekt de lokale bank nog steeds goede resultaten en heeft de directie voorzieningen getroffen om de crisis het hoofd te bieden.


Maatregelen
Het duurde lang voordat de bank, die ongeveer 80% van de tuinbouwbedrijven financiert, over wilde gaan op concrete maatregelen. Intern heerste lang de verwachting dat de marktsituatie zou verbeteren en de directie hanteert de strategie om zo lang mogelijk achter haar klanten te blijven staan. Helaas blijkt dat sommige bedrijven zo zwaar gefinancierd zijn dat ze er niet meer uitkomen.
De bank overweegt daarom maatregelen in de trant van bedrijven opkopen en glas er af halen, maar neemt pas besluiten op basis van de eerste resultaten in het nieuwe teeltseizoen. Fred van Heyningen, directievoorzitter van Rabobank Westland, praat in alle openheid over de dilemma’s van bank en sector, maar ook over perspectief. Inmiddels is de afdeling Bijzonder Beheer met 55 mensen de snelst groeiende afdeling binnen zijn bank.

Enorme impact
“Denk niet dat ik de emotionele kant van gedwongen bedrijfsbeëindiging onderschat”, opent Van Heyningen het gesprek. “Ik heb het in mijn jonge jaren meegemaakt dat mijn vader failliet ging. Dat had een enorme impact op hem en onze hele familie. Alleen de tijden zijn anders.”
Nu komen bedrijven miljoenen tekort en is het ondoenlijk om tot schikkingen te komen. Gaten zijn niet meer te dichten. Vervolgens heeft de EHEC-crisis de sector hard getroffen. “Voor ons zijn de gevolgen die aan EHEC zijn toe te schrijven geen aanleiding om bedrijven om te laten vallen”, gaat hij door.
Ondanks de crisis zijn er bedrijven die het beter doen dan anderen. “Het is beslist niet zo dat we moderne bedrijven koste wat kost in de benen houden, zoals wel eens wordt gesuggereerd. Ik zie wel dat moderne bedrijven met goed management meer veerkracht hebben. Zij hebben ondanks de problemen hun bedrijf efficiënter ingericht en de kosten omlaag gebracht waardoor ze beter in staat zijn aan hun financieringsverplichtingen te voldoen. Ik zie zelfs dat bedrijven die er erg slecht voor stonden zich herstellen. Bewonderenswaardig.”

Reële prijs veiling
Toch zijn inmiddels via vastgoedspecialist DTZ Zadelhoff bedrijven geveild die door de bank zijn gefinancierd. In de eerste veiling zaten bedrijven die door de Westlandse bank zijn gefinancierd. In de tweede veiling niet.
Rond het veilen van bedrijven is veel commotie ontstaan. Velen sloeg de schrik om het hart en het was niet heel erg duidelijk waarom een bedrijf juist op een veiling werd aangeboden, hoewel er ondernemers waren die gewoon graag wilden stoppen en van hun bedrijf af wilden. Van Heyningen legt uit: “Het is een middel om bedrijven onder de aandacht te brengen, ook voor nieuwe doelgroepen. Wij stellen als eerste voorwaarde dat een ondernemer bereid moet zijn om zijn bedrijf via een veiling te laten verkopen. Ten tweede moet zo’n bedrijf een reële prijs opbrengen om concurrentievervalsing te voorkomen.” Daarom zijn in een aantal gevallen de bedrijven niet gegund.

Geen vergeefse exercitie
Hij is niet ontevreden over het resultaat van de veilingen. Je kon bijvoorbeeld ook zien dat ondernemers er in slaagden hun bedrijven voor aanvang van de veiling te verkopen. In sommige gevallen zaten aspirant-kopers op hun kans te wachten. Op het moment dat het menens werd, lieten zij die niet lopen. Ook zijn er bedrijven verkocht die een nieuwe bestemming krijgen, waardoor het glasareaal iets afneemt. Het is dus volgens de directievoorzitter geen vergeefse exercitie geweest.
In gevallen dat bedrijven niet zijn gegund is een nieuwe regeling getroffen. Soms gaat de ondernemer door binnen een verhuurconstructie waarbij de financieringsverplichtingen vanuit de huurontvangsten worden betaald. Soms blijft een kas leeg liggen en wordt een bedrijf warm gehouden. Soms worden de opstanden gesloopt en houdt de bank de grond in portefeuille.

Herstructurering
Uiteraard is het confronterend om een veiling als ijkmoment te zien. Bedrijven die enkele jaren geleden voor miljoenen in de steigers zijn gezet, zijn drastisch in waarde gedaald. Van Heyningen merkt dat er ondernemers zijn die op deze kans azen, omdat zij nog reserves hebben.
“Ik worstel met dat vraagstuk”, geeft hij toe. “Als wij toelaten dat bedrijven voor een te lage waarde op de markt komen dan ondergraaft dat de positie van andere ondernemers. Er mag geen concurrentievervalsing ontstaan. Dan help je de hele sector om zeep. Liever zetten we bedrijven in de wachtstand en houden ze vast tot betere tijden aanbreken.” Velen zullen dit vertalen naar een bank die zijn portefeuille niet wil afwaarderen, maar zo eenvoudig ligt het dus niet.
Hoewel het nodig is om samen met de overheid naar goede regelingen te zoeken voor ondernemers die willen stoppen, verwacht Van Heyningen geen grote geste van die kant. “Het ontbreekt de overheid aan geld om in herstructurering van de sector te investeren en bovendien is de land- en tuinbouw veel minder dominant vertegenwoordigd in de politiek dan jaren geleden. We zetten als bank uiteraard wel in op die herstructurering.”

Concentratie
Bij de schaalvergroting van de afgelopen jaren is te weinig gestuurd op managementvaardigheden en afzetontwikkeling, constateert de directievoorzitter. Daar moet de sector een enorme inhaalslag maken. “Blij ben ik met de concentratiebewegingen van de telersverenigingen binnen de groentesector. Ik hoop dat de overheid bereid is om mee te denken over het concurrentievraagstuk, waarin de NMA mogelijk een grote rol speelt.”
Daar waar de productiekant zich concentreert vindt Van Heyningen dat ook de handelsbedrijven hun rol voor de toekomst moeten herbezien. In de groenteteelt zijn de handelsbedrijven te klein om een wereldspeler te kunnen zijn als professionele tegenhanger van de retail. “De handel heeft een belangrijke positie verloren in Europa. Ik zie bijvoorbeeld het aantal verkoopkantoren in Spanje teruglopen. De keten is net zo sterk als de zwakste schakel en goede logistiek vormt een onlosmakelijk onderdeel van een gezonde sector.”

Impact EHEC-crisis
Terugkijkend op de EHEC-crisis verbaast het hem hoe deze crisis zo heeft kunnen toeslaan. “Vergelijk je de EHEC-crisis met de Salmonella-problemen in de Verenigde Staten, dan heeft het hier veel langer geduurd voordat de markt zich herstelde. En dat terwijl de oorzaak niet eens bij ons lag. We hebben nota bene het beste tracking en tracing systeem ter wereld, maar we nutten het onvoldoende uit. Ik zie dat de problemen in de VS de verbinding tussen teler en retailer heeft versterkt. Hier gebeurt dat nog te weinig.”

Trends missen
Ook de sierteelt ontspringt de dans niet. De potplantenteelt in Nederland is de sterkste ter wereld, maar de conjunctuur heeft grote invloed gehad. Van Heyningen ziet daar overproductie en minder verkoop van exclusieve producten. Soms ziet hij dat ondernemers de trends missen en dat kan eigenlijk alleen worden vermeden als telers meer in contact komen met retail en consument.
“Ik zie de rol van de bloemenveiling veranderen. Deze moet zich meer opstellen als een facilitair bedrijf dat de logistieke productstromen en financiële geldstromen beheert, van een fysieke naar een virtuele distributieplaats. Daar heb je sterke bestuurders voor nodig, dus investeer daarin.”

Perspectief
Zorgelijk. Zo omschrijft Van Heyningen de huidige situatie. Hij put moed uit de bewegingen die binnen telersverenigingen en handelshuizen plaatsvinden. Toch zijn er zeker nog twee zware jaren te overbruggen voordat het perspectief beter wordt, voorspelt hij.
“De eerste resultaten van veranderend beleid zullen pas in 2013 zichtbaar worden. Ondernemers moeten echt zelf het heft in handen nemen. Laat duidelijk zijn dat wij alleen nog maar investeren in initiatieven, die vanuit de ondernemers zelf komen.”

Onder Glas, TBR-special, februari 2012

Geen opmerkingen: