dinsdag, juli 03, 2007

China


WERELDWIJD ZIJN ER HEEL VEEL SLIMME MENSEN

Waar zijn wij als Westerlingen sterk in? En wat kunnen we beter overlaten aan anderen? Volgens Constantijn Wolfs moet de nadruk in Nederland veel meer op creativiteit komen te liggen. Een prettige, veilige leefomgeving is randvoorwaarde.
Een donker grijze, handgeweven poncho-jas van Alpaca. Een zachte herentrui van Kasjmier. Luxe kleding van Nederlands ontwerp, handmatig vervaardigd in het verre oosten van wol uit Peru. Ze vertellen het verhaal van Constantijn Wolfs. Econoom, ontwerper, it-er en ondernemer, maar vooral een man met eigenzinnige ideeën over toekomstige ontwikkelingen.
Zijn winkel Zilch is gevestigd in een schitterend oud stadspand met hoge, gestuukte plafonds. De vloer is bedekt met Chinese kranten. Een knipoog van Wolfs. ‘De Chinezen bedreigen ons niet. Wacht maar, wij lopen over ze heen,’ zegt hij goed gehumeurd.
Langs de wand rekken vol kleding. De garens en stoffen komen uit vele landen. Wolfs heeft jarenlang ervaring opgedaan en kent de mensen die achter zijn grondstoffen en eindproducten schuil gaan.
‘Ik ben er van overtuigd dat wij het in Europa moeten hebben van creativiteit. Dat is voor mij de sleutel voor de toekomst.’ Hij wijst op de visie van de Amerikaanse socioloog en econoom Richard Florida, die hiermee enkele jaren geleden veel opschudding veroorzaakte in Pittsburg*.

Sterke kant
Wolfs is van mening dat de Aziatische landen met hun betrekkelijk lage loonkosten niet over ons heen zullen lopen, mits we in Europa, in Nederland, onze sterke punten naar voren halen. En dat is creativiteit. Het bedenken van mooie, functionele ontwerpen en constante productvernieuwing. Dat gecombineerd met de juiste marketing, het bedenken en onderhouden van merken en concepten., dat is onze sterke kant. ‘Technologie is belangrijk, maar ook vluchtig’, gaat hij verder. ‘We denken dat we slim zijn, maar wereldwijd zijn er heel veel slimme mensen die hetzelfde kunnen. Creativiteit krijgt juist een kans op plaatsen waar het leven goed is.
China’s sterke kant is het starten van nieuwe, kleinschalige innovatieve bedrijven, waarbij financiering vaak plaats vindt binnen families. Het sociale netwerk zorgt er voor dat ze ook heel hard werken. Dat is een wezenlijk andere structuur dan hier in het westen.
Maar ik zie ook dat de Chinezen dol zijn op merken. Jarenlang hebben ze gekopieerd, maar nu willen ze het origineel, een echte Rolex, Europese designmeubels en ga zo door. Onze culturele achtergrond heeft grote ontwerpers opgeleverd. Kijk naar Italiaanse auto ontwerpers, de haute couture. Europa is op dat gebied dominant en Chinezen adoreren dit. Ik vraag me af waarom westerse vormgeving van consumptiegoederen in de meeste culturen wordt overgenomen. Dat is iets om eens bij stil te staan.
Ik vindt het belangrijk dat mensen communicatie en creatieve vakken studeren. Daar kunnen we onze winst behalen. Want zeg nu zelf? Waar wordt het meest verdiend? Niet in de productiefase, maar juist in de handelsfase. Het is de kunst om een goed merk in de markt te zetten, omringd door de juiste sfeer. Mensen hechten zich daaraan en willen in die sfeer leven. En aan een goed merk kan je dus verdienen.’

Centrum
Al werkend in zijn atelier broedt Wolfs zijn volgende plan uit. Hij wil een concentratie van kledingwinkels en ateliers opzetten, die elkaar versterken. Dit in de juiste setting met een netwerk tot internationale productie en met de juiste risicodragende financiering. Jonge ontwerpers werken daar in een commerciële omgeving aan hun eigen creaties.
Zo’n gebied met economische activiteiten noemt Wolfs een econotoop. En dan verwijst hij naar de tuinbouwsector. Eén van de succesfactoren van de tuinbouw is dat productie, handel, toeleveranciers en afzet zo gecentreerd zijn. De schakels beïnvloeden en voeden elkaar.
De volgende fase is de vorming van een econopool, meent Wolfs. ‘Een econopool heeft aantrekkingskracht. Mensen en bedrijven vanuit de buitengebieden willen er naar toe.’ En daarmee schetst hij meteen de sterke kant van de Nederlandse glastuinbouw, die hij zo’n voorbeeld van een econotoop noemt. Denk hierbij aan de discussie over Greenports.

Leefomgeving
Een ander punt waar Wolfs op hamert is de omgeving waar creatieve mensen hun werk moeten doen. Creativiteit komt tot bloei als de fysieke, sociale en economische leefomgeving goed is. Nederland is een land met goede voorzieningen. Op wereldniveau een tolerant land, waar mensen zichzelf kunnen zijn en zich veilig voelen. Daarom zal ons land ook aantrekkingskracht uitoefenen op mensen met dezelfde vaardigheden uit andere landen. Het is daarom voor de hand liggend dat Aziatische ontwerpers op termijn hier neer zullen strijken, omdat dit het centrum is waar alles gebeurt. En de commerciële vertaling van technische innovaties kan dan weer in andere landen plaatsvinden.
Wolfs sluit af met een voorbeeld. ‘Kijk, dit is een vezel van restmateriaal uit de soja industrie. Het levert een prachtige vezel op, die heel lekker draagt en goed wasbaar is. Het is een Chinese vinding. Het is nu ons werk om er een mooi kledingstuk van te maken en de kwaliteiten zodanig te communiceren naar consumenten dat ze daar een passende prijs voor betalen.’

Zilch
Kledingzaak Zilch is gevestigd op Breestraat 91 in Leiden. In deze winkel vindt u voornamelijk dameskleding van de merken Zilch (hoofdmerk), Corel, Noa Noa, Barnett&Barnett, Sticks & Stones. De kleding is tijdloos en gemaakt van natuurlijke stoffen als zijde, linnen, wol en sojaboon.
Constantijn Wolfs verkoopt er ook zijn eigen ontwerpen onder de merknaam ‘Wolf’. Begin negentiger jaren maakte Wolfs een studie van breitechnieken en wolsoorten. Naast zijn ontwerpen gaf hij veel aandacht aan het in de markt zetten van zijn concept. Hij ontwierp doosjes met een natuurlijke uitstraling voor zijn truien, voorzien van een uitgekookt verhaal over de oorsprong en het onderhoud van zijn product. Met deze presentatie wist hij exclusieve winkels te bereiken met merken als Boss en Armani.


* The Rise of the creative class - Richard Florida

Geen opmerkingen: