maandag, juni 23, 2014

Tuinbouw Terneuzen



Belgische paprikatelers komen de grens over
‘Wij komen naar Zeeuws-Vlaanderen voor het gunstige klimaat en veel licht’

Hoe soepel kan een bouwproces verlopen als opdrachtgevers en uitvoerders elkaar met één woord verstaan. Op de bouwlocatie van de Vlaamse paprikatelers van VGT Zeeuws-Vlaanderen is de sfeer goed. Er is tijd voor een goed gesprek over zeeklimaat, diffuus glas en vooral over samenwerking tussen Vlamingen en ‘Ollanders’ onder de Zeeuwse zon.

Aan het zongebruinde gezicht van Staf Verlinden kun je wel zien dat deze paprikateler dit voorjaar weinig in zijn kas is te vinden. Dagelijks is hij aanwezig op het nieuwbouwproject van VGT (Verenigde Groentetuinders) in de Autrichepolder bij Westdorpe. Zijn collega’s rijden een paar keer per week vanuit Rijkevorsel naar Zeeuws-Vlaanderen. “Maar een uurke rijden”. Zijn collega Jos Wuyts haalt zijn schouders op. Voor de Vlaamse telers is de stap om naar Nederland te komen echt geen emigratie.


Vlotte voortgang
Samen met accountmanager Ron Threels van Kubo Tuinbouwprojecten beklimmen zij één van de waterbassins om vanaf de rand de nieuwbouw te overzien. Voor hen ligt een vierkant perceel van 40 ha, 30 ha is al geëgaliseerd en ligt al klaar voor de bouw. Op 15 ha is de voet uitgezet voor de eerste fase en zijn de stalen fundatiepalen geplaatst. De bouwers rijden de tralieliggers uit en verderop in een keet schroeven twee mannen de koppelstukken van de goten aan elkaar. Het heeft afgelopen week fors geregend, maar na twee dagen begint de grond alweer op te drogen. “Het is een zanderige kleigrond, die toch vrij snel opdroogt”, constateert Threels. De bouw kan dus vlot doorgaan.
Aan de voorkant van het perceel, met uitzicht op de haven, komen de bedrijfsruimte en technische ruimte met daaraan één waterbassin gekoppeld. Aan de achterkant van het bedrijf liggen de andere, ruim bemeten bassins met een gezamenlijke inhoud van 88.000 m3 (in fase twee 137.000 m3). Daarin wordt het hemelwater opgevangen, als belangrijkste waterbron voor het bedrijf. De capaciteit is berekend op 4.600 m3/ha. Over de bassins ligt een drijvend dekzeil, dat rondom verbonden is aan de rand. Naast het nut van een gesloten waterbuffer denken de telers ook na over veiligheid. “Ik voel me een stuk geruster als ik weet dat er niemand onder kan raken”, legt Wuyts uit.

Geen schaduw
Deze eerste fase van de bouw is begin april van start gegaan. Eind oktober moet het complex klaar zijn voor de eerste teelt. In de bouwkeet vouwt Wuyts de bouwtekening uit. Ze hebben het perceel uitgekozen op de gunstige ligging. “Als de zon flink doorkomt, is deze al over de bedrijfsruimte heen. We hebben dus nauwelijks schaduw”, legt hij uit.
De kas krijgt geen tussengevels. Dat vinden de telers niet nodig. Voor horizontale temperatuurverschillen zijn ze niet bang. Dat hebben ze in Rijkevorsel al goed in de vingers. Daar is het verschil nooit groter dan een halve graad. Alles is dus gericht op het vermijden van schaduw, zelfs door tussengevels.

Bewuste keuze
De keuze om juist in Zeeland een locatie te vestigen is zeer bewust genomen. Ook in België is het immers mogelijk om een locatie te vinden en samen onderzochten ze ook vestigingsplaatsen in andere landen.
De belangrijkste reden voor hun besluit is het gunstige klimaat aan de Westerschelde. Op het moederbedrijf heerst een landklimaat, hier een zeeklimaat. De temperatuurverschillen zijn veel minder groot; zachte winters en koele zomers. Bovendien is er meer licht en eigenlijk is er altijd wel een luchtig windje. Dat blijkt ook wel uit het windmolenpark dat een paar kilometer verderop ligt.
Een ander aantrekkelijk aspect is de warmte en zuivere CO2 die het bedrijf van kunstmestfabriek Yara betrekt. Dat is een constante kostenfactor die dus niet fluctueert. De telers hebben daardoor geen zorgen om wisselende energiekosten en hoeven niet te investeren in WKK’s. Wel investeren ze in een back-up verwarmingsketel op olie, als verzekering. Als het goed is hebben ze die niet nodig.
Tenslotte speelt de duurzaamheid van de glastuinbouw een rol in hun keuze. Het vermijden van fossiele brandstoffen stelt de tuinbouw in een ander daglicht. Nu al blijkt dat de telers blij zijn met hun keuze. Verlinden: “Je merkt aan alles dat de gemeente dit gebied graag wil ontwikkelen met behoud van werkgelegenheid. Het contact is goed. Een pluim voor hun medewerking.”

Degelijke opstanden
Bij het kiezen van de opstanden zijn de telers uitvoerig te werk gegaan. Op zich is de maatvoering niet uniek. Gekozen is voor een acht meter tralieligger. In plaats van betonnen fundatiepalen kozen ze voor een stalen uitvoering. Het motief daarvoor was dat stalen palen 80 cm boven het maaiveld uitkomen in plaats van de gebruikelijke 30 tot 50 cm. Daarop komt een poot van 6 m. De totale constructie onder de goot wordt daardoor 6,80 m.
In verband met de windgevoeligheid kozen ze voor een stevig dek, het zogenaamde W3 dek, dat driezijdig in rubber ligt. Wuyts: “We wisten het zeker, we wilden de ‘Mercedes’ onder de kassen. We hebben niet gekozen voor de goedkoopste, maar voor een degelijke en betrouwbare partner.” Dat ze daardoor bij deze kassenbouwer terecht kwamen vervult Threels natuurlijk met trots. “Maar dat is niet het enige. We werken ontzettend prettig samen met deze telers”, laat hij zich ontvallen. “Samenwerken is zo belangrijk. Het geeft niet alleen een goede sfeer, maar zorgt voor structuur.”
Met hetzelfde motief in het achterhoofd kozen ze voor VB Klimaattechniek, Peter Dekker Installaties en Infa Techniek. In totaal komt er op dit bedrijf 192 km aan verwarmingsbuizen te liggen. Op de dubbele scherminstallatie komt twee keer XLS10 Ultra Revolux te liggen. In de winter dient het voor energiebesparing, maar in de zomer zal het – indien nodig – ook worden ingezet als zonwering.

Diffuus glas
Klimaat is een uiterst serieuze zaak voor de Vlaamse telers. De telers hebben heel veel tijd gestoken in het uitkiezen van het diffuse glas. Het stond voor hen vast dat er een diffuus dek moest komen, maar het kiezen uit de vele soorten was een opgave. Niet in de laatste plaats, omdat er nog geen diffuus glas is toegepast in de paprikateelt. “Dit mag je dus eigenlijk niet overlaten aan adviesbureaus, maar moet je echt zelf onderzoeken. Wij weten hoe een plant groeit en die kennis is van grote waarde”, is hun mening. Ze gingen op veel plaatsen kijken en bespraken het onderwerp met de onderzoekers van Wageningen UR Glastuinbouw. De kassenbouwer heeft zich buiten deze discussie gehouden.
Uiteindelijk is de keuze gevallen op Vetrasol, West-Europees gehard glas van een Duitse fabrikant. De telers zijn in de fabriek geweest en waren zeer te spreken over het fabricageproces. Met in het achterhoofd dat de kas zo licht mogelijk moest zijn, viel hun oog op glas met een hazefactor van 35%, een F-scatter (lichtspreiding) van 15% en een hemisferische transmissie van 92%. Dat is een groot verschil met de situatie in Rijkevorsel, waar deze 83% is. Maar liefst 9% lichter. Ze zijn dus erg benieuwd hoe de planten gaan reageren en wat het doet met de productie.

Per week 600 ton paprika’s
Op dit moment zijn de telers druk bezig met de inrichting van de bedrijfsruimte en het interne transport. Het besluit is al gevallen dat er een sorteermachine met acht lijnen komt te staan. Na uitvoering van de tweede fase zal er uiteindelijk een dubbele sorteerlijn staan. De doelstelling is om straks in één werkweek van 38 uur 2 kg paprika’s per m2 te kunnen verwerken. Omgerekend is dat 600 ton per week.
Voor de nieuwbouw is ruim de tijd genomen. Verlinden: “Nu ik hier permanent aanwezig ben hebben de anderen hun handen vrij om de productie op het andere bedrijf gewoon door te laten gaan.” En dat blijkt nodig, want hij is constant aanspreekpunt voor de bedrijven en mensen die bij de bouw betrokken zijn. “Het voelt hier prettig,” vult Wuyts hem aan. “We hebben fijne collega-bedrijven in de buurt. Hier helpen we elkaar. Net zoals het trekken van de folies voor de waterbassins. Een paar telefoontjes en er stond een hele ploeg klaar. We voelen ons dus al aardig thuis.”
Wanneer de volgende fase van de bouw van start gaat, staat nog niet vast. Allereerst willen de telers ervaring opdoen met het diffuse glas. Nu al denken ze dat die ervaring hen weer tot nieuwe keuzes zal brengen.

Samenwerking VGT berust op vriendschap en vertrouwen
De vijf vennoten van de Verenigde Groentetuinders komen allen uit hetzelfde gebied. In 2003 besluiten vader en zoon Jos en Wim Wuyts en de broers Geert en Koen Neyens een coöperatieve vennootschap op te richten. Ze bouwen 7 ha kassen en een inpakloods.
In 2006 volgt de tweede fase van 8 ha. In de loopt der jaren investeren ze in drie WKK’s, rookgasreiniging en zonnepanelen. Als de nieuwbouw in Zeeuws-Vlaanderen volledig is afgerond zal het bedrijf dus 45 ha groot zijn.
Dit jaar is paprikateler Staf Verlinden toegetreden, wiens zoon Glenn ook tuindersbloed in de genen heeft. Hij gaat de dagelijkse leiding op de locatie in Westdorpe op zich nemen, samen met de dochter en schoonzoon van Jos, An en Jef. Binnen het bedrijf zijn ondernemers van alle leeftijden actief en dat voelt goed voor het doorgeven van kennis en ervaring.

Mechelen
De samenwerking verloopt soepel. De collega’s hebben elkaar uitgezocht op hun kunde en kenden elkaar al goed. Het grote voordeel van hun samenwerking is de kracht die ze samen kunnen ontwikkelen. Er is geen vast omlijnde taakverdeling, maar ieder heeft wel zijn eigen interesses. Dat is een bewuste keuze. De één kan de ander vervangen, dus valt de druk weg als iemand ziek is of op vakantie gaat.
Wuyts: “We hadden allemaal een te klein bedrijf om bestaansrecht te houden. Ik vind dat je je kinderen niet mag belasten met een verouderd bedrijf, want dan geef je ze geen toekomst. We investeren dus regelmatig en soms tegen de stroom in. Bouwen in deze tijd heeft zijn voordelen. Je moet sparen in de goede jaren en investeren als het minder gaat.” De afzet van hun rode en gele paprika’s verloopt momenteel via de veiling in Mechelen.



Geen opmerkingen: