vrijdag, mei 13, 2011

Management


Han Mesters en Bernd Feenstra over menselijk kapitaal
‘Leer managers loslaten, binden, stimuleren en prikkelen’


Tuinbouwbedrijven zullen in de toekomst op een hele nieuwe manier omgaan met hun personeel. Bereid je als ondernemer maar voor op grote veranderingen, want jonge mensen zijn minder materialistisch dan hun ouders en willen vooral leuke en uitdagende projecten aanpakken. Deze mensen aan je binden vergt creativiteit en inlevingsvermogen.

Hoe geautomatiseerd en kapitaalsintensief glastuinbouwbedrijven vandaag ook zijn, arbeid vormt vaak nog steeds de grootste kostenpost. Behalve dat de kosten hoog zijn, valt het niet mee om hoger opgeleiden te interesseren voor een carrière in de tuinbouw. Als ondernemers dus toptalent binnen willen halen, is verdiepen in de belevingswereld van jonge mensen een randvoorwaarde.
Han Mesters, economisch historicus in dienst van ABN AMRO Bank, heeft onderzoek gedaan naar de ‘generatie Einstein’, zoals hij de twintigers noemt. Samen met Sectormanager Tuinbouw Bernd Feenstra geeft hij uitleg bij zijn bevindingen.


Hiërarchische structuur
Mesters schetst het huidige tijdsbeeld. Internet heeft er voor gezorgd dat de omgeving heel snel verandert en veel bedrijven hebben moeite om die veranderingen te volgen. Bedrijven die in de laatste vijftig jaar groot zijn geworden, waren georganiseerd volgens de structuur van een militaire organisatie.
“Het wordt nu pijnlijk duidelijk dat zo’n hiërarchische structuur niet meer past in deze tijd. Geld, macht en prestige zijn voor jongeren tot 22 jaar minder belangrijk geworden. Passie, spiritualiteit en persoonlijke groei spreekt hen meer aan. Wil je in deze generatie succesvol zijn, dan moet je ten dienste staan aan de groep. Dat is in schril contrast met de babyboomers, die tussen 1945 en 1955 geboren zijn.”
Bedrijven die nu de toon gaan zetten, bijvoorbeeld Google, LinkedIn, YouTube en TomTom, spelen volgens Mesters in op nieuwe ontwikkelingen. Hun kernactiviteiten nemen in omvang af. Bedrijven van deze tijd houden productontwikkeling, R&D en marketing in eigen huis en productie besteden ze uit.


Virtuele grenzen
Het credo was altijd om in een bedrijf te groeien naar een betere functie. Jongeren van nu veranderen sneller van baan of werken van project naar project. Het mooie van deze tijd is dat de marktwaarde van flexibele mensen veel groter is geworden dan die in vaste dienst, omdat ze een meer gevarieerde werkervaring opdoen.
Jonge mensen zijn echte wereldburgers geworden. Zij kiezen in hun privéleven zelf hun vrienden, waarbij landsgrenzen slechts virtuele grenzen zijn. Daarom kiezen ze ook zelf hun collega’s op basis van aantrekkelijke overeenkomsten. De VS loopt daarin voorop. In het land waar de auto statussymbool is, kiezen jonge mensen voor een leven in de stad, kopen geen auto meer en laten materialisme voor wat het is. Het leven in een stedelijke omgeving in Europa lijkt op dat van de Verenigde Staten, dus is het niet verwonderlijk dat zo’n ontwikkeling overslaat.
Sinds het begin van de industriële revolutie is het individu geknecht. Nu lijkt het er op dat mensen hun lot in eigen handen nemen. Zij maken eigen keuzes en vormen eigen netwerken, net als voor de industriële revolutie het geval was.

Social media
Mesters is zeer stellig in zijn overtuiging: “We zien de opkomst van de social media en kijken hoe we dat in kunnen passen in onze bedrijfsvoering. Maar in werkelijkheid gaat het veel verder. Social media ondersteunt niet alleen de bedrijfsvoering, maar biedt ruimte tot ontwikkeling van nieuwe bedrijven; de ‘multi-virtual companies’. Mensen zoeken elkaar op via de social media en op basis van overeenkomsten pakken ze projecten aan.” Toekomstmuziek? Niet echt. Het gebeurt al in het echte leven. Mensen bieden diensten aan en zoeken daar weer dienstverleners bij die de financiële afwikkeling of de productiekant verzorgen.
Overigens blijken we in Nederland heel goed in staat om in te spelen op dit flexibele werken. De Nederlandse cultuur kenmerkt zich door een ‘lage machtsafstand’ en ‘feminiene’ opvattingen. Het laatste slaat op zorgen voor de zwakkeren in het samenleven dat diepgeworteld is in onze samenleving. Het Nieuwe Werken ligt ons Hollanders dus goed.

Inspelen op veranderingen
Wat kan de tuinbouw leren van deze ontwikkeling en vooral: hoe kunnen de ondernemers van nu inspelen op veranderingen in de samenleving? Feenstra en Mesters hebben geen maatwerk antwoorden, maar wel aanwijzingen.
Feenstra: “HBO- en WO-ers zijn moeilijker te binden en tegelijkertijd kiezen ze niet vanzelfsprekend voor de tuinbouw. De behoefte aan geschoold personeel wordt in de tuinbouw steeds groter door modernisering en schaalvergroting. Daarnaast blijft er een grote behoefte aan ‘handen’ die het werk doen.”
Uitzendbureaus behouden een belangrijkere rol in het invullen van ongeschoolde arbeid, maar richten zich inmiddels ook op de markt van hoger opgeleiden.

Flexibel opstellen
Werk moet ook een uitdaging in zich hebben en aantrekkelijk zijn. Feenstra: “Ik ken een ondernemer die al zijn personeel bewust met Ipads en Smartphones laat werken, niet alleen omdat ze het leuk vinden, maar ook voor de verbetering van het productieproces door het direct inboeken en verwerken van orders.
Maar een flexibele houding als werkgever is toch wel een voorwaarde, zoals leidinggevenden in parttime functies toelaten. Schep de voorwaarden en je bent aantrekkelijk op de arbeidsmarkt”, meent. ‘Het Nieuwe Werken’ houdt in dat managers alleen op resultaat worden afgerekend. Geef je mensen die vrijheid, dan krijg je daar zeker enthousiasme voor terug. Het gaat niet meer om controle, maar om stimuleren, binden en prikkelen. Mensen hebben veel meer sturend vermogen dan we denken.”

Investeer in personeel
“Als je arbeid alleen beschouwt als een grote kostenpost, dan doe je jezelf daarmee tekort. Goed personeelsbeleid werpt zijn vruchten af. Investeer in personeel, spreek hun taal en vergroot daarmee de resultaten en het werkplezier”, meent Mesters.
Feenstra: “Hechte teams met een klein verloop presteren het beste.” Overigens is samenwerking tussen bedrijven wel heel erg gewenst om de voordelen van schaalgrootte te pakken door versterking van de verkooppositie, gezamenlijke inkoop, marktonderzoek en productontwikkeling.
Een paar concrete tips willen de heren wel meegeven. Ze adviseren tuinbouwondernemers zich te verdiepen in social media. “Hiermee kunnen telers zich onderscheiden en hun verkooppositie versterken. Door marketing, netwerken, marktonderzoek, verkoopondersteuning en blijvende aandacht voor je klant. Zoek samenwerking in de vorm van arbeidspools en aanbesteding. Vorm een marktplaats met interessante functies voor tijdelijke of langdurige samenwerking.”

Geen opmerkingen: